Brief regering : EU-China investeringsakkoord
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2255
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 januari 2021
In reactie op de brief van uw Kamer 30 december jl. waarin u mij verzocht om een toelichting
op het EU-China investeringsverdrag kan ik u als volgt berichten.
Sinds 2013 onderhandelt de Commissie namens de lidstaten over het EU-China Comprehensive
Agreement on Investment (CAI), op basis van een mandaat van de Raad. In 2016 is afgesproken
de reikwijdte van de onderhandelingen over het akkoord uit te breiden met arbeidsrechten
en milieubescherming. In september jl. hebben de EU en China de ambitie uitgesproken
de onderhandelingen nog in 2020 af te ronden. Daarbij is de leidraad van de EU altijd
gebleven: «inhoud boven snelheid». Uw Kamer is tijdens deze stappen geïnformeerd,
het meest recentelijk in het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken/Handel van 9 november
20201.
Begin december jl. kwamen de onderhandelingen plotseling en onverwacht in een stroomversnelling
door de bereidheid van China toezeggingen te doen ten aanzien van markttoegang en
duurzaamheid, waaronder afspraken over de ratificatie van fundamentele ILO conventies,
die voorheen op voorhand werden afgewezen. Volgens de Commissie, onze onderhandelaar,
voldoet het conceptakkoord met deze toezeggingen aan de EU-inzet. Dit resulteerde
in de digitale bijeenkomst op 30 december 2020 tussen de President van de Europese
Raad, de Voorzitter van de Europese Commissie, en Chinese president Xi Jinping waarin
het politieke akkoord werd gepresenteerd.
Voor het politieke akkoord gepresenteerd werd heb ik o.a. bij mijn Franse en Duitse
collega’s alsook bij Eurocommissaris voor Handel Dombrovskis het belang van de voor
Nederland essentiële elementen onderstreept, zoals de verbetering in markttoegang
voor EU-investeerders, een gelijk speelveld, en Chinese toezeggingen ten aanzien van
duurzaamheid, met name arbeidsrechten. Ik heb de breed gedragen wens van uw Kamer
en het kabinet om eventuele misstanden doorlopend te adresseren op bilateraal of multilateraal
niveau uiteraard onderstreept.
In het akkoord committeert China zich om toe te werken naar de ratificatie en naleving
van alle fundamentele conventies van de ILO, in het bijzonder ten aanzien van dwangarbeid
(C29 en C105), maar ook de fundamentele conventies over vrijheid van vereniging (C87)
en collectieve onderhandelingen (C98). Aan de ratificatie van ILO conventies gaat
doorgaans een periode van harmonisatie van relevante nationale wetgeving, beleid en
praktijk vooraf. Aangezien het hier fundamentele conventies van de ILO betreft, rapporteert
China momenteel al jaarlijks over de stand van zaken met betrekking tot bestaande
wetgeving, beleid en praktijk ten opzichte van de bepalingen van deze conventies.
Ook komt er een nalevingsmechanisme voor duurzaamheid, vergelijkbaar met bestaande
mechanismen in handelsakkoorden van de EU met andere landen.
Het CAI regelt volgens de Commissie ook verbeterde toegang voor EU-bedrijven op terreinen
als elektrisch rijden, cloud-diensten, financiële dienstverlening en gezondheidszorg. Er komen nadere regels tegen
de gedwongen overdracht van technologie, over het opereren van staatsbedrijven en
ten aanzien van beter inzicht in subsidieverlening.
Het CAI zal op geen enkele wijze afbreuk doen aan de Europese beleidsruimte en maatregelen
om de eigen markt te beschermen, zoals de nieuwe investeringstoets. Ook staat het
CAI een hernieuwde trans-Atlantische samenwerking niet in de weg. De EU (en Nederland)
blijven samenwerken met de VS om oneerlijke Chinese handelspraktijken te bestrijden.
Het CAI geeft daarbij de EU een extra instrument om op te treden tegen, bijvoorbeeld,
gedwongen technologieoverdrachten en staatssubsidies. Het CAI moet dan ook worden
gezien als een nieuw, maar zeker niet het enige, instrument in de bredere EU-China
relatie, in lijn met de China strategie.
Het akkoord zal goedgekeurd moeten worden door de Raad en het Europees Parlement.
Stemming is op dit moment niet aan de orde, dat komt pas eind 2021 of begin 2022,
nadat de teksten juridisch zijn opgeschoond en vertaald in alle EU talen.
Op dit moment heeft de Commissie de uiteindelijke versie van de tekst van het politiek
akkoord nog niet met de lidstaten gedeeld. Tijdens de onderhandelingen zijn wel delen
van de concept teksten gedeeld. Ook heeft de Commissie met regelmaat de lidstaten
op ambtelijk niveau bijgepraat over de voortgang. Wanneer de uiteindelijke versie
voor de lidstaten beschikbaar komt, zal het kabinet gaan bezien of de teksten aan
de eisen van het kabinet voldoen. Uiteraard zal ik uw Kamer over dit onderwerp nader
berichten.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.