Brief regering : Advies van de Gezondheidsraad over de inzet van het vaccin van BioNTech/Pfizer
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 846
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 december 2020
Op 21 december heb ik u geïnformeerd over het positieve advies van het Europees Geneesmiddelenagentschap
(EMA) over de toelating van het BioNTech/Pfizer vaccin in de Europese Unie. Dezelfde
dag is de Europese Commissie akkoord gegaan met toelating tot de Europese markt. Met
deze brief bied ik uw Kamer het advies van de Gezondheidsraad over de inzet van het
vaccin van BioNTech/Pfizer aan, getiteld «COVID-19-vaccinatie: BioNTech/Pfizer». Ook
zal ik in deze brief toelichten wat dit betekent voor de uitvoering van de COVID-19
vaccinatie.
In de afgelopen periode heb ik u steeds bij ontwikkelingen rondom de COVID-19 vaccinatie
geïnformeerd. Op 20 november jl. heeft u de vaccinatiestrategie ontvangen1, waartoe het kabinet op basis van het advies van de Gezondheidsraad van 19 november
jl. besloten heeft. Vervolgens heeft u op 3 december2, 8 december3, 17 december4 en 21 december jl.5 brieven ontvangen met daarin een verdere uitwerking van de vaccinatiestrategie. Bij
elk nieuw stuk van de puzzel dat we kunnen leggen, zal ik uw Kamer op de hoogte stellen
van wat dit betekent voor het vaccinatieproces.
Advies
De Gezondheidsraad heeft in bijgevoegd advies onderzocht welke doelgroepen in aanmerking
komen voor vaccinatie met het BioNTech/Pfizer vaccin6. Ook heeft de raad gekeken of er contra-indicaties zijn.
Uit het advies blijkt dat het vaccin goed werkt bij volwassenen, ouderen en medische
risicogroepen. Bij alle groepen lag de werkzaamheid boven de 90%. Dat betekent dat
er geen remmend effect optreedt bij toename van de leeftijd, wat bij veel vaccins
wel het geval is. Ook geeft de Gezondheidsraad aan dat het vaccin veilig is; er zijn
weinig bijwerkingen. De bijwerkingen die optreden zijn in de regel mild en kortdurend,
zoals pijn op de plaats van de injectie, hoofdpijn, spierpijn, en vermoeidheid. Het
is nog niet bekend in welke mate het vaccin beschermt tegen transmissie van het coronavirus.
Dat moet nog nader worden onderzocht.
Contra-indicaties
De Gezondheidsraad adviseert om dit vaccin niet te gebruiken bij mensen die allergisch
zijn voor één van de bestanddelen van het vaccin van BioNTech/Pfizer. De Gezondheidsraad
geeft ook aan dat zwangere vrouwen nog niet in aanmerking komen voor vaccinatie met
dit vaccin, omdat de werkzaamheid en veiligheid bij deze groep onvoldoende zijn getest.
In individuele gevallen zijn echter uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld wanneer
de risico’s van COVID-19 groter zijn dan de mogelijke nadelen van vaccinatie. Dan
kan vaccinatie worden overwogen in overleg met de behandelend arts.
Reactie advies en verdere uitwerking vaccinatiestrategie
Ik ben verheugd dat de Gezondheidsraad zo snel na het positieve oordeel van het EMA
heeft kunnen adviseren over de inzet van het BioNTech/Pfizer vaccin. De Gezondheidsraad
constateert dat het vaccin werkzaam, voldoende veilig, en aanvaardbaar is voor volwassenen,
ouderen en medische risicogroepen. Het is goed nieuws dat het vaccin een boven verwachting
hoge werkzaamheid heeft bij ouderen. Daarmee kunnen we ernstige ziekte en sterfte
als gevolg van het coronavirus zoveel mogelijk voorkomen. De ziektelast bij deze groep
is immers het grootst.
Zoals ik in mijn eerdere brieven heb aangegeven kiest het kabinet ervoor om, conform
de eerste strategie die de Gezondheidsraad in het advies van 19 november jl. schetst,
zich bij de vaccinatiestrategie te richten op het voorkomen en verminderen van (ernstige)
ziekte en sterfte als gevolg van COVID-19. Vanwege de logistieke eigenschappen van
het BioNTech/Pfizer vaccin krijgen allereerst de zorgmedewerkers van verpleeghuizen,
kleinschalige woonvormen, gehandicaptenzorg, wijkverpleging en Wmo-ondersteuning een
uitnodiging voor de COVID-19 vaccinatie. Zij worden vanaf 4 januari uitgenodigd voor
de vaccinatie bij de GGD’en. De vaccinatie bestaat uit twee doses met daartussen drie
weken. Het vaccin van Moderna, dat mogelijk op 6 januari wordt goedgekeurd door het
EMA, is voorzien voor de bewoners van verpleeghuizen en vergelijkbare kleinschalige
woonvormen, en voor mensen met een verstandelijke beperking wonend in een instelling.
Het advies «COVID-19-vaccinatie: BioNTech/Pfizer» bevestigt de door het kabinet gekozen
strategie, om eerst de meest kwetsbaren en hun zorgmedewerkers te beschermen. Tegelijkertijd
adviseert de Gezondheidsraad om het BioNTech/Pfizer vaccin primair in te zetten voor
ouderen vanaf 60 jaar, te beginnen met de oudste leeftijdsgroepen. Volgens de Gezondheidsraad
kan op deze manier de meeste gezondheidswinst worden behaald en kan de toestroom van
patiënten met COVID-19 naar ziekenhuizen worden verminderd. De verwachting is dat
dit ook de druk op de zorg zal doen afnemen, hetgeen in overeenstemming met de aanpak
van het kabinet is. Dat betekent dat ik voor de ten uitvoerlegging van de strategie
nieuwe keuzes moet maken.
Op basis van dit advies wil ik de volgende leveringen van het BioNTech/Pfizer vaccin
dus primair inzetten voor die groepen waarvoor dit vaccin boven verwachting werkzaam
is. Het betreft mensen boven de 60 jaar. Samen met de uitvoerende partijen bezie ik
de consequenties van het advies. Ik werk deze route verder uit op basis van de ons
beschikbare informatie over de verschillende vaccins en de verwachtte leveringen.
In de eerste helft van januari informeer ik uw Kamer over de implicaties voor de hoofdroute.
In reactie op mijn brief van 21 december jl. (Kamerstuk 25 295, nr. 838) is door verschillende partijen verzocht om snellere vaccinatie voor verschillende
doelgroepen. Ik begrijp de hierbij geuite zorgen zeer en acht het, gezien de sterke
groei van het aantal patiënten en de daarmee samenhangende druk op de zorg, van groot
belang dat zorgpersoneel zo tijdig mogelijk is gevaccineerd en daarmee beschermd tegen
COVID-19. Zoals reeds aangegeven in mijn brief van 21 december jl. informeer ik u
in januari over een nadere prioritering binnen de door het kabinet gestelde hoofdroute,
waarbij ik tevens zal ingaan op specifieke groepen. Hierbij zal ik in elk geval specifiek
oog hebben voor groepen binnen de intramurale ggz. Ook kijk ik naar personeel in de
curatieve zorg, zoals ziekenhuismedewerkers, huisartsen, ambulancepersoneel en andere
zorgmedewerkers die in direct contact komen met COVID-19 patiënten (of met van COVID-19
verdachte patiënten). Hiermee beschouw ik het verzoek van de commissie VWS ingediend
d.d. 23 december om te reageren op het nieuwsbericht «Ziekenhuizen: ons personeel
moet voorrang krijgen bij vaccinatie», als afgedaan.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport