Brief regering : Speciale Eenheden Schietfaciliteiten Soesterberg en Ossendrecht’
27 830 Materieelprojecten
Nr. 327
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 januari 2021
Inleiding
De Speciale Eenheden (SE) van Defensie hebben behoefte aan schietfaciliteiten die
speciaal zijn ingericht voor hun specifieke opleiding en training. In 2012 is het
initiële Programma van Eisen opgesteld waarin de behoefte is geformuleerd om twee
schietfaciliteiten te realiseren om zo te voorzien in voldoende, efficiënte, en toekomstbestendige
trainingsfaciliteiten voor de Speciale Eenheden in Nederland. Het project omvat de
realisatie van één faciliteit in Soesterberg voor de Brigade Speciale Beveiligingsopdrachten
(BSB) en de Netherlands Maritime Special Operations Forces (NLMARSOF) en één in Ossendrecht
voor het Korps Commandotroepen (KCT). Met deze A-brief informeer ik u over de herijkte
behoeftestelling van dit project. In het Defensie Projectenoverzicht 2020 van 15 september
2020 (Kamerstuk 27 830, nr. 313) is de voorliggende A-brief voor het project SE Schietfaciliteiten reeds aangekondigd.
U ontvangt deze A-brief, omdat de A-fase van het project met deze herijking is afgerond
en Defensie sinds de nader gewijzigde motie van de leden Hachchi en Knops (Kamerstuk
32 733, nr. 114) voor vastgoedplannen van meer dan 25 miljoen euro het volledige Defensie Materieel
Proces (DMP) doorloopt. Met deze herijking valt het project SE Schietfaciliteiten
in deze categorie.
Naar aanleiding van het fatale schietongeval in Ossendrecht op 22 maart 2016, heeft
de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV) het rapport «Veilig oefenen, lessen uit schietongeval
Ossendrecht» opgesteld. Begin 2019 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 81) is uw Kamer geïnformeerd over de opvolging van de aanbevelingen uit het rapport,
waaronder de aanbeveling tot het realiseren van een eigen schiethuis voor het KCT.
De opvolging van deze aanbeveling is ook in 2017 aan uw Kamer medegedeeld in de beleidsreactie
op het OvV-rapport (Kamerstuk 34 775 X, nr. 16). Toen is uiteengezet dat voor de korte termijn gezorgd wordt voor een tijdelijke
schietfaciliteit; dit betreft de in 2018 in gebruik genomen tijdelijke schietfaciliteit
in Roosendaal bestaande uit twee schietbanen. Het project SE Schietfaciliteiten betreft
de opvolging van deze aanbeveling met een permanente oplossing in Nederland, die voldoet
aan de huidige eisen en behoeften.
Behoefte project SE Schietfaciliteiten
Met het project wordt, zowel in Soesterberg als in Ossendrecht, een SE Schietfaciliteit
gerealiseerd. Deze locaties zijn gekozen vanwege hun goede bereikbaarheid voor de
Speciale Eenheden voor oefening en bij operationele inzet. Op de locatie Soesterberg
wordt de schietfaciliteit gerealiseerd op een nieuw in te richten terreindeel op de
Sergeant-majoor Scheickkazerne.
Op de locatie Ossendrecht vindt realisatie plaats op een nieuw in te richten terreindeel
op de Koningin Wilhelmina Kazerne. Beide locaties bestaan uit de volgende deelopdrachten:
– Close Quarter Battle (CQB) live fire schiethuis
Dit betreft de nieuwbouw van een semi-overdekte faciliteit waarin met scherpe en oefenmunitie
geschoten kan worden. Het doel van het CQB-huis is om in een veilige omgeving met
scherpe munitie (live fire) personeel te trainen voor het optreden in bebouwde omgeving. Vanwege de verschillende
specifieke scenario’s voor de Speciale Eenheden is het schiethuis flexibel indeelbaar.
– Snipertoren
De snipertoren beschikt over meerdere hoge platforms waar vanaf een sniperteam ondersteuning
kan bieden aan de oefeningen van een SE-team in of nabij het CQB-huis. De snipertoren
staat op geruime afstand van het CQB-huis.
– 100 meter 270 graden binnenschietbaan
Dit betreft de nieuwbouw van een overdekte 100 meter schietbaan, waarbij in het laatste
deel over een hoek van 270 graden met scherpe en oefenmunitie kan worden geoefend.
De schietbaan heeft mogelijkheden voor veelzijdige, dynamische en uitdagende schietoefeningen;
statisch en dynamisch, te voet en per voertuig, met afstanden van 100 meter tot 1
meter tot het doel. Evenals bij het CQB, is flexibiliteit, functionaliteit en veiligheid
essentieel.
– Terreininrichting oefenlocatie
De gebouwen die deel uit maken van dit project worden gepositioneerd in een nieuw
te ontwerpen en vorm te geven terrein. Bij de herinrichting van het terrein worden
de benodigde infrastructuur, groenvoorzieningen en terreinafrastering aangepast.
– Facilitairgebouw en munitieopslag
In het facilitairgebouw zijn de ondersteunende functionaliteiten ondergebracht, zoals
de kantoorruimtes, de multifunctionele ruimte, de werkplaats, de regiekamer voor het
videovolgsysteem, de onderhoudsruimte en de munitieopslag.
Aangepaste eisen
Begin 2019 (Kamerstuk 35 000 X,nr. 81) is gemeld dat het oorspronkelijke Programma van Eisen, zoals dit is vastgesteld
in 2012, anno nu onvoldoende is. Aanvullende behoeften van het KCT, bijvoorbeeld op
het gebied van (flexibele) scenario-trainingen en toepassing van video-volgsystemen,
vroegen om aanpassing van het Programma van Eisen. Daarnaast was er sprake van nieuwe
wapen-munitiecombinaties. Ook zijn verschillende aanbevelingen van rapporten van de
OvV, de Commissie van Onderzoek (CvO) en het Coördinatiecentrum Expertise en Arbeidsomstandigheden
en Gezondheid (CEAG) verwerkt, zoals begin 2019 ook is gemeld aan uw Kamer (Kamerstuk
35 000 X, nr. 81). In de onderstaande alinea’s «Veiligheid» en «Gezondheid» wordt hier nader op ingegaan.
Aanpassing van het Plan van Eisen uit 2012 van dit project was hierdoor noodzakelijk.
Aan het project «SE Schietfaciliteiten» zijn de volgende aangepaste eisen gesteld
op het gebied van gezondheid, veiligheid en het gebruik van de voorzieningen.
Veiligheid
In de behoefte van 2012 werd uitgegaan van een open schietbaan. Anno nu kan alleen
aan de gestelde eisen vanuit de gebruikers (continu gebruik en veiligheid) en de omgeving
(beperking geluidsoverlast) worden voldaan door de baan te overdekken. Het OvV-rapport,
dat is opgesteld naar aanleiding van het fatale schietongeval in Ossendrecht in 2016,
heeft geleid tot aanpassing van de randvoorwaarden voor het bouwen van nieuwe schiethuizen
en de herziening van het voorschrift voor inrichting en het gebruik van schietinrichtingen
(het MP40/30). Er is ook een richtlijn Verbijzonderd Schietbeleid opgesteld, met onder
andere specifieke randvoorwaarden voor SE schietfaciliteiten. Eén ervan is het gebruik
van mobiele kogelvangers, die tot dan toe niet waren vereist.
Daarnaast is onderdeel van de aanbevelingen uit het OvV-rapport het aanbrengen van
een videovolgsysteem inclusief intercomfunctie. Hiermee kan tevens effectiever getraind
worden door middel van After Action Reviews. Het systeem dient tevens als veiligheidssysteem
en maakt nu integraal onderdeel uit van de ontwerpen van beide schietfaciliteiten.
Gezondheid
Er zijn enkele vereiste aanpassingen in het ontwerp aangebracht naar aanleiding van
het rapport van het CEAG, dat in 2015 is opgesteld na onderzoek naar schietgassen
op schietbanen. Uit het rapport blijkt namelijk dat zonder aanpassingen aan de (binnen)banen
een verhoogde concentratie ontstaat van schietbaangassen. Om gezondheidsrisico’s zo
laag mogelijk te houden, worden de schietbanen nu met mechanische ventilatie uitgerust.
Andere wijze van optreden
Om beter aan te sluiten bij de huidige wijze van optreden van de Speciale Eenheden
zijn enkele wijzigingen doorgevoerd in het ontwerp. Zo is het een nieuwe vereiste
om van buiten naar binnen te kunnen schieten, vanaf een snipertoren en vanaf het dak
van de «100m 270 graden» schietbaan. Er zal met verplaatsbare ballistische wanden
of mobiele kogelvangers een flexibele indeling worden gecreëerd. Ook moeten in het
terrein verschillende inzetgebieden kunnen worden nagebootst om zo realistisch mogelijk
te kunnen trainen. Vanwege de invoering van nieuwe voertuigen bij het KCT en de daarbij
behorende wijzigingen in het schietbeleid voor voertuigoptreden zijn de breedte en
doorrijhoogte van de schietbaan Ossendrecht aangepast.
Financiële aspecten
Het benodigde projectvolume is geraamd tussen de 25 en 100 miljoen euro (prijspeil
2020). Deze investering, inclusief een risicoreservering, komt ten laste van het investeringsbudget
van Defensie. Omdat het projectvolume minder dan 100 miljoen euro bedraagt, ben ik
voornemens het Defensie Ondersteuningscommando te mandateren voor de uitvoering van
het project.
Vooruitblik
In de eerdergenoemde brief van begin 2019 (Kamerstuk 35 000 X, nr. 81) is reeds gemeld dat de beoogde ingebruikname van de permanente faciliteiten in Ossendrecht
en Soesterberg in 2020, zoals in 2017 was voorzien, niet meer haalbaar zou zijn met
een ingrijpende wijziging van het Programma van Eisen. Volgens de huidige planning
zal de gunning voor de locatie in Soesterberg in 2021 plaatsvinden, waarna de bouw
gepland is vanaf het tweede kwartaal van 2022 tot eind 2023. Hier zijn inmiddels voorbereidende
onderzoeken uitgevoerd en stappen gezet voor het bouwrijp maken van het perceel.
Eind 2019 is aan uw Kamer kenbaar gemaakt dat de planning voor realisatie van de locatie
Ossendrecht onzeker is vanwege de stikstofproblematiek en andere vraagstukken die
samenhangen met de vergunningverlening (Kamerstuk 34 919, nr. 48). Uit de aangekondigde onderzoeken hierover (Kamerstuk 34 919, nr. 55) blijkt dat rekening gehouden moet worden met een stikstofopgave waarvoor een oplossing
wordt gezocht. Het eerdergenoemde alternatieven onderzoek (Kamerstuk 34 919, nr. 66) heeft uitgewezen dat er binnen de gestelde randvoorwaarden voor de schietfaciliteit
voor het KCT geen beter of sneller alternatief is dan Ossendrecht. Met inachtneming
van bovenstaande en rekening houdend met het onzekere tijdsverloop van de vergunningsaanvraag
wordt de ingebruikname van Ossendrecht niet voorzien voor eind 2024. Hierbij wordt
ervan uitgegaan dat de benodigde vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming
is verleend voor de geplande start van de bouw in het derde kwartaal van 2022.
Met de uitvoering van dit project kan het vereiste niveau van inzetbaarheid van de
Speciale Eenheden worden gewaarborgd. Met de realisatie van dit project wordt voorzien
in toekomstbestendige schietfaciliteiten met een verwachte levensduur van twintig
jaar. Uw Kamer zal over de voortgang van dit project worden geïnformeerd via de begroting
van het Defensiematerieelbegrotingsfonds, het jaarverslag en het Defensieprojectenoverzicht.
Gezien de wenselijke voortgang van dit project verzoek ik uw Kamer deze A-brief in
het eerste kwartaal van 2021 te behandelen.
De Staatssecretaris van Defensie,
B. Visser
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Visser, staatssecretaris van Defensie