Brief regering : Reactie op verzoek commissie over thuiswerkvergoeding medewerkers diplomatieke posten
31 490 Vernieuwing van de rijksdienst
Nr. 294
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 januari 2021
In reactie op het verzoek van de Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken deel ik u
het volgende mee.
Voor rijksambtenaren en lokale medewerkers op de posten gelden verschillende arbeidsvoorwaarden
en systemen – mede afhankelijk van per land specifieke wet- en regelgeving – om die
vast te stellen. Dat de ene groep een voorziening krijgt betekent dus niet dat de
andere groep die ook zou moeten krijgen. In dat licht en mede met het oog op budgettaire
en uitvoeringstechnische belemmeringen heeft de secretaris-generaal van mijn ministerie
op 3 december jongstleden bekend gemaakt geen eenmalige thuiswerkvergoeding voor lokale
medewerkers vast te stellen zoals dat met het oog op de Covid-pandemie voor rijksambtenaren
is gedaan bij de CAO Rijk.
Na interne signalen dat dit als onrechtvaardig werd ervaren, heeft de secretaris-generaal
op 8 december jongstleden alle chefs de poste bericht dat hun lokale medewerkers bij
hen een aanvraag kunnen doen om in aanmerking te komen voor een eenmalige vergoeding
voor thuiswerken. Dat kan een vergoeding zijn conform een door de chef de poste met
inachtneming van lokale fiscale wetgeving vast te stellen regeling. Of een vergoeding
van € 363 netto overeenkomstig de regeling in de CAO Rijk.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken