Brief regering : Instellingsbesluit Commissie Europese economie
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1640 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2020
Tijdens het terugblikdebat over de Europese Raad van juli jl. (Handelingen II 2019/20,
nr. 99, item 7) op 9 september jl. heeft de Minister-President in reactie op een verzoek van het
Kamerlid Omtzigt (CDA) toegezegd dat het kabinet de mogelijkheden zal verkennen voor
het instellen van een commissie die de brede Europese financieel-economische en monetaire
situatie onderzoekt. In navolging hiervan heeft het kabinet op 13 oktober (Kamerstuk
21 501-20, nr. 1635) aan de Kamer gecommuniceerd dat het een adviescommissie zal oprichten inzake de
vormgeving en de werking van de Europese economie.
Middels bijgevoegd besluit richt het kabinet de «Commissie Europese economie» op1. De commissie heeft tot taak het verkennen en formuleren van opties voor een kabinetsinzet
ten aanzien van de uitvoering van het Europees-financieel economisch beleid om de
Europese economie als geheel stabieler, weerbaarder en veerkrachtiger te maken.
De commissie zal onafhankelijk zijn en bestaan uit zeven leden. Professor Roel Beetsma
van de Universiteit van Amsterdam is bereid gevonden het voorzitterschap op zich te
nemen. De commissie wordt gevraagd haar analyse voor 1 juli 2021 op te leveren. Het
besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant
waarin het wordt geplaatst.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken