Brief regering : Project ‘Herinrichting Kamp Nieuw-Milligen’ (KNM)
27 830 Materieelprojecten
Nr. 328
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 januari 2021
Inleiding
Met deze brief informeer ik u over het project «Herinrichting Kamp Nieuw-Milligen»
(KNM). Dit project voorziet in het realiseren van een nieuwe toekomstbestendige kazerne
ten behoeve van de operationele marinierseenheden uit Doorn en de Maritime Special Operating Forces (MARSOF). De operationele marinierseenheden uit Doorn zijn de eenheden uit het oorspronkelijke
project Michiel Adriaanszoon de Ruyterkazerne (MARKAZ), inclusief wijzigingen als
gevolg van een reorganisatie in 2019. In mijn brief van 14 juli 2020 heb ik u geïnformeerd
dat het besluit om de nieuwe marinierskazerne op KNM te realiseren definitief is geworden
(Kamerstuk 33 358, nr. 29). Deze locatie is via een stapsgewijze selectie als meest gunstige vestigingsplaats
naar voren gekomen voor de eenheden uit het project MARKAZ (Kamerstuk 33 358, nr. 15 van 14 februari 2020).
Met het project «Herinrichting KNM» wordt ook MARSOF op KNM geherhuisvest. MARSOF
was geen onderdeel van het oorspronkelijke project MARKAZ en bestaat uit circa 350
vte. Deze aanvullende behoefte wordt in onderstaande paragraaf toegelicht.
Hierna worden de bovenstaande eenheden samen geduid als «de mariniers».
Aanvullende behoefte MARSOF
MARSOF is momenteel verdeeld over twee locaties: Doorn en Den Helder. Sinds 2012 is
bekend dat de Van Braam Houckgeestkazerne in Doorn zal worden afgestoten. Daarom moeten
de MARSOF-eenheden uit Doorn elders worden gehuisvest. Ook de eenheden van MARSOF
in Den Helder moeten worden geherhuisvest, omdat zij momenteel gebruik maken van huisvesting
in Den Helder die gedeeltelijk uit tijdelijke voorzieningen bestaat en niet aan de
normering voldoet. Vanwege de nationale taken van MARSOF in het kader van terreurbestrijding
en de daarbij behorende reactietijden was een centrale locatie in Nederland een vereiste.
Vlissingen was ten tijde van het besluit uit 2012 om de operationele marinierseenheden
uit Doorn in Vlissingen te plaatsen, voor MARSOF daarom geen optie. MARSOF is echter
integraal onderdeel van de operationele marinierseenheden uit Doorn en kent sterke
onderlinge relaties met en afhankelijkheden van de overige operationele marinierseenheden
uit Doorn. Het gaat daarbij onder andere om het leveren van specialistische ondersteunende
capaciteiten vanuit de overige operationele marinierseenheden uit Doorn, aansturing
van MARSOF en de overige marinierseenheden vanuit dezelfde staf en de kweekvijverfunctie
vanuit de overige marinierseenheden voor werving van toekomstig MARSOF-personeel.
Sinds 2012 heeft Defensie verschillende opties beschouwd voor herhuisvesting van MARSOF.
Onder meer is gekeken naar gezamenlijke huisvesting met de Dienst Speciale Interventies
en zijn de locaties Den Helder, Logistiek Centrum Maartensdijk en Rotterdam overwogen.
Dit heeft niet geleid tot een definitief besluit. De huisvesting van het Mariniers
Opleidingscentrum (MOC) op de Van Ghentkazerne te Rotterdam voldoet momenteel ook
niet volledig aan de normering. Tevens heeft de recente uitbreiding van het aantal
leerlingen en personeel van het MOC infrastructurele consequenties. Hiervoor wordt
een separate behoeftestelling uitgewerkt. Gezien het bovenstaande was het opportuun
om de huisvesting van MARSOF en MOC opnieuw en integraal te beschouwen om nu een goed
en onderbouwd besluit te kunnen nemen over de huisvesting van deze eenheden. Daarvoor
is een afwegingskader opgesteld en aan de hand daarvan zijn drie locaties onderzocht,
te weten Bereneiland op de Nieuwe Haven te Den Helder, de Van Ghentkazerne te Rotterdam
en KNM te Apeldoorn. De potentiele clustering van eenheden en daartoe geschikte locaties
leidden tot de volgende zes opties:
1. Geheel MARSOF in Den Helder. MOC in Rotterdam.
2. Geheel MARSOF en MOC in Rotterdam.
3. Geheel MARSOF op KNM. MOC in Rotterdam.
4. MOC op KNM. Geheel MARSOF in Rotterdam.
5. MARSOF deel Doorn op KNM. MARSOF deel Den Helder in Den Helder. MOC in Rotterdam.
6. MARSOF deel Den Helder in Den Helder. MOC en MARSOF deel Doorn in Rotterdam.
Het rapport afwegingskader MOC / MARSOF met een gedetailleerd overzicht van de scores
van de zes opties (drie locaties) aan de hand van het afwegingskader is bijgevoegd1. Op basis van dit afwegingskader zijn de bovengenoemde opties gewogen aan de hand
van financiële en niet-financiële aspecten. De niet-financiële aspecten betreffen:
behoud personeel, oefenterreinen, bedrijfsvoeringfacetten, ruimtelijke ordening. Bij
de financiële aspecten is een onderverdeling gemaakt in een viertal te beschouwen
deelaspecten: investeringskosten, exploitatiekosten, overige kosten en apparaatskosten.
De bedragen zijn vanwege de commerciële vertrouwelijkheid niet zichtbaar. Bij de commercieel
vertrouwelijke bijlage is het hierboven genoemde rapport2 en gedetailleerd overzicht van de scores van de zes opties gevoegd met daarin de
bedragen wel zichtbaar.
Op basis van onderscheidende niet-financiële en financiële aspecten is de locatie
KNM voor heel MARSOF en de locatie Rotterdam voor MOC de beste oplossing gebleken.
Het rapport is na de zomer intern gevalideerd, waarna de behoefte verder is uitgewerkt
inclusief inpassing in de begroting. Dit alles heeft geresulteerd in het besluit om
MARSOF op locatie KNM te huisvesten en het MOC blijvend op de van Ghentkazerne in
Rotterdam te huisvesten. Voor de huisvesting van het MOC op de Van Ghentkazerne zal
een aparte behoeftestelling worden uitgewerkt inclusief inpassing in de begroting.
Dit maakt geen deel uit van het project «Herinrichting KNM».
Het gebruik van een afwegingskader in het reguliere proces van toekomstige locatiekeuzes
is één van de lessen die geleerd is voor toekomstige locatiekeuzes van Defensievastgoed,
conform de motie-Belhaj (Kamerstuk 33 358, nr. 22, van 20 februari 2020). Bij dit onderzoek is een afvaardiging van de medezeggenschap
nauw betrokken geweest. Het zorgvuldig en tijdig betrekken van de medezeggenschap
is een andere les die is getrokken voor locatiekeuzes van Defensie-vastgoed en ik
met u deel.
Totale behoefte KNM
De nieuwe kazerne op KNM moet plaats bieden aan de mariniers. Dit zijn circa 2130
vte.
Gebouwen
Om invulling te geven aan de behoefte moet het grootste deel van het sterk verouderde
bestaande vastgoed op KNM worden gesloopt en worden vervangen door nieuwbouw. Conform
het bouwbesluit wordt de nieuwbouw Bijna Energie Neutraal Gebouw (BENG) uitgevoerd.
Voor legering bestaat de behoefte uit eenpersoonskamers en tweepersoonskamers conform
de huidige legeringsnorm van Defensie. De legering gaat beschikken over de gebruikelijke
voorzieningen zoals Wifi, internet en TV aansluitingen. Om de vastgoedportefeuille
en het budget meer in evenwicht te brengen, is een Interdepartementaal Beleidsonderzoek
Vastgoed gestart, zoals ook aangekondigd in de Defensiebegroting 2021. Mocht dit gevolgen
hebben voor het project, wordt u via de D-brief geïnformeerd over eventuele wijzigingen
van deze behoefte. Parallel worden ook de vastgoednormen door Defensie herzien. Als
dit leidt tot wijzingen binnen dit project wordt u daar eveneens over geïnformeerd.
Voor de kantoren wordt uitgegaan van een combinatie van vaste werkplekken en flexplekken.
Ook worden er zogenoemde aanlandplekken voorzien voor de medewerkers die kort een
computer nodig hebben voor het verrichten van (administratieve) werkzaamheden.
Verder is er behoefte aan:
– eet- en ontspanningsfaciliteiten: een bedrijfsrestaurant, multifunctionele ruimtes,
verblijven voor het personeel;
– een geneeskundig centrum.
Opleidings- en trainingsfaciliteiten
Er is behoefte aan standaard leslokalen en gespecialiseerde leslokalen. Gespecialiseerde
leslokalen zijn ingericht voor het trainen van specifieke vaardigheden. Ook is er
een simulatieruimte voorzien voor het Joint Fire Training and Exercise System en ruimtes
voor briefings. Verder is er behoefte aan voorzieningen voor binnen- en buitensport.
Voor operationele training zullen de mariniers net als in de huidige situatie in Doorn
en Den Helder primair gebruik maken van de reeds bestaande schietbanen en oefenterreinen
in binnen- en buitenland.
Opslag, stalling en onderhoud
Voor opslag, stalling en onderhoud is behoefte aan:
– opslag- en overslagcapaciteit voor munitie, wapens, verbindingsmiddelen, algemene
goederen en persoonlijke (gevechts)uitrusting;
– overkapte parkeerruimte voor militaire (rups)voertuigen van de eenheden;
– parkeerruimte voor militaire voertuigen en civiele auto’s;
– een garagewerkplaats.
Boven- en ondergrondse infra, terrein
De bestaande boven- en ondergrondse infrastructuur, zoals wegen, kabels en leidingen,
wordt zoveel mogelijk hergebruikt. Waar nodig wordt deze infrastructuur aangepast
aan de nieuwe indeling van de kazerne. De groenvoorziening dient te worden aangepast
aan de nieuwe indeling van de kazerne.
Duurzaamheidsmaatregelen
Naast de duurzaamheidsmaatregelen voor de gebouwen worden op de kazerne maatregelen
genomen om duurzame energievoorziening mogelijk te maken om zo de duurzaamheidsdoelstellingen
uit de Defensie Energie en Omgeving Strategie (DEOS) te halen (Kamerstuk 33 763, nr. 152). Deze duurzaamheidsmaatregelen zijn aangescherpt ten opzichte van de businesscase
die ik op 14 februari 2020 met de Kamer heb gedeeld. Zo worden onder meer mogelijkheden
voor warmtekoudeopslag en zonnepanelen onderzocht. Defensie staat er voor open om,
in afstemming met de omgeving, meer duurzame energie op te wekken dan het zelf nodig
heeft vanuit de voorbeeldrol van het Rijk. Hierbij wordt een gebiedsgerichte aanpak
gehanteerd. Er wordt afgestemd met de Regionale Energie Strategie (RES) van de regio’s
om de mogelijkheden van defensieterreinen af te stemmen op de plannen en behoeften
van de omgeving.
Risico’s
Voor het project is een risicobeoordeling gemaakt waarbij de omgevingswet, verwachte
regelgeving rondom stikstof, wijziging van het ruimtelijk plan en hoge natuurwaarden,
als belangrijke risico’s zijn geïdentificeerd. Daarvoor zijn inmiddels beheersmaatregelen
getroffen. Om restrisico’s af te dekken en om onder andere kosten te dekken van wijzigingen
en vertragingen is binnen het projectbudget een risicoreservering opgenomen. In de
commercieel vertrouwelijke bijlage bij deze brief is deze risicoreservering in het
projectbudget opgenomen.
Financiële aspecten
Met dit nieuwe vastgoedproject voor de mariniers is een geraamde investering tussen
de € 250 miljoen en de € 1.000 miljoen gemoeid. Deze investering, inclusief een risicoreservering,
komt ten laste van het investeringsbudget van Defensie. Zoals aangekondigd in de commercieel
vertrouwelijke bijlage bij de Kamerbrief van 14 februari 2020 (Kamerstuk 33 358, nr. 15) zijn de ramingen uit de businesscase KNM de afgelopen periode geactualiseerd op
basis van de bestaande normen, actuele kostenkengetallen uit 2019 en 2020 en de bovenstaande
behoefte. In de commercieel vertrouwelijke bijlage bij deze brief bied ik u daarom
een overzicht aan van de geraamde investeringskosten van het project «Herinrichting
KNM» en de geraamde effecten van deze investering op de exploitatiekosten voor zover
deze gemoeid zijn met de huisvesting van de mariniers op KNM ten opzichte van de huidige
huisvesting in Doorn en Den Helder (prijspeil 2020).
Vooruitblik
Door uitvoering van dit project wordt voorzien in veilige, efficiënte, geschikte en
toekomstbestendige huisvesting als randvoorwaarde voor de bedrijfsvoering, operationele
gereedstelling (opleiden en trainen) en inzetbaarheid van de mariniers die bijdraagt
aan een positieve werk- en leefomgeving. Met deze kazerne krijgen de mariniers op
KNM de beschikking over modern en functioneel vastgoed dat voldoet aan de organisatiebehoefte,
duurzaamheidsdoelstellingen, wet- en regelgeving, technisch in goede staat is en op
lange termijn betaalbaar blijft.
Voor dit huisvestingsproject is een sourcing-onderzoek verplicht om te bepalen op
welke manier de bouw, inrichting en de exploitatie worden aangepakt. Conform de richtlijnen
van het Ministerie van Financiën, zal er een Public Private Comparator (PPC) worden uitgevoerd. Op deze manier krijgt Defensie inzicht in de voor- en nadelen
van verschillende vormen waarin het project kan worden uitgevoerd: in een publieke
of private variant of in andere (meng)vormen. Op deze wijze wordt bepaald welke contractvorm
de beste kwalitatieve en kwantitatieve meerwaarde oplevert.
U wordt over de uitkomst van de PPC voor de zomer van dit jaar geïnformeerd. Daarna
start de verwervingsvoorbereidingsfase, waarin parallel de bouw-voorbereidende werkzaamheden
plaatsvinden en de behoeftestelling verder wordt geconcretiseerd, zodat uitvraag aan
de markt mogelijk is. Conform het DMP-proces wordt u voorafgaand aan de gunning geïnformeerd
met een D-brief. Vervolgens start de realisatiefase, waarin de bouw van de kazerne
circa vier jaar in beslag neemt. Op basis van de huidige planning kan de kazerne eind
2028 worden opgeleverd. Wij zijn en blijven in overleg met de provinciale en gemeentelijke
overheden van de huidige locaties en nieuwe locatie van de mariniers over het project
en de bijbehorende planning.
Verder is er in overleg met de tijdelijke reorganisatie medezeggenschapscommissie
Verhuizen MARKAZ en de medezeggenschap die betrokken is bij de herinrichting KNM een
gemeenschappelijke medezeggenschapscommissie (GMC) ingesteld, waarin alle toekomstige
gebruikers van KNM zijn vertegenwoordigd. De GMC vervanging en verhuizing Van Braam
Houckgeestkazerne is en wordt betrokken in het proces tot aan de oplevering van de
nieuwe kazerne. In dit nieuwe medezeggenschapstraject staat voor Defensie zorgvuldigheid
voorop.
De Kamer zal over de voortgang van dit project worden geïnformeerd via het Defensiematerieelbegrotingsfonds,
het jaarverslag en het Defensie Projecten Overzicht.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie