Brief regering : Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers COVID-19
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 206
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2020
De afgelopen maanden heeft het kabinet op diverse terreinen maatregelen aangekondigd
die schade aan samenleving en economie als gevolg van de coronacrisis moeten beperken.
De Staten-Generaal is daarover geïnformeerd door middel van incidentele suppletoire
begrotingen en Kamerbrieven met betrekking tot de specifieke regelingen.
Aan deze maatregelen kleven rechtmatigheidsrisico’s zeker gelet op de hoge tijdsdruk
waaronder deze tot stand zijn gekomen. Via de Najaarsnota bent u hierover door de
Minister van Financiën op hoofdlijnen geïnformeerd. Met het oog op een deugdelijke
invulling van het beleid aangaande misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) hecht ik
er aan om u met deze brief nader te informeren over een risico bij de Regeling tegemoetkoming
land- en tuinbouwondernemers COVID-19 voor de aanvullende tegemoetkoming voor de sierteeltsector,
delen van de voedingstuinbouw en de fritesaardappelsector. Ik heb u over de modaliteiten
van de regeling geïnformeerd in mijn brief van 8 mei jl. (Kamerstuk 35 420, nr. 32).
Bij deze regeling is sprake is van een resterende onzekerheid bij de vaststelling
van de tegemoetkoming. Bij de in te dienen verantwoordingsstukken bij tegemoetkomingen
groter dan € 125.000 wordt minder zekerheid verkregen dan vanuit het voorkomen van
M&O gewenst is. Echter rekening houdend met wat in redelijkheid haalbaar was, heb
ik het maximale gedaan om dit M&O-risico te minimaliseren. Daarbij heb ik een afweging
gemaakt aan de hand van de elementen van het M&O-beleid:
– Wet- en regelgeving: Bij tegemoetkomingen groter dan € 125.0001 was voorzien in de aanlevering van controleverklaringen. De Koninklijke Nederlandse
Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) gaf aan dat controleverklaringen veelal een
oordeelsonthouding zouden bevatten, omdat de gewenste zekerheid niet met terugwerkende
kracht gegeven zou kunnen worden (bijvoorbeeld omzet ten opzichte van referentieperioden
in het verleden en wijzigingen van de perceelgrootte). Dit was ongewenst. In goed
overleg met de NBA en vertegenwoordigers van sectoraccountants is gekozen voor andere
accountantsproducten. In lijn met de mogelijkheden in het uniform subsidiekader van
het Rijk moet bij de aanvraag tot vaststelling nu een samenstellingsverklaring of
een rapport van feitelijke bevindingen worden bijgevoegd dat in overeenstemming is
met het door de NBA goedgekeurde accountantsprotocol.
– Communicatie: De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) heeft als uitvoerder
van deze regeling via zijn website voorlichting gegeven aan ondernemers over het verantwoordingstraject
en de stand van zaken hiervan.
– Controlebeleid: Doordat sprake is van accountantsproducten waarin geen oordeel wordt
gegeven, zal RVO.nl de bevindingen van de accountant interpreteren en besluiten wat
de eventuele consequenties voor de definitieve vaststelling zijn. RVO.nl stuurt er
op dat deze bevindingen uniform geduid en beoordeeld worden gebruikmakend van een
intern beoordelingskader.
– Reviewbeleid: Gezien de nauwe betrokkenheid van de NBA en in de sector gespecialiseerde
accountants bij het opstellen van de protocollen is het niet te verwachten dat de
protocollen onduidelijkheden voor de accountant bevatten. Ook is sprake van een aparte
NBA-standaard, die specifiek voor deze regeling is opgesteld en die aansluit op de
werkzaamheden voor de NOW-regeling. Daarnaast is het een eenmalige regeling, zodat
het leereffect dat van een review uitgaat, beperkt is. Hierdoor is er geen toegevoegde
waarde om een minimumaantal reviews uit te voeren voor deze regeling.
– Sanctiebeleid: Mochten er toch in individuele gevallen signalen binnenkomen dat sprake
is van misbruik of oneigenlijk gebruik dan kan op grond van de regeling de hoogte
van de tegemoetkoming na de verstrekking herzien dan wel de beschikking ingetrokken
worden en de te veel uitbetaalde bedragen teruggevorderd worden.
– Evaluatie: Deze regeling is nog in uitvoering en zal nog geëvalueerd worden. Wel heb
ik op basis van de opgedane ervaring het M&O-kader uitgebreid met de invloed van crises
op het M&O-beleid.
– Op basis van voorgaande en na afstemming hiervan met de Auditdienst Rijk (ADR) acht
ik het M&O-beleid in opzet en werking toereikend en op basis van deze afweging het
resterende risico acceptabel.
– Ik vertrouw er op uw Kamer hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Een gelijkluidende
brief heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit