Brief regering : Versterking samenwerking praktijkonderwijs en mbo
31 289 Voortgezet Onderwijs
31 524
Beroepsonderwijs en Volwassenen Educatie
Nr. 436
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VOOR BASIS- EN VOORTGEZET
ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2020
In de brief over Sterk beroepsonderwijs van 26 augustus 2019 is aangegeven dat in
de wet wordt opgenomen dat het praktijkonderwijs (pro) in samenwerking met het mbo
een entreeopleiding kan aanbieden.1 Hiermee wordt de reeds ontstane samenwerking geborgd én nieuwe samenwerking gestimuleerd.
Daarmee geeft het kabinet invulling aan het voornemen in het Regeerakkoord van Rutte
III «Vertrouwen in de toekomst» (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) om samenwerking tussen het pro en het mbo te stimuleren, zodat meer jongeren uit
het pro doorstromen naar het mbo en de arbeidsmarkt. Hiermee kunnen we voor iedere
jongere afkomstig uit het pro de best passende leerroute realiseren richting een entreediploma.
Hieronder nemen we u mee in de redenen voor wettelijke verankering, de hoofdlijnen
die we in het wetsvoorstel willen laten landen en de verdere stappen die daarvoor
zullen worden gezet. Hierover is de afgelopen periode overleg gevoerd met partners
in het veld: Sectorraad Praktijkonderwijs, VO-raad, MBO-raad en Nederlandse Raad voor
Training en Opleiding (NRTO).
In de praktijk zijn er meerdere routes van doorstroom van het pro naar het mbo ontstaan:
naast de route waarin de jongere na het pro naar het mbo gaat, ook de route waarin
de jongere de entreeopleiding volledig binnen het pro volgt of de jongere de entreeopleiding
gedeeltelijk binnen het pro volgt.2 In veel regio’s is er een goede samenwerking tussen bekostigde pro-scholen en bekostigde
mbo-scholen, waardoor het mogelijk is om – in het belang van de jongere en op basis
van maatwerk – meerdere van de genoemde routes aan te bieden. Uit gesprekken met de
bovengenoemde partners blijkt, dat niet in alle regio’s sprake is van een goede samenwerking
tussen bekostigde pro- en mbo-scholen. Daarom wordt in sommige gevallen ook samengewerkt
met niet-bekostigde mbo-scholen. Voor het aanbieden van een gehele of gedeeltelijke
entreeopleiding in het pro is echter geen wettelijke basis. Dit wordt momenteel gedoogd
en dat wil het kabinet blijven doen, in afwachting van de uitwerking van de wetgeving.
Formeel is het de opdracht van het pro om jongeren voor te bereiden op het uitoefenen
van functies op de arbeidsmarkt onder het niveau van de entreeopleiding. Het kabinet
vindt het belangrijk om naast de rechtstreekse stap van pro naar de entreeopleiding
op het mbo, voor jongeren die baat hebben bij de omgeving van én begeleiding door
het pro, ook een wettelijke toegang tot een gehele of gedeeltelijke entreeopleiding
in het pro te creëren. Daarom zal wettelijk worden geregeld dat praktijkscholen de
entreeopleiding, als dat in het belang is van de jongere, geheel of gedeeltelijk op
het pro kunnen aanbieden in samenwerking met het mbo.
De entreeopleiding is wettelijk onderdeel van het stelsel van middelbaar beroepsonderwijs3, waarvoor ook het wettelijk recht op (drempelloze) instroom bestaat4. Het kabinet heeft eerder aangegeven de drempelloze instroom niet te heroverwegen,
maar wel aan te moedigen dat partners in de regio investeren in maatwerk aan de vóórkant,
via gemeenschappelijke intakes en een warme overdracht.5 Daarom willen we dat pro- en mbo-scholen er samen voor zorgen dat de betreffende
jongeren een gezamenlijk instroomadvies krijgen over de meest passende route, op een
manier die werkbaar is in de uitvoering. Ook willen we dat de jongeren verzekerd zijn
van goed onderwijs en dat daarop beter toezicht mogelijk is door de Inspectie van
het Onderwijs. Iets wat nu niet goed mogelijk is binnen deze gedoogsituatie zonder
wettelijk kader. Met de wettelijke verankering wordt de toegang tot de entreeopleiding
in het pro gelegaliseerd en kan een goed advies over de instroom, de onderwijskwaliteit
én het toezicht daarop beter worden geborgd.
In de genoemde brief over Sterk beroepsonderwijs is aangegeven dat de samenwerking
zal worden ingericht langs de volgende basisprincipes:
1. Het aanbieden van de entree-opleiding gebeurt altijd in samenwerking en onder verantwoordelijkheid
van het mbo; én
2. De samenwerking tussen bekostigde scholen en instellingen is de standaard.
Voor de mbo-sector is het belangrijk dat de verantwoordelijkheid van het mbo verder
gaat dan alleen de examinering en diplomering. De entreeopleiding is wettelijk namelijk
onderdeel van het stelsel van middelbaar beroepsonderwijs6 en daar hoort ook een bijpassende verantwoordelijkheid voor het onderwijs bij. Voor
het pro is het van belang dat het invloed heeft op de route van de jongere en de inhoud
van het onderwijs, binnen de kaders van de kwalificatie-eisen. Om de gezamenlijkheid
te benadrukken, wil het kabinet dat het pro en het mbo voor het aanbieden van een
entreeopleiding binnen het pro een samenwerkingsovereenkomst opstellen. Hierbij worden
elementen benut van de wijze waarop samenwerking reeds is geregeld voor de entreeopleiding
in het vmbo.7 Het kabinet verkent gezamenlijk met eerder genoemde partners welke aspecten die gelden
voor de entreeopleiding in het vmbo, ook kunnen gelden voor de samenwerking tussen
het pro en het mbo.8 Daarbij wil het kabinet ook dat in de samenwerkingsovereenkomst afspraken worden
gemaakt over het hierboven genoemde gezamenlijke instroomadvies, de opzet van het
onderwijsprogramma, de onderwijskwaliteit(sborging) en de financiering.
Jongeren die geheel of gedeeltelijk een entreeopleiding volgen op het pro, blijven
als jongere ingeschreven bij de pro-school en worden voor de examinering en diplomering
ingeschreven als examendeelnemer bij de mbo-instelling. De pro-school is naar het
voorbeeld van de entreeopleiding in het vmbo dus primair verantwoordelijk voor de
jongere tijdens het onderwijs9 en de mbo-instelling primair voor de examinering en diplomering, maar op basis van
de hiervoor beschreven elementen van de samenwerkingsovereenkomst trekken de partijen
echter wel intensief samen op. Dat partijen intensief samen optrekken, is tevens in
overeenstemming met de gedachte achter Sterk beroepsonderwijs, dat doorlopende leerroutes
van vmbo naar mbo-2 en hoger regelt.
Bestuurlijk is afgesproken dat we ons gezamenlijk met de sectorraden van de bekostigde
scholen en instellingen zullen inspannen om een entreeopleiding in het pro mogelijk
te maken, als een pro school dat samen met een mbo school in het belang van de jongere
wenst aan te bieden. Wanneer de samenwerking tussen een bekostigde pro-school en een
bekostigde mbo-instelling in een regio niet tot stand komt, dan kan er gekeken worden
of samenwerking met een andere bekostigde mbo-instelling in de regio kan plaatsvinden.
Als dat evenmin lukt, dan wordt gekeken of het maken van afspraken met een bekostigde
mbo-instelling in een andere regio tot de mogelijkheden behoort. Partners spannen
zich bestuurlijk in voor het maken van goede afspraken hierover. Bij de inrichting
van het wetsvoorstel wordt goed uitgewerkt wat de precieze regels zijn voor het met
publiek geld financieren van inkoop bij private partijen10.
Het Rijk en eerder genoemde partners trekken zowel bij het maken van het wetsvoorstel
als het versterken van de (bestuurlijke) samenwerking de komende periode gezamenlijk
op, zodat we vanuit de huidige gedoogsituatie stap voor stap zullen toewerken naar
de nieuwe situatie met een duidelijk wettelijk kader, waarin de jongeren het aanbod
krijgen dat ze verdienen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media