Brief regering : Stand van zaken met betrekking tot de vogelgriepsituatie
28 807 Vogelpest (Aviaire influenza)
Nr. 230 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2020
In deze brief informeer ik uw Kamer over de stand van zaken met betrekking tot de
vogelgriepsituatie. Ik zal ingaan op de besmette bedrijven, de stand van zaken in
Europa en de export. De laatste brief die ik uw Kamer stuurde aangaande dit onderwerp
dateert van 20 november 2020 (Kamerstuk 29 683, nr. 255).
Besmette commerciële bedrijven
Inmiddels zijn er bedrijven met hoog pathogene vogelgriep besmet geweest in Altforst,
Puiflijk, Lutjegast, Terwolde, Witmarsum, Hekendorp, Maasland, St. Annaparochie en
Buitenpost. Al het pluimvee op deze bedrijven is geruimd en rond al deze bedrijven
is conform Richtlijn 2005/94 een beschermings- en toezichtsgebied (BT-gebied) ingesteld.
Het beschermingsgebied blijft tenminste 21 dagen, en het toezichtsgebied tenminste
30 dagen in stand.
Daarnaast is er een bedrijf besmet geraakt met laagpathogene vogelgriep (LPAI). Ook
die kippen zijn geruimd en er is een beperkingsgebied van 1 km ingesteld rond het
besmette bedrijf met onder meer vervoersbeperkingen. Dit gebied blijft 21 dagen in
stand.
De beschermings- en toezichtsgebieden (BT-gebied) Altforst, Puiflijk, Lutjegast en
Terwolde zijn inmiddels weer ingetrokken. Van Witmarsum en Hekendorp is het beschermingsgebied
ingetrokken. Totdat ook het toezichtsgebied wordt ingetrokken, blijven de maatregelen
die gelden voor het toezichtsgebied, ook gelden in het voormalige beschermingsgebied.
De landelijke maatregelen blijven onverminderd van kracht.
Hobbymatig gehouden vogels
Er zijn tot nu toe 9 locaties besmet waar op kleinere schaal vogels of pluimvee worden
gehouden. Soms betreft dit het hobbymatig houden van vogels, in andere gevallen zijn
er ook commerciële activiteiten (verkoop van vogels of eieren). Rond 1 locatie werd
ook een BT-gebied ingesteld omdat er een relatief groot aantal vogels aanwezig was
(meer dan 250 dieren).
In de andere gevallen zijn de dieren wel geruimd maar werd geen BT-gebied ingesteld
omdat een beperkt aantal vogels aanwezig was.
Ook in andere landen worden besmettingen bij hobbymatig gehouden vogels gemeld. Hobbymatig
gehouden vogels spelen een zeer kleine rol bij de verspreiding van vogelgriep. Om
te voorkomen dat verspreiding tussen hobbymatig gehouden vogels plaats kan vinden,
worden ook op hobbymatig gehouden besmette vogels geruimd. Er geldt een afschermplicht
in heel Nederland voor risicovogels die niet commercieel gehouden worden.
Meldcriteria
Op 20 november informeerde ik uw Kamer al over de aangescherpte meldgrenzen voor eendenbedrijven
(Kamerstuk 29 683, nr. 255). Op 4 december zijn ook de meldgrenzen voor leghennen, vleeskuikens en vermeerderingsdieren
aangescherpt. Vanaf 10 dagen leeftijd moet verhoogde sterfte gemeld worden als die
óf twee dagen achtereen 0,5% of meer is, óf twee dagen achtereen tenminste verdrievoudigd
is ten opzichte van de gemiddelde sterfte in de week voorafgaand aan de sterfte. De
afgelopen tijd werden verdenkingen vroegtijdig gemeld, maar soms wordt bij milde verschijnselen
niet direct aan vogelgriep gedacht. Het is belangrijk dan toch direct een officiële
melding te doen omdat het vogelgriep zou kunnen zijn. Het is belangrijk om een besmetting
met vogelgriep zo snel mogelijk te ontdekken.
Wilde vogels
Er worden nog steeds veel zieke en dode vogels gevonden, met name in Friesland. Het
is mooi om te zien dat verschillende lokale partijen zich samen inzetten om dit in
hun provincie of gemeente in goede banen te leiden. Dode wilde vogels worden op veel
plaatsen actief opgeruimd met speciale aandacht voor de omgeving rondom pluimveebedrijven.
Stichting Dierenlot, Erasmus Medisch Centrum, stichting Vogelklas Karel Schot en Platform
voor opvangcentra hebben een handreiking gemaakt voor dierenambulances en opvangcentra
die met zieke en dode vogels in aanraking komen. Ook is er een online platform voor
opvangcentra om ervaringen uit te wisselen.1 Mijn ministerie spant zich in om samen met deze partijen knelpunten te signaleren
en op te lossen.
Het blijft belangrijk om dode en zieke vogels niet aan te raken of te verplaatsen.
Daarbij roep ik een ieder op om wilde watervogels zo min mogelijk te verstoren.
Buitenland
Naast Nederland zijn er besmettingen met HPAI bij commerciële bedrijven in onder andere
Duitsland, Frankrijk, België, Verenigd Konikrijk, Denemarken, Zweden, Polen, Kroatie
en Oekraïne.
Export naar landen buiten de Europese Unie (derde landen)
De verschillende HPAI-uitbraken in Nederland hebben grote gevolgen voor de export
van pluimvee en pluimveeproducten naar derde landen. Export naar derde landen, die
in het overeengekomen gezondheidscertificaat eisen dat Nederland vrij is HPAI, is
geheel stilgevallen. Sommige landen accepteren de Nederlandse regionalisatie (het
instellen van de BT-gebieden zodat de rest van Nederland vrij blijft van vogelgriep)
en staan importen van één of meerdere producten vanuit de vrije gebieden in Nederland
toe. Ook voor deze landen worden de exportmogelijkheden verder beperkt omdat steeds
meer gebieden worden geblokkeerd.
Mijn ministerie spant zich in om afspraken te maken met een aantal landen, waarmee
Nederland geen bilaterale afspraak heeft, om ze te informeren over onze vogelgriepaanpak
en te vragen om onze regionalisering te accepteren met als doel om de export doorgang
te laten vinden. Deze communicatie zal in eerste instantie via de landbouwraden en/of
ambassades in de betreffende landen plaatsvinden.
Zoals ik in mijn eerdere brief aan uw Kamer stelde zijn de gevolgen voor de export
ingrijpend en het zal enige tijd duren voordat de exportmarkten weer open zijn. Mijn
ministerie zet zich in om de exportbelemmeringen zo minimaal mogelijk te houden, en
om deze belemmeringen weer op te lossen. Dit doen we in nauwe samenwerking met de
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en de sector.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit