Brief regering : Vertraging van publicatie van de Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden
25 883 Arbeidsomstandigheden
               32 043 Toekomst pensioenstelsel
         
Nr. 403 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2020
Met deze brief wil ik u op de hoogte brengen dat de publicatie van de Maatwerkregeling
                  Duurzame Inzetbaarheid en Eerder Uittreden (MDIEU) vertraging oploopt. Eerder had
                  ik u toegezegd deze subsidieregeling vóór 1 januari 2021 te zullen publiceren. Dat
                  is niet mogelijk gebleken doordat de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel
                  Bedrag ineens, RVU en verlofsparen (Kamerstuk 35 555), waarnaar enkele artikelen in de MDIEU verwijzen, nog niet is afgerond. De MDIEU
                  staat gereed en zal, indien ook de Eerste Kamer begin januari 2021 met genoemd wetsvoorstel instemt, zo spoedig mogelijk daarna worden gepubliceerd
               
Ik realiseer mij dat dit uitstel onduidelijkheid met zich mee kan brengen voor werkgevers
                  en werknemers die regelingen voor vervroegd uittreden (RVU’s) willen afspreken, of
                  zelfs al hebben afgesproken per 1 januari 2021. Ik hoop dat de onduidelijkheid van
                  korte duur zal zijn. De wetsbehandeling in de Eerste Kamer staat nu voorlopig gepland
                  voor 12 januari 2021 en ik zie die met vertrouwen tegemoet. In de Eerste Kamer is
                  breed draagvlak voor dit onderdeel van het wetsvoorstel, zoals ik heb gemerkt tijdens
                  de begrotingsbehandeling in de Eerste Kamer op 14 december jl. (Handelingen II 2020/21,
                  nr. 15, item 3).
               
Het doorschuiven van de behandeling van het wetsvoorstel hoeft voor de werking van
                  de MDIEU geen grote gevolgen te hebben. De MDIEU bevat namelijk de mogelijkheid om,
                  bij de opening van het grote tijdvak voor activiteitenplannen per 1 juni 2021, subsidie
                  aan te vragen voor RVU’s die vanaf 1 januari aanstaande ingaan. RVU’s die in januari
                  2021 ingaan kunnen dus na aanvaarding van genoemd wetsvoorstel subsidiabel zijn, ook
                  als op die datum de subsidieregeling nog niet in werking is getreden. Wel is het belangrijk
                  dat aanvragers zich realiseren dat er pas een aanspraak op subsidie ontstaat op het
                  moment van subsidieverlening.
               
De MDIEU zou medio januari 2021 al starten met het openstellen van een tijdvak waarin
                  sociale partners subsidie kunnen aanvragen voor het maken van sectoranalyses ten behoeve
                  van activiteitenplannen, ter voorbereiding op de opening van het grote subsidietijdvak
                  in juni 2021. De opening van dit aanvraagtijdvak voor sectoranalyses zal naar februari
                  2021 worden geschoven.
               
Van belang is dat het genoemde wetsvoorstel Bedrag ineens, RVU en verlofsparen eveneens
                  voorziet in terugwerkende kracht ten aanzien van de versoepeling van de RVU-heffing
                  tot 1 januari 2021. Dit houdt in dat wanneer een werkgever vooruitlopend op de regelgeving
                  een RVU-uitkering in januari verstrekt, de drempelvrijstelling met terugwerkende kracht zal
                  gelden voor die RVU-uitkering. Gaat de RVU-uitkering later in, dan geldt de drempelvrijstelling
                  vanaf het moment dat die eerste uitkering is gedaan. Op de website van de Belastingdienst
                  zullen werkgevers hierover geïnformeerd worden.
               
Ik hoop dat ik met deze brief duidelijkheid heb gegeven ten aanzien van het wetsvoorstel
                  en de MDIEU.
               
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
                  W. Koolmees
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid