Brief regering : Strategie evaluatie steunpakketten
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 227
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN, VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT EN VAN SOCIALE
ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2020
Tijdens het verantwoordingsdebat van 26 mei j.l. (Handelingen II 2019/20, nr. 74, item 23) hebben de leden Snels en Bruins mij verzocht om na te denken over de evaluatie-aanpak
van de sociaaleconomische steunpakketten. Ten tijde van deze toezegging was er nog
geen zicht op de verdere ontwikkelingen van het virus. Inmiddels zijn een derde steunpakket
en aanvullende maatregelen gepresenteerd. Een groot deel van deze maatregelen loopt
door tot het tweede kwartaal van 2021. Ondanks de onzekerheden rondom het virus en
de benodigde looptijd van de maatregelen, deel ik de opvatting dat het van belang
is om na te denken over hoe we de steunpakketten straks gaan evalueren en welke voorbereidingen
we daar nu al voor kunnen treffen. De monitoringsactiviteiten die de verschillende
departementen in een vroeg stadium hebben opgezet vormen al een goede basis voor toekomstige
evaluaties. Hierbij moeten wij wel rekening houden met de beperkte capaciteit bij
de uitvoeringsorganisaties in verband met de implementatie van de steunmaatregelen.
Beoogde aanpak
Hieronder schetsen wij in drie delen de beoogde aanpak om de steunpakketten te evalueren.
Doel van deze aanpak is om enerzijds zoveel mogelijk tijdig inzicht te krijgen in
de werking van de steunpakketten gedurende de uitvoering om waar mogelijk bij te sturen,
en anderzijds verantwoording af te leggen en lessen te trekken voor de toekomst.
Ten eerste treft u hieronder op het niveau van individuele maatregelen een overzicht
van de verschillende monitoringsactiviteiten, die het kabinet doorlopend onderneemt
om zoveel mogelijk tijdig inzichten te vergaren in het gebruik van de maatregelen.
De data en inzichten die hieruit voortkomen vormen een belangrijke basis voor toekomstige
evaluaties.
Ten tweede presenteren wij op hoofdlijnen een overzicht van de beoogde evaluaties
van de belangrijkste financiële maatregelen. Zoals beschreven in de brief over het
eerste noodpakket1 laat het kabinet de Rijksbegroting de eerste klap opvangen via het principe van automatische
stabilisatie. Dit mechanisme is verankerd in de begrotingssystematiek en zorgt voor
meer zekerheid bij huishoudens en bedrijven en minder heftige economische schokken.
De werking van automatische stabilisatoren vormt geen expliciet onderdeel van het
onderzoek, maar vormt wel het startpunt van waaruit de tijdelijke maatregelen worden
beoordeeld. Omdat de automatische stabilisatoren de economische schokken niet compleet
kunnen afvangen, zijn aanvullende generieke maatregelen getroffen. Een aanvullende
laag op de economische crisisaanpak wordt gevormd door de maatregelen voor specifieke
sectoren.
Ik beperk me in deze brief tot de kern van de steunpakketten: de budgettair meest
omvangrijke generieke maatregelen op het terrein van SZW, EZK en FIN die zich primair
richten op baanbehoud en het steunen van ondernemers die geraakt zijn door de coronacrisis.
Deze brief gaat verder niet in op het aanvullend sociaal pakket waartoe het kabinet
heeft besloten2. Er zal nader worden bezien hoe en op welke termijn het sociaal aanvullend pakket
geëvalueerd kan worden.
Bij de hoofdlijnen van de evaluatie schetsen wij welke stappen wij gaan zetten om
de evaluatieaanpak verder inhoudelijk vorm te geven. Om de kwaliteit en onafhankelijkheid
van evaluaties te borgen streven wij ernaar zoveel mogelijk onafhankelijke externe
expertise te betrekken. De verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de evaluaties
ligt onveranderd bij de vakdepartementen.
Ten derde heb ik het CPB verzocht de overkoepelende macro-economische effecten van
opeenvolgende sociaaleconomische steunpakketten te onderzoeken, en eerste inzichten
daarin te rapporteren in de zomer van 2021. Centraal hierbij staat de vraag in welke
mate de steunpakketten de economische schade van de coronamaatregelen hebben beperkt.
1 en 2) Monitoring en evaluatieagenda
Hieronder geven wij per maatregel weer welke monitoringsactiviteiten het kabinet doorlopend
onderneemt en, waar bekend, het jaartal van evaluatie. Het evaluatiemoment in de tabel
betreft een indicatie. Het CPB-onderzoek kijkt naar de macro-economische effecten
van deze steunmaatregelen. Er wordt beoogd de individuele evaluaties waar mogelijk
aan te laten sluiten op dit onderzoek.
De komende tijd gaan we in gesprek met onafhankelijke evaluatie-experts om in kaart
te brengen wat er qua evaluaties op micro- en mesoniveau mogelijk is op basis van
de huidige context en de beschikbare data. Ook bespreken we welke inhoudelijke invulling
de evaluaties kunnen krijgen. Daarbij verkennen we ook de mogelijkheid tot het verrichten
van gecombineerde evaluaties van maatregelen op samengestelde effecten. Uitgangspunt
daarbij is dat de evaluaties overeenkomstig de Regeling periodiek evaluatieonderzoek
worden geëvalueerd.3
Tabel 1 Overzicht van generieke steunmaatregelen, monitoring en evaluatiemomenten
Maatregel
Doel
Monitoring
Financiële omvang (€)
Evaluatie
NOW (SZW)
Behoud werkgelegenheid
UWV monitort onder meer op aantal aanvragen, toekenningen, betrokken werknemers en
het omzetpercentageverlies.
22,1 mld1
2023
TOZO (SZW)
Ondersteunen (zelfstandige) ondernemers
CBS monitort het aantal uitkeringen en kapitaalverstrekkingen. Tevens uitgesplitst
naar onder meer plaats, leeftijd en huishoudtype.
3,8 mld2
2023
TVL/TOGS (EZK)
Ondersteunen ondernemers (MKB)
RVO en CBS monitoren onder meer het aantal bedrijven dat gebruik maakt van deze regeling
uitgesplitst op sectorniveau.
4,0 mld2
2023
Uitstel betaling belastingen (FIN)*
Liquiditeit ondernemers
Voor de uitstel betaling belastingen wordt bijgehouden hoeveel ondernemers gebruik
maken van deze regeling. Tevens wordt het budgettaire beslag in kaart gebracht. Dat
geeft een goed eerste beeld in welke mate de regeling gebruikt wordt.
15,2 mld3
2022
Fiscale Coronareserve (FIN)*
Liquiditeit ondernemers
Om te kunnen monitoren zijn de benodigde gegevens niet beschikbaar. Wel zal er zoveel
mogelijk gebruik worden gemaakt van beschikbare data om een indicatie te vormen, zoals
de bijstellingen in de voorlopige aangifte in de Vpb.
3 mld.4
2022
Baangerelateerde investeringskorting (FIN)
Stimuleren investeringen bedrijven
De kosten en het gebruik van de regeling worden bijgehouden door RVO.
2 mld per jaar5
2023
Verlaging gebruikelijk loon dga's bij omzetdaling (FIN)*
Liquiditeit ondernemers
Om te kunnen monitoren zijn de benodigde gegevens niet beschikbaar. Wel zal er zoveel
mogelijk gebruik worden gemaakt van beschikbare data om een indicatie te vormen, zoals
de omvang van het gebruikelijk loon in 2020 in vergelijking met eerdere jaren.
1 mld.6
2022
Belasting- en invorderingsrente (FIN)
Ondersteunen ondernemers
Om te kunnen monitoren zijn de benodigde gegevens niet beschikbaar. Wel zal er zoveel
mogelijk gebruik worden gemaakt van beschikbare data om een indicatie te vormen.
432 mln.7
ntb
X Noot
1
Geraamde uitgaven in 2020 en 2021, inclusief de nabetalingen die in 2022 voorzien
zijn, exclusief uitvoeringskosten.
X Noot
2
Raming 2020 en 2021
X Noot
3
De bovengrens van de huidige inschatting is dat het versoepelde uitstelbeleid leidt
tot een belastingschuld ter hoogte van ongeveer 15,2 miljard euro op 1 april 2021.
X Noot
4
Dit betreft een kasschuif tussen 2020 en 2021.
X Noot
5
De baangerelateerde investeringskorting is een tijdelijk instrument voor de jaren
2021 en 2022.
X Noot
6
Er is in 2020 sprake van een derving van € 1 miljard. In later jaren staan daar hogere
inkomsten tegenover, cumulatief is sprake van een derving van € 0,3 miljard.
X Noot
7
Raming 2020 en 2021
Tabel 2 Overzicht van leningen en garantieregelingen, monitoring en evaluatiemomenten
Maatregel
Doel
Monitoring
Financiële omvang (€)
Evaluatie
BMKB (EZK)1
Ondersteunen ondernemers (MKB)
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en het CBS houden cijfers bij met betrekking
tot het aantal toegekende leningen en de totale som, onder meer uitgesplitst op sectorniveau
en grootte van de bedrijven.
203 mln.2
2021
GO + GO coronamodule (EZK)
Ondersteunen ondernemers
De NVB en het CBS houden cijfers bij met betrekking tot het aantal toegekende leningen
en de totale som, onder meer uitgesplitst op sectorniveau en grootte van de bedrijven.
175 mln.3
ntb
Qredits (EZK)
Ondersteunen ondernemers
EZK monitort het aantal geholpen bedrijven en de grootte van deze bedrijven op basis
van het aantal werknemers.
31 mln.4
2021
Garantieregeling Kleine kredieten corona (EZK)
Ondersteunen (kleine) ondernemers
De NVB en het CBS houden cijfers bij met betrekking tot het aantal toegekende leningen
en de totale som, onder meer uitgesplitst op sectorniveau en grootte van de bedrijven.
164 mln.5
2023
Regionale ontwikkelingsmaatschappijen – corona overbruggingslening (COL) (EZK)
Ondersteunen (innovatieve) ondernemers
EZK monitort het aantal geholpen bedrijven en de grootte van deze bedrijven op basis
van het aantal werknemers.
300 mln.6
2021
X Noot
1
De BMKB, Qredits en ROMS (2021) zijn reguliere evaluaties van bestaande instrumenten
die al op de evaluatie-agenda stonden, en die dus verder terugkijken dan de extra
corona impuls in 2020.
X Noot
2
Raming 2020
X Noot
3
Raming 2020. Hiernaast is € 5 mln beschikbaar voor uitvoeringskosten van KKC, GO-C
en BMKB-C.
X Noot
4
Raming 2020. Van deze € 31 mln is € 25 mln beschikbaar voor leningen en € 6 mln voor
subsidies
X Noot
5
Raming 2020 en 2021
X Noot
6
Raming 2020 en 2021
De belangrijkste monitoringsactiviteiten zijn ook op toegankelijke wijze openbaar
gemaakt en raadpleegbaar4. Ook het CBS en de UWV hebben online monitoringsinformatie beschikbaar gesteld over
de TOZO5 en de NOW6. Ten slotte is informatie over de overheidsfinanciën in relatie tot de steunpakketten
ook online beschikbaar7. De betrokken ministeries blijven het gebruik van de instrumenten monitoren zo lang
de instrumenten lopen. Hieruit voortvloeiende signalen hebben eerder ook tot aanpassingen
van instrumenten geleid.
3) Macro-economische effecten steunpakketten
Aangezien de steunpakketten met name tot doel hebben om (1) werkgelegenheid te behouden
en (2) ondernemers en zelfstandigen in getroffen sectoren te ondersteunen, ligt het
voor de hand om ook inzicht te krijgen in de doelmatigheid en doeltreffendheid van
het totaalpakket aan maatregelen. Daarvoor heb ik het CPB verzocht om in 2021 een
eerste macro-economische analyse te maken, met als doel inzicht te krijgen in hoeverre
de steunpakketten de economische schade van de coronamaatregelen hebben beperkt. Aangezien
we ons nog in de crisis bevinden en relevante data pas na verloop van tijd beschikbaar
komen, geldt hier dat het onderzoek ook dient als eerste bouwsteen voor de verdere
evaluatieagenda. Daarom gaan we gelijktijdig met dit onderzoek ook in gesprek met
het CPB en andere evaluatie-experts.
Tot slot
We leven in tijden van grote onzekerheid. De economische en maatschappelijke uitdagingen
waarmee we kampen zijn uniek. Juist daarom is het belangrijk dat we tijdig lessen
op doen en voortschrijdend inzicht optimaal benutten. Tegelijkertijd moeten we niet
vergeten dat het tijd kost om evaluatieonderzoek te doen en dat we nog middenin de
crisis zitten. Ons streven is om met de beschreven aanpak hierin een juiste balans
te vinden. De komende maanden werk ik samen met EZK en SZW de evaluatieagenda verder
uit. Het gaat dan onder meer om de inhoud en reikwijdte van evaluaties en het afstemmen
van de evaluatieplanning op de bredere ontwikkeling van de coronacrisis, de kennisbehoefte
en de verwachte momenten waarop relevante data beschikbaar komen.
Na het verschijnen van het CPB-onderzoek sturen wij uw Kamer een reactie op de uitkomsten
van dit onderzoek. Hierbij doen wij uw Kamer tevens een nadere uitwerking van de evaluatieagenda
toekomen.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees
Indieners
-
Indiener
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Medeindiener
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Medeindiener
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat