Brief regering : Oordeel over de motie van de leden Van den Hul en Van den Nieuwenhuijzen over een actieplan voor maatschappelijk verantwoord inkopen voor alle onderdelen van de centrale overheid (Kamerstuk 26485-342)

Nr. 359 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2020

Tijdens het notaoverleg Internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO)
op 8 december jl. heeft uw Kamer op mijn verzoek de motie van de leden Van den Hul
en van den Nieuwenhuijzen (Kamerstuk 26 485, nr. 342) aangehouden. De motie verzoekt alle onderdelen van de centrale overheid te verplichten
om een actieplan voor maatschappelijk verantwoord inkopen te ontwikkelen en te publiceren,
met daarbij aandacht voor de toepassing van internationale sociale voorwaarden, en
de Kamer hierover jaarlijks te informeren.

Het kabinet ondersteunt de strekking van de motie. De ministeries hebben via het klimaatakkoord
en in de inkoopstrategie van de rijksoverheid («Inkopen met Impact») afgesproken dat
elk ministerie de Rijksbrede duurzaamheidsdoelen, waaronder de internationale sociale
voorwaarden (ISV), vaststelt op bestuursraadniveau. Tevens worden bijbehorende concrete
acties vervolgens uitgewerkt in een actueel MVI-actieplan of breed duurzaamheidsplan.
De doelen maken onderdeel uit van de interne opdrachten aan afdelingen en uitvoeringsorganisaties.
Het kabinet kan uw Kamer hierover in reguliere rapportages informeren.

In het licht van bovenstaand beleid laat het kabinet het oordeel over deze motie aan
de Kamer.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag