Brief regering : De Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten
35 370 Zorg en dwang
Nr. 5
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2020
De Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd),
die sinds 1 januari 2020 geldt, heeft als uitgangspunt de bescherming van de rechtspositie
van de cliënt. Het jaar 2020 was voor de Wzd een overgangsjaar waarin leren en ontwikkelen
door zorgaanbieders, professionals en cliënten centraal staan. De ruimte voor implementatie
die het overgangsjaar zou bieden werd al snel overschaduwd door COVID-19.
Het overgangsjaar nadert zijn einde, maar de implementatie gaat verder. Met deze brief
breng ik uw Kamer graag op de hoogte van het beoogde vervolg.
Daarnaast zal ik met deze brief invulling geven aan drie toezeggingen1
,
2
,
3 over resp. vraagstukken waar zorgaanbieders mee te maken hebben, crisiszorg en de
wetsevaluatie. Tot slot informeer ik uw Kamer over de werkwijze van het CIZ ten aanzien
van het gebruik van gegevens van de Wet langdurige zorg (Wlz) ten behoeve van de Wzd.
De hoofdpunten van deze brief zijn:
• Hoewel het overgangsjaar bijna voorbij is, is er nog veel werk te verzetten. Ik ben
blij dat alle betrokken partijen hebben uitgesproken mee te willen werken aan de gezamenlijke
vervolg-implementatieagenda;
• De IGJ zal in 2021 signalerend, stimulerend en agenderend toezicht blijven houden
en handhavend optreden indien de kwaliteit en veiligheid in het geding zijn. De IGJ
focust in haar toezicht in 2021 op de rechtspositie van de cliënt;
• Crisiszorg voor mensen met een verstandelijke beperking, psychogeriatrische aandoening
of gelijkgestelde aandoening is ook vanaf 2021 geborgd. Op 11 december jl. zijn bestuurlijke
afspraken gemaakt over samenwerking tussen sectoren en de inkoop en vindbaarheid van
crisisplekken.
Overgangsjaar 2020
Het jaar 2020 was een overgangsjaar voor de Wzd. Belangrijke vraagstukken waar zorgaanbieders
bij de implementatie van de Wzd tegenaan lopen zijn onder andere de ambulante toepassing
en de samenloop tussen Wzd en Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz).
Ook heeft COVID-19 flink druk gezet op de beschikbare tijd in dit overgangsjaar. Deze en andere onderwerpen zijn opgenomen in de vervolg-implementatieagenda
zoals verderop in deze brief wordt toegelicht.
Na het eerste kwartaal van de uitvoering van de Wzd is een rapportage opgeleverd van
Significant Public met een eerste weergave van de stand van zaken rondom de regionale
infrastructuur en uitvoering van de Wzd. Daarnaast heeft DSP-groep begin 2020 een
Quick Scan opgeleverd over knelpunten in de beoordeling van de inbewaringstelling
(IBS)-cliënten en de crisiszorg. Ik verwijs u graag naar deze rapportages, die als
bijlagen bij deze brief zijn gevoegd (bijlage 1,2)4.
Daaruit voortvloeiend is er in juli 2020 een programma gestart rondom de aanpak van
regionale knelpunten in de uitvoering van de Wzd. Significant Public en DSP-groep
adresseren, in opdracht van VWS, deze knelpunten met behulp van experts op medisch,
juridisch en organisatorisch gebied. Daarnaast wordt er door KPMG momenteel onderzoek
uitgevoerd naar de opzet van een Wzd-monitor. Alle relevante partijen zijn betrokken
bij de opzet van dit onderzoek. De Wzd-monitor heeft als doel de vraagstukken rondom
de implementatie van de Wzd op een objectieve manier te meten. Eind 2020 wordt door
KPMG een nulmeting gedaan. Deze monitor zal in 2021 en 2022 worden uitgevoerd.
Na overleg met de cliëntenorganisaties, beroepsverenigingen, brancheverenigingen en
de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heb ik besloten het overgangsjaar niet
te verlengen. Een verlengde overgangsperiode brengt mogelijk onduidelijkheid over
de rechtspositie van de cliënt en voor het handelen van de professional. Tegelijkertijd
realiseren alle partijen zich dat de implementatie van deze wet een langer lopend
proces is waarbij leren en ontwikkelen ook na 2020 zal doorgaan. Met partijen is dan
ook afgesproken om voor 2021 en 2022 in gezamenlijkheid te werken aan de uitvoering
van een vervolg-implementatieagenda.
Vervolg-implementatieagenda
VWS en veldpartijen5 hebben de tweede helft van 2020 benut voor het opstellen van een vervolg-implementatieagenda.
Met de veldpartijen zijn vraagstukken geformuleerd voor de verdere implementatie en
de direct bij het vraagstuk betrokkenen zijn gevraagd een aanpak op te stellen. Partijen
werken, zo nodig domein-overstijgend, samen op verschillende onderdelen de vraagstukken
uit. Door als VWS samen met alle betrokkenen te werken aan deze agenda is een goed
beeld ontstaan over de thema’s waarbij in de implementatie opvolging noodzakelijk
is op landelijk niveau.
Belangrijke thema’s en stappen die terugkomen in deze implementatieagenda zijn de
toepassing van onvrijwillige zorg in de ambulante setting met behulp van regionale
praktijktuinen en het verankeren van de inspraak van de cliënt.
Daarnaast zal er aandacht zijn voor de samenloop tussen de Wzd en de Wvggz, de Wzd-infrastructuur
van kleinschalige zorgaanbieders en beleid rondom de procedures tot opname en verblijf.
Aandacht vraagt ook de toegang tot de cliëntenvertrouwenspersoon bij zorginstellingen
en de samenhang tussen diverse functies rondom klachtenbehandeling en cliëntenvertrouwenspersonen
vanuit verschillende wetten. Daarnaast zal er aandacht blijven voor crisiszorg voor
de Wzd-doelgroep, Wzd intramuraal, gegevensuitwisseling, prestatie- en tariefregulering
en het gebruiken van de wetsevaluatie om naar wet- en regelgeving te kijken.
Het is daarbij mijn rol ervoor te zorgen dat de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd
zodat partijen in het veld hun werk kunnen doen.
Toezicht
De IGJ heeft op 2 december 2020 een tweede rapportage over haar toezicht en bevindingen
omtrent de Wzd en Wvggz gepubliceerd. De algemene conclusie van de IGJ is dat COVID-19
een extra vertragende invloed heeft op de implementatie van de Wzd. Toch ziet de IGJ
ook dat de Wzd leidt tot meer bewustwording bij zorgverleners over onvrijwillige zorg.
Zorgverleners doen volgens de IGJ hun uiterste best om onvrijwillige zorg, ook in
tijden van COVID-19, terug te dringen.
De onderwerpen die de IGJ in haar rapportage aankaart zijn grotendeels terug te vinden
in de implementatieagenda.
De IGJ is van mening dat ook in 2021 ruimte moet worden geboden aan zorgaanbieders
bij de uitvoering van de Wzd. De IGJ zal in 2021 signalerend, stimulerend en agenderend
toezicht blijven houden en handhavend optreden indien de kwaliteit en veiligheid in
het geding zijn.
De IGJ focust haar toezicht in 2021 op de rechtspositie van de cliënt. De volgende
belangrijke waarborgen voor een goede rechtspositie van de cliënt moeten per 1 januari
2021 aantoonbaar zijn geregeld: het Wzd-zorgplan, het aanstellen van de vereiste Wzd-functionarissen,
het aansluiten bij een onafhankelijke klachtencommissie en de toegang tot een cliëntenvertrouwenspersoon.
Gegevensaanlevering
Zorgaanbieders die op grond van het geldende kwaliteitskader een kwaliteitsrapportage
moeten opstellen, leveren vóór 1 juli 2021 de analyse van het voorgaande jaar aan
als onderdeel van de kwaliteitsrapportage. Voor zorgaanbieders die geen kwaliteitsrapportage
hoeven op te stellen, geldt dat zij een analyse over het voorgaande jaar opstellen
conform de vereisten van de Regeling zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk
gehandicapte cliënten.
Ten aanzien van de gegevensaanlevering over 2021 geldt, dat zorgaanbieders de aanlevering
van de digitale overzichten (artikel 17 Wzd) over het eerste halfjaar van 2021 voor
half augustus 2021 bij de IGJ moeten aanleveren. Sinds de inwerkingtreding van het
eerste reparatiewetsvoorstel6, geldt dat zorgaanbieders – net als onder de Wvggz – de gegevens op individueel niveau
moeten registreren en voor de IGJ digitaal beschikbaar moeten hebben. In de gevallen
dat het technisch nog niet mogelijk is om alle gegevens aan te leveren, kan de zorgaanbieder
bij het overzicht van het eerste halfjaar van 2021 volstaan met het aanleveren van
de beschikbare, nog niet gestandaardiseerde gegevens. Bij de tweede halfjaarlijkse
rapportage over 2021 dient de totale gestandaardiseerde gegevensset over 2021 in orde
te zijn gemaakt. Om dit proces te ondersteunen wordt door middel van een pilot bezien
hoe zorgaanbieders zo efficiënt mogelijk de gestandaardiseerde gegevens bij IGJ kunnen
aanleveren.
Crisiszorg
De juiste zorg op de juiste plek is het uitgangspunt. Naar aanleiding van signalen
van partijen over uitvoeringsproblemen rond crisiszorg voor de Wzd-doelgroep zijn
onder regie van VWS in 2020 bestuurlijke gesprekken gevoerd. De signalen betreffen
de beperkte beschikbaarheid van artsen, een mogelijk tekort aan geschikte crisis-
en vervolgbedden voor VG- en PG-cliënten en vragen rond bekostiging. Op 11 december
jl. zijn bestuurlijke afspraken gemaakt om de zorg voor deze kwetsbare cliëntengroep
ook na 2020 te borgen. Deze afspraken zijn gemaakt met ActiZ, VGN, Verenso, NVAVG,
de Nederlandse ggz, NVvP, Zorgverzekeraars Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa). De landelijke beroepsverenigingen van psychiaters, specialisten ouderengeneeskunde
en artsen verstandelijk gehandicapten zijn tot een model samenwerking in crisisdiensten
GGZ, PG en VG gekomen als leidraad voor de samenwerking in de regio vanaf 2021. In
dit model is opgenomen dat de artsen gezamenlijk de verantwoordelijkheid voelen om
passende zorg te verlenen en dat de ggz primair aan zet is voor de uitvoering van
de Wvggz en dat de ouderen- en gehandicaptensector primair verantwoordelijk is voor
de uitvoering van de Wzd.
Het doel is dat men gebruik maakt van elkaars expertise en organisatiestructuur voor
het borgen van de opvang, juiste plaatsing, behandeling en verzorging van cliënten
in crisis. Het model geeft ruimte om regionale samenwerkingsafspraken te maken, passend
bij de specifieke situaties in de regio. De afsprakenset en het model zijn als bijlage
bij de brief gevoegd (bijlage 3,4)7.
Wat betreft genoemde uitvoeringsproblemen geldt het volgende. VWS zet zich in om meer
artsen in opleiding te krijgen voor de ouderenzorg en de sector verstandelijk gehandicapten
door de volledige financiering van opleidingsplaatsen beschikbaar te stellen. VWS
ondersteunt daarnaast trajecten waarbij specialisten ouderengeneeskunde en artsen
verstandelijk gehandicapten doelmatig ingezet worden, bijvoorbeeld met behulp van
taakherschikking. De zorgkantoren zijn in gesprek met de ouderenzorg en gehandicapteninstellingen
in de regio om voldoende bedden te realiseren en deze inzichtelijk en gemakkelijk
vindbaar te maken. De NZa werkt, met enige vertraging als gevolg van corona, gelijktijdig
samen met partijen aan de bekostiging van zorg onder de Wzd.
In alle regio’s monitoren de zorgkantoren ondertussen de totstandkoming van samenwerkingsafspraken.
Zo nodig nemen zij de regie en maken (aanvullende) inkoopafspraken. Op deze manier
is de crisiszorg voor deze kwetsbare groep mensen ook na 2020 geborgd.
Wetsevaluatie Wvggz en Wzd
Het kabinet heeft ZonMw de opdracht gegeven om zorg te dragen voor de uitvoering van
de evaluatie van de Wvggz en Wzd. Aan uw Kamer is toegezegd om de opzet van de wetsevaluatie
te delen. De volledige opzet leest u in de subsidieoproep, die als bijlage aan de
brief is gevoegd8. De onderzoekers zijn intussen gestart en op 30 oktober heeft een expertmeeting plaatsgevonden
met betrokkenen uit het Wvggz, Wzd en Wet forensische zorg (Wfz) veld.
In de wetsevaluatie van de Wvggz en Wzd staat de vraag centraal in hoeverre de wetsdoelen
worden gerealiseerd of realiseerbaar zijn. Gezien het feit dat deze eerste wetsevaluatie
reeds binnen twee jaar na de inwerkingtreding plaatsvindt, kan onderscheid worden
gemaakt in de doelen die al gerealiseerd worden en de doelen die naar verwachting
gerealiseerd kunnen worden. In de subsidieoproep staan per wet de wetsdoelen nader
uitgewerkt met daarbij meer specifieke informatiebehoefte voortkomend uit toezeggingen
aan de Eerste en Tweede Kamer bij de behandeling van de beide wetten. Deze worden
integraal meegenomen in het onderzoek. Verdere aandachtspunten zijn samenhang tussen
de verschillende wetten, de implementatie en uitvoerbaarheid en de financiële gevolgen
van de invoering van de Wvggz. Voor de Wzd voert de NZa apart kostenonderzoek uit.
Daarnaast zal deze wetsevaluatie dienen als ijkpunt waaraan de realisatie van de wetsdoelen
bij volgende evaluaties verder kan worden getoetst. Tenslotte zullen de onderzoekers
aanbevelingen doen hoe de wetsdoelen zo goed mogelijk te realiseren.
Planning evaluatie
Met het oog op de samenhang van de evaluatie van de Wvggz en de Wzd en de evaluatie
van de Wfz is er aandacht voor onderlinge afstemming op inhoud en proces. Zowel de
wetsevaluatie van de Wfz als de evaluatie van de Wvggz en Wzd zal gefaseerd worden
opgeleverd. Eind 2021 zal de eerste fase van de evaluatie Wvggz en Wzd worden afgerond.
Dit omvat ook op onderdelen het schakelartikel 2.3 van de Wfz. Op grond van kwalitatieve
en de dan beschikbare kwantitatieve gegevens zullen de onderzoekers hun bevindingen
aanbieden ten aanzien van de implementatie, uitvoerbaarheid van de verschillende wetten
en hun samenhang. Hierbij is de verwachting dat er voor de Wvggz eind 2021 meer data
beschikbaar zijn dan voor de Wzd. Dit vanwege de grote impact van COVID-19 op de ouderen-
en gehandicaptenzorg. De tweede fase van het ZonMw-traject wordt medio 2022 afgerond.
Dan zullen de resultaten een nadere verdieping krijgen, onder meer op grond van dan
beschikbare kwantitatieve gegevens. De onderzoekers geven aan dat deze gefaseerde
aanpak noodzakelijk is om tot een goed onderbouwde evaluatie te komen. Zoals reeds
is aangekondigd in de nota naar aanleiding van het verslag bij de Spoedreparatiewet
Wvggz en Wzd9 zijn en blijven de Staatssecretaris van VWS en ik in gesprek met betrokken partijen
over knelpunten die mogelijk een meeromvattende wijziging in de wetten vergen, met
als doel de uitvoerbaarheid van de wetten te verbeteren voor betrokkenen en (zorg)professionals.
Hergebruik Wlz-gegevens CIZ
Aan het CIZ is op grond van de Wzd een aantal taken toebedeeld, namelijk het indienen
van een verzoek bij de rechter tot het verlenen van een rechterlijke machtiging en
het nemen van een besluit tot opname en verblijf op grond van artikel 21 van de Wzd.
Het CIZ heeft verzocht om bij het uitoefenen van deze taken gebruik te kunnen maken
van (persoons)gegevens die zij eerder heeft ontvangen vanuit haar taakuitoefening
van de Wet langdurige zorg (Wlz). Dit om te voorkomen dat cliënten en professionals
gedurende een voor hen al ingrijpende situatie extra belast worden met dubbele uitvragen
naar gegevens.
De expliciete wettelijke grondslag om dit mogelijk te maken is opgenomen in het tweede
reparatiewetsvoorstel voor de Wzd, dat inmiddels is ingediend bij de Tweede Kamer.
Tot de opname van een wettelijke grondslag in de Wzd voor het hergebruiken van Wlz-gegevens
heb ik met het CIZ een werkwijze afgesproken die inhoudt dat het CIZ Wlz-gegevens
kan hergebruiken voor de Wzd, als daarvoor toestemming is ontvangen van de (wettelijk)
vertegenwoordiger. Als er geen vertegenwoordiger is of de (wettelijk) vertegenwoordiger
geen toestemming geeft, dient het CIZ de aanvraag te behandelen zonder gebruik te
maken van de Wlz-gegevens.
Tot slot
Na een lange aanloop werd begin dit jaar de Wzd van kracht. Gedurende het afgelopen
jaar is gebleken dat er nog werk aan de winkel is om de wet goed te laten functioneren.
Het overgangsjaar loopt binnenkort ten einde, maar de implementatie van de Wzd zal
verder vervolgd worden. Ik constateer met genoegen dat de vervolg-implementatieagenda
in gezamenlijkheid met alle veldpartijen wordt opgepakt. Met elkaar kunnen we ervoor
zorgen dat het uiteindelijk doel van de wet – het tegengaan van onvrijwillige zorg
bij cliënten met een psychogeriatrische aandoening, verstandelijke beperking of gelijkgestelde
aandoening – dichterbij komt.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg