Brief regering : Ministeriële regeling inzake de verplichte negatieve testuitslag voor lucht- en scheepvaart
24 804 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart
31 409
Zee- en binnenvaart
25 295
Infectieziektenbestrijding
Nr. 161
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT, JUSTITIE EN VEILIGHEID,
BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Ontvangen ter Griffie op 3 januari 2021.
De vastgestelde ministeriële regeling kan niet eerder inwerking treden dan op 10 januari
2021.
De vastgestelde ministeriële regeling vervalt van rechtswege indien de Kamer, op voorstel
van vijftig leden uiterlijk 11 januari 2021 te kennen geeft niet in te stemmen met
de regeling.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 januari 2021
Het kabinet heeft uw Kamer op 31 december 2020 geïnformeerd over de uitspraak van
de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag inzake het kort geding over de aanwijzing
van 23 december jl. met betrekking tot de verplichte negatieve testuitslag voor reizigers
die per vliegtuig naar Nederland komen (Kamerstuk 25 295, nr. 907). Daarbij heeft het kabinet aangegeven in hoger beroep te zullen gaan tegen het vonnis
en vast te willen blijven houden aan de verplichting om een negatieve PCR-testuitslag
te hebben voor alle reizigers uit hoogrisicogebieden die naar Nederland willen reizen.
Tevens heeft het kabinet in de Kamerbrief van 31 december 2020 aangegeven te onderzoeken
of er eventueel aanvullingen nodig zijn om een negatieve PCR-testuitslag bij dit type
reizen zeker te stellen. Over de uitkomst hiervan informeert het kabinet uw Kamer
middels deze brief.
Achtergrond
Het OMT heeft in haar 85ste advies geadviseerd dat een negatieve testverklaring (PCR-test) van alle reizigers
uit hoogrisicogebieden van belang is voor de bestrijding van het Covid-19 virus. Per
15 december jl. geldt daarom een verplichte negatieve testuitslag en -verklaring voor
reizigers uit hoogrisicogebieden van buiten de EU die per vliegtuig of schip naar
Nederland komen en die uitgezonderd zijn op het EU-inreisverbod. Het kabinet heeft
op 18 december jl. aangegeven dit uit te willen breiden en de negatieve testuitslag
ook te verplichten voor alle andere reizigers die vanuit hoogrisicogebieden per vliegtuig
naar Nederland vliegen, in lijn met de aangenomen motie van de leden Jetten en Dijkhoff1 van 15 december jl. Daarom heeft het kabinet op 23 december jl. besloten, na overleg
met de sector en veiligheidsregio’s, dat per 29 december jl. luchtvaartmaatschappijen,
die naar Nederland vliegen vanuit alle gebieden waar een hoog COVID-risico geldt (zowel
binnen als buiten de EU), verplicht worden om alle passagiers vóór het boarden te
controleren op de aanwezigheid van een negatieve PCR-testuitslag.
Het kabinet benadrukt nogmaals dat de epidemiologische situatie in Nederland zeer
ernstig is. Bovendien is er een besmettelijkere variant van het Covid-19 virus aanwezig
in een aantal landen die reizigers kunnen meebrengen naar Nederland. Daarom is het
van groot belang voor de volksgezondheid, en daarmee voor de maatschappij en economie,
dat hernieuwde introducties van het virus dan wel de introductie van nieuwe mutaties
van het virus vanuit het buitenland in Nederland zoveel als mogelijk worden voorkomen.
Ministeriële regeling
Gelet op het belang dat het kabinet hecht aan de verplichte negatieve testuitslag
heeft het kabinet besloten de verplichte negatieve testuitslag voor reizigers die
gebruik maken van lucht- of scheepvaart tevens op te nemen in een ministeriële regeling
onder de Twm, die hierbij aan uw Kamer wordt aangeboden2.
Met de ministeriële regeling wordt een tweede grondslag tot stand gebracht die de
aanbieder van personenvervoer via lucht- en scheepvaart verplicht alleen reizigers
te vervoeren die in het bezit zijn van een negatieve testuitslag, indien zij uit een
hoogrisicogebied naar Nederland reizen.
Er wordt een nieuw artikel 6.7b ingevoegd in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19,
waarin de aanbieder van personenvervoer via lucht- en scheepvaart een vergelijkbare
verplichting wordt opgelegd als de aanbieder van internationaal openbaar vervoer.
Artikel 6.7b beoogt geen inhoudelijke wijzingen ten opzichte van de huidige aanwijzing
voor lucht- en scheepvaart.
De negatieve testuitslag, die reizigers aan de vervoerder dienen te tonen, moet aan
een aantal eisen voldoen. Het dient te gaan om een PCR-test. Voor de PCR-test is gekozen
omdat die onder meer door de Europese Commissie wordt gezien als de «gouden standaard»
voor betrouwbare testen.3 De testuitslag moet in het Nederlands, Engels, Duits, Frans of Spaans duidelijk maken
dat de reiziger niet besmet is met Covid-19 en moet tevens de gegevens bevatten waarmee
de test herleidbaar is tot de reiziger. Dit zijn dezelfde eisen zoals die reeds gelden
voor de verplichte negatieve testuitslag voor de verschillende vervoersmodaliteiten.
Tevens zijn er ook uitzonderingen op de verplichte negatieve testuitslag opgenomen
in de regeling zoals die ook reeds gelden voor de andere vervoersmodaliteiten. De
eisen waaraan de PCR-test moet voldoen en de uitzonderingen zijn tevens vermeld op
de website van de rijksoverheid.4
Gezien het feit dat, zoals uiteengezet, sprake is van een zeer dringende omstandigheid
waarin ter beperking van gevaar voor de volksgezondheid direct moet worden gehandeld,
treedt deze regeling, onder verwijzing naar artikel 58c, derde lid, van de Wet publieke
gezondheid, na vaststelling en bekendmaking in de Staatscourant onverwijld in werking.
De regeling vervalt van rechtswege indien de Tweede Kamer binnen een week na de toezending
besluit niet in te stemmen met de regeling.
Wetswijziging
Teneinde iedere discussie over de juridische grondslag inzake de verplichte negatieve
testuitslag voor zover nodig te beslechten heeft het kabinet besloten om met de grootst
mogelijke spoed een wetswijziging in procedure te brengen tot het wijzigen van de
Wet publieke gezondheid. Een voorstel daartoe zal ter advisering worden voorgelegd
aan de Raad van State. Vervolgens zal het voorstel aan uw Kamer worden aangeboden.
Tot slot
Tot slot benadrukt het kabinet nogmaals dat dringend wordt geadviseerd geen buitenlandse
reizen te maken noch te boeken, tenzij strikt noodzakelijk. Vakanties zijn geen noodzakelijke
reizen. Het volgen van dit dringende advies blijft cruciaal voor de bestrijding van
het virus Covid-19. Tevens wijst het kabinet op het feit dat voor hen die vanuit noodzakelijke
redenen zich moeten verplaatsen van en naar het buitenland de huidige quarantaineregels
onverkort blijven gelden indien zij van hoogrisicogebieden naar Nederland reizen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Medeindiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Medeindiener
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat