Brief regering : Onderzoeken wettelijk minimum(jeugd)loon
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 1036 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 december 2020
Hierbij bieden wij u twee onderzoeken aan over het wettelijk minimum(jeugd)loon. Deze
onderzoeken dragen eraan bij dat tijdens de komende formatie geïnformeerde en integrale
besluitvorming mogelijk is over het stelsel van minimumloon en inkomensondersteuning.
Het eerste onderzoek is een onderzoek van het Centraal Planbureau, waarin nader wordt
ingegaan op de werkgelegenheidseffecten en de bredere economische effecten van een
verhoging van het wettelijk minimumloon. Hiermee is voldaan aan de toezegging aan
de Kamer om het CPB te vragen een verhoging van het wettelijk minimumloon te onderzoeken,
zoals toegezegd tijdens het Notaoverleg inzake het Initiatiefwetsvoorstel Eerlijker
loon van de heer Jasper van Dijk d.d. 1 juli 2019 (Kamerstuk 35 142, nr. 13). Hierbij wordt ook ingegaan op hetgeen is gevraagd in de motie van het lid Smeulders.1
Het tweede onderzoek is een onderzoek van SEO Economisch Onderzoek naar de effecten
van de tweede verhoging van het wettelijk minimum(jeugd)loon voor 18 – 21 jarigen
op de werkgelegenheid en de instroom in de Beroeps Begeleidende Leerweg. Dit laatste
onderzoek komt tegemoet aan de motie van het lid Gijs van Dijk c.s.2
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, B. van ‘t Wout
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid