Brief regering : Reactie inzake AIV rapport Digitalisering en Jeugdwerkgelegenheid in Afrika
34 952 Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld, Goed voor Nederland
Nr. 123 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 januari 2020
Hierbij stuur ik u het rapport van de Adviesraad Internationale Vraagstukken «Digitalisering
en jeugdwerkgelegenheid in Afrika»1. Het rapport verscheen op 11 september 2020 in reactie op mijn adviesvraag van 26 april
2019 betreffende de invloed van digitalisering en automatisering op de werkgelegenheid
in Afrika en hoe het Nederlandse ontwikkelingsbeleid kansen voor jongerenwerkgelegenheid
zou kunnen vergroten.
Werkgelegenheid is een enorme uitdaging voor het Afrikaanse continent met haar zeer
jonge bevolking2. Jaarlijks komen zo’n twaalf miljoen jongeren de arbeidsmarkt op, terwijl er slechts
drie miljoen banen beschikbaar komen3. Tegelijkertijd zien we sterke effecten van digitalisering in de maatschappij en
op werkgelegenheid. Onder invloed van COVID-19 is de wereld wat digitalisering betreft
in een stroomversnelling gekomen. Het bevorderen van kansen voor jongeren op een gedigitaliseerde
arbeidsmarkt is daardoor alleen maar urgenter geworden.
Het AIV-advies geeft een brede analyse van de mondiale geopolitieke en economische
ontwikkelingen die samenhangen met digitalisering. Het rapport laat zien dat digitalisering
een complex van uiteenlopende factoren is dat vraagt om intensieve samenwerking tussen
verschillende disciplines. Dit komt tot uitdrukking in de vier voorwaarden die de
AIV noemt voor jeugdwerkgelegenheid in de digitale economie: toegang tot digitale
technologieën en informatie; online veiligheid en vertrouwen; relevante vaardigheden;
en verbeterde arbeidsvoorwaarden en positie voor mensen in de informele sector. De
AIV waarschuwt in het rapport voor de huidige monopolistische positie van de grote
platformbedrijven: universele, veilige toegang tot internet dient te worden bewaakt
als een public good, waarbij Afrikaans eigenaarschap essentieel is. Daarnaast onderstreept de AIV dat
bijzondere aandacht vereist is voor de extra grote uitdagingen voor vrouwen en meisjes.
Met deze adviezen bevestigt de AIV de keuzes van het huidige BHOS-beleid, verwoord in de nota «Investeren in perspectief» (Kamerstuk 34 952, nr. 1), die verder zijn uitgewerkt in de Digitale Agenda voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
en de Youth at Heart-strategie. Het rapport doet negen concrete aanbevelingen om dit beleid kracht bij
te zetten. Dwarsdoorsnijdende aandachtspunten voor verbetering zijn het tegengaan
van versnippering van beleid en samenwerking in multilateraal verband. Deze neemt
het kabinet ter harte. Sinds het afgelopen jaar bestaat binnen het ontwikkelingsbeleid
extra aandacht voor vermindering van fragmentatie van activiteiten en het belang van
opschalen van succesvolle programma’s. Op het gebied van digitalisering heeft Nederland
zich eind dit jaar aangesloten bij de «Digital4Development-hub» waarin Europese lidstaten samenwerken voor meer impactvolle investeringen in digitalisering
voor ontwikkeling. Ook in andere verbanden zoekt Nederland multilaterale samenwerking
op voor het adresseren van digitale kansen en uitdagingen.
Hieronder schetst het kabinet aan de hand van de bevindingen uit het rapport hoe Nederland
bijdraagt aan de vier voorwaarden voor jeugdwerkgelegenheid in een digitaliserende
arbeidsmarkt.
Digitaal werk toegankelijk maken
De AIV beschrijft in het rapport het belang van toegang tot onder meer (betaalbaar)
internet en energie als voorwaarde voor werkgelegenheid in de digitale economie. Nederland
investeert hierin via diverse infrastructuur- en energieprogramma’s zoals DRIVE en Energising Development (EnDev). Nederland stimuleert daarnaast een duurzame en praktische aanpak ter bevordering
van werkgelegenheid voor jongeren in rurale en afgelegen gebieden in een digitale
economie. Een voorbeeld hiervan is het Geodata for Agriculture and Water-programma, waarbij lokale bedrijven en ngo’s applicaties en content produceren voor
kleinschalige boeren, waaronder ook veel jonge boeren.
Daarnaast stelt het rapport dat er meer nodig is dan «harde toegang», namelijk ook
toegang tot informatie en diensten die relevant zijn voor de doelgroep en passen bij
lokale behoeften en mogelijkheden. Het kabinet onderschrijft dit belang volmondig.
Dat is waarom de Youth at Heart-strategie in de kern draait om participatie van jongeren. Zij moeten de kans krijgen
om zelf mede vorm te geven aan hun toekomst, ook in het digitale domein. Nederland
organiseerde daarom het eerste, volledig virtuele Youth at Heart Forum op 2 november 2020, waarin jongeren uit meer dan 100 landen in gesprek gingen met
beleidsmakers om hun prioriteiten kenbaar te maken, onder meer op het gebied van digitalisering
en werkgelegenheid. Nederland zal samen met jongeren, ambassades en andere partners
zogenoemde road after evenementen organiseren om de prioriteiten van jongeren op het gebied van onderwijs
en werk handen en voeten te geven in beleid en programma’s. Digitalisering hoort daar
onvermijdelijk bij.
Digitaal werk veiliger en betrouwbaarder maken
In het rapport roept de AIV op om in te blijven zetten op veiligheid in het digitale
domein. Nederland zet daar actief op in, onder meer door Afrikaanse overheden te ondersteunen
op het gebied van cybersecurity via het door Nederland opgerichte Global Forum on
Cyber Expertise (GFCE). Deze capaciteitsopbouw stelt overheden in staat stevigere
instituties op te bouwen en wet- en regelgeving op te stellen. Dit bevordert Afrikaans
eigenaarschap, zoals de AIV aanbeveelt. Mensenrechten zijn een centraal uitgangspunt
in het werk van Nederland en de GFCE op het gebied van cybersecurity.
Via de Freedom Online Coalition werkt Nederland met 32, deels Afrikaanse, landen aan ontwikkeling en naleving van
internationale normen gericht op een open, vrij en veilig internet. Via het Digital
Defenders
Partnership versterkt Nederland de digitale weerbaarheid van maatschappelijke organisaties wereldwijd,
zodat mensenrechtenverdedigers zich kunnen beschermen tegen digitale bedreigingen
en online veilig kunnen werken. Ook steunt Nederland organisaties zoals AccessNow en Freedom House om zogenoemde «shut downs» – het blokkeren van digitale vrijheden – tegen te gaan. Hiermee zet Nederland zich
in voor het beschermen van een veilige ruimte online, zodat mensen en jongeren ideeën
kunnen uitwisselen, kennis kunnen vergaren en zich kunnen uitspreken over zaken die
op hen betrekking hebben.
Relevante vaardigheden voor digitale economie integreren in het onderwijs
De AIV onderstreept dat digitalisering ingrijpende consequenties heeft voor de vaardigheden
die vereist zijn op de arbeidsmarkt. Het gaat daarbij niet alleen om technische vaardigheden,
maar ook om hogere cognitieve vaardigheden en soft skills die nodig zijn om actief in een gedigitaliseerde samenleving te participeren. Het
gaat dan bijvoorbeeld om probleemoplossend vermogen, kritisch denkvermogen en werken
in teamverband.
Het versterken van digitale geletterdheid van kinderen en jongeren is een prioriteit
in de Digitale Agenda. Zo steunt Nederland sinds 2018 het Global Partnership for Education (GPE) dat zich vanaf 2021 meer gaat richten op 21st Century Skills in basis- en voortgezet onderwijs in ontwikkelingslanden. Ook steunt Nederland Generation Unlimited dat bijvoorbeeld in Niger via het «Connect My School»-initiatief digitale geletterdheid en soft skills van jongeren zal verbeteren. Het
Orange Knowledge Programme biedt kansen voor (digitale) capaciteitsopbouw van beroeps- en hoger onderwijs in
het Zuiden via samenwerking met Nederlandse kennisinstellingen.
Digitaal werken beter en waardiger maken
De AIV beveelt aan om in te zetten op begeleiding van jongeren bij hun eerste stappen
op de formele arbeidsmarkt en het stapsgewijs «formaliseren» van hun (micro)bedrijf,
zodat ze meer kans hebben op fatsoenlijk werk en een duurzaam inkomen. Nederland investeert
in de transitie van onderwijs naar werk via onder meer het Challenge Fund for Youth Employment en het Nexus Skills/Jobs-programma, waardoor jongeren de mogelijkheid krijgen een beter bestaan op te bouwen
in de formele economie. Samen met de African Development Bank en door middel van het Orange Corners-programma ondersteunt Nederland jonge ondernemers in Afrika en het Midden-Oosten.
Ondernemerschap en lokale innovaties zijn essentieel voor het bevorderen van lokaal
digitaal leiderschap, een meer pluriform digitaal landschap en het doorbreken van
de monopolypositie van grote technologiebedrijven. Daarbij wordt ook aandacht besteed
aan toegang tot financiële diensten, onder meer via FMO en het Dutch Good Growth Fund.
Ook doet de AIV op dit punt aanbevelingen om samenwerking tussen actoren te bevorderen,
publiek-private financiering te stimuleren en de focus te richten op een duurzame
sectorale aanpak. Nederland zet zich samen met diverse andere stakeholders in voor
verbetering van de aansluiting van Afrikaanse markten op internationale digitale handel.
Handel is immers een motor voor groei die banen creëert, armoede vermindert en economische
kansen vergroot. Via het platform eTrade for All wordt ingezet op kennisontwikkeling en capaciteitsopbouw, via TradeMark East Africa wordt regionale samenwerking versterkt voor het efficiënter bedrijven van handel,
bijvoorbeeld met behulp van digitale handelscertificaten. Via de WTO zet Nederland
in op een gelijk speelveld voor eerlijke internationale digitale handel.
Versterking van de deelname van meisjes en vrouwen
Het AIV-advies beveelt aan om in te zetten op het wegnemen van discriminerende praktijken
die de deelname van meisjes en vrouwen aan de digitale economie in de weg staan. Dit
advies sluit goed aan op de bredere inzet van het BZ-beleid, waarin vrouwenrechten
en gendergelijkheid dwarsdoorsnijdende thema’s zijn. In de programma’s gericht op
onderwijs en werkgelegenheid wordt een gender-benadering toegepast, waarbij wordt
geanticipeerd op uitdagingen voor vrouwen en meisjes om deel te nemen aan de digitale
economie. Zo steunt Nederland het eTrade for Women-programma van UNCTAD voor de versterking van vrouwelijke ondernemers in de digitale
economie. Ook zet Nederland in op verminderen van uitsluiting van vrouwen en meisjes
via de Digital Inclusion Benchmark. Hiermee worden technologiebedrijven aangesproken op hun bijdrage aan de verbetering
van de toegang voor vrouwen en meisjes tot digitale middelen.
Het kabinet constateert op basis van het AIV-advies en de reeds lopende programma’s
dat het op de goede weg is, neemt de aanbeveling van de AIV graag ter harte en zal
deze weg dan ook vervolgen ten bate van meer jeugdwerkgelegenheid in Afrika.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking