Brief regering : Voortgang Programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 824
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2020
Op 18 december 2019 heb ik u het rapport van de verkenningsfase van de programmatische
aanpak meten vliegtuiggeluid aangeboden1. Dit rapport is opgesteld door het consortium van RIVM, NLR en KNMI. Het rapport
gaf aanbevelingen voor zeven onderwerpen:
1. Meetstrategie
2. Signaalfunctie
3. Modelontwikkeling
4. Publiekscommunicatie
5. Hinder en gezondheid
6. Citizen Science
7. Wetenschappelijke aansturing
In mijn voortgangsbrief over het programma van afgelopen zomer heb ik u geïnformeerd
over de start van de uitwerking van de aanpak hiervoor en u toegezegd om u voor het
einde van 2020 te informeren over de (vervolg-)stappen die sindsdien zijn gezet en
die ik nog zal zetten ter uitvoering van de programmatische aanpak gericht op meten,
berekenen en beleven van vliegtuiggeluid2. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.
Een beperkende factor door COVID-19 was de mogelijkheid om over de volle breedte met
regiopartijen in gesprek te treden over het programma. Hierdoor moeten bijvoorbeeld
gesprekken met de omgeving over de vormgeving van de expertgroep in het kader van
de wetenschappelijke aansturing (aanbeveling 7) nog plaatsvinden. De voorbereiding
hiervoor is lopende en ik zet me ervoor in dat deze expertgroep voor het borgen en
toetsen van de voorgenomen activiteiten voor meten, berekenen en beleven in het voorjaar
van 2021 geïnstalleerd zal zijn.
Meetstrategie, signaalfunctie, modelontwikkeling (1 t/m 3)
Ik heb in voornoemde voortgangsbrief aangegeven dat ik opdrachten heb verstrekt aan
RIVM, KNMI en NLR om de uitwerkingsfase van de programmatische aanpak te starten.
Een belangrijke eerste stap hierbij, waar door deze partijen dit jaar aan is gewerkt,
is de ontwikkeling van een nationale meetstrategie voor vliegtuiggeluid. Deze strategie
omvat onder meer een kader met een geharmoniseerde set criteria voor de inrichting
van geluidmeetnetten rond luchthavens voor zowel metingen ten behoeve van regionale
informatievoorziening als voor metingen ten behoeve van de validatie van rekenmodellen.
De nationale meetstrategie wordt vastgelegd in een rapport dat komend voorjaar beschikbaar
komt.
Vervolgens kan worden aangevangen met de regionale uitwerking van de meetstrategie
voor een luchthaven. RIVM en NLR zijn inmiddels betrokken bij de plannen van de regio’s
voor (her)inrichting van de geluidmeetnetten voor de luchthavens Schiphol, Rotterdam
The Hague Airport, Lelystad Airport en Eindhoven Airport. Regionale partijen maken
onderling afspraken over metingen bedoeld voor regionale informatievoorziening. Het
Rijk heeft hierin een ondersteunende rol (landelijke informatievoorziening, nationale
meetstrategie, nationale meetdatabase), maar bekostigt deze metingen niet. Het Rijk
is verantwoordelijk voor modelvalidatie en validatie van invoergegevens. De metingen
hiervoor moeten worden uitgevoerd en bekostigd door de luchthavens.
Tegelijk met de ontwikkeling van de nationale meetstrategie is in overleg met de luchthavens
van nationale betekenis een ontwerp opgesteld voor de inrichting van een nationale
database, waarin onder meer gegevens van de geluidmeetnetten zullen worden verzameld
zodat deze openbaar beschikbaar komen voor informatievoorziening over vliegtuiggeluid.
Tevens is voorzien dat de database in de toekomst gebruikt kan worden voor informatievoorziening,
modelvalidatie, validatie van invoergegevens en resultaten van burgermetingen indien
deze aan zekere criteria voldoen.
Daarnaast wordt met betrokkenheid van technische universiteiten gewerkt aan de ontwikkeling
van een methode om de mate van overeenkomst tussen metingen en berekeningen van vliegtuiggeluid
te duiden. De verwachting is dat begin 2021 het principe van de beoogde methodiek
getest kan worden aan de hand van geselecteerde meet- en rekengegevens rondom Schiphol.
De methodiek zal onder meer worden gebruikt voor de signaalfunctie, model- en invoerverbetering
en voor nader onderzoek naar het toepassingsbereik van metingen en berekeningen.
Publiekscommunicatie, hinder en gezondheid (4 en 5)
Er is de afgelopen tijd gewerkt aan het opzetten van een landelijke website met algemene
informatie over vliegtuiggeluid. De verwachting is dat deze begin 2021 gelanceerd
kan worden. Gedurende het programma wordt deze website uitgebreid.
Ten behoeve van onderzoek naar hinder en slaapverstoring door vliegtuiggeluid zijn
aanbevelingen van het RIVM, NLR en KNMI verwerkt in de enquête ten behoeve van de
GGD Gezondheidsmonitor, die door de regionale GGD’s is afgenomen. Deze vierjaarlijkse
monitor is veel breder dan luchtvaart, waarbij gezondheid, leefstijl en sociale situatie
op lokaal, regionaal en landelijk niveau worden onderzocht. De resultaten van de GGD
Gezondheidsmonitor wordt in de tweede helft van 2021 gepubliceerd door de regionale
GGD’s, en dan wordt ook de enquêtedata door RIVM geanalyseerd ten behoeve van het
onderzoek naar hinderbeleving in het kader van de programmatische aanpak.
Citizen science en samenwerking met regionale (burger)meetinitiatieven (6 en 7)
Er lopen momenteel verschillende contacten op het gebied van metingen en kennisuitwisseling
gericht op het verbeteren van meetsystemen en meetprocedures. Deze contacten betreffen
zowel individuele burgers (Citizen Science) als regionale partijen. Twee voorbeelden
wil ik hierbij benoemen, zonder anderen te kort te willen doen.
De ORS heeft een plan uitgewerkt waarbij het bestaande NOMOS3 netwerk wordt uitgebreid met acht meetposten. De ORS heeft hiermee als voornaamste
doelstellingen om informatievoorziening over vlootontwikkeling en maximale geluidniveaus
te kunnen verstrekken aan de omgeving. De ORS heeft het consortium verzocht hun plan
te toetsen aan de nationale meetstrategie en de algemene doelstellingen van de programmatische
aanpak. Op deze manier wordt voorkomen dat regionaal ontwikkelingen plaatsvinden die
op een later moment niet in lijn blijken met de programmatische aanpak. Hiermee heeft
het consortium kunnen toetsen hoe de nationale meetstrategie uitwerkt in de praktijk.
Ik waardeer het zeer dat de betrokken partijen in gezamenlijkheid het initiatief met
elkaar afstemmen.
De provincie Zuid-Holland heeft recent ervaring opgedaan bij het betrekken van omwonenden
van Rotterdam The Hague Airport bij de vraagstelling waarom, waar en op welke wijze
vliegtuiggeluid zou moeten worden gemeten. De provincie heeft door middel van interviews
en bijeenkomsten met omwonenden opgehaald wat zij een goede meetstrategie zouden vinden.
Het begeleidende adviesbureau en de regionale milieudienst DCMR hebben dit vervolgens
uitgewerkt tot een aantal alternatieven, waar omwonenden zich over hebben uitgesproken.
Er worden mogelijkheden gezien voor de opzet van een burgermeetnet. De provincie en
het consortium hebben wederzijds contact onderhouden. De uitdaging is er om de wens
voor een regionaal netwerk van meetposten te laten passen in de opzet van de nationale
meetstrategie. Hierover vindt nog nader overleg plaats. Ook hier wil ik mijn waardering
uitspreken voor de afstemming die wordt gezocht. Begin 2021 nemen provinciale staten
een besluit of er een burgermeetnet komt.
Binnen de mogelijkheden die de COVID-19 kaders bieden zal er begin 2021 een bijeenkomst
met een grote groep stakeholders worden georganiseerd, waar de nationale meetstrategie
en voortgang van de programmatische aanpak zullen worden gepresenteerd en waar regionale
wensen gekoppeld worden aan de landelijke aanpak en de regionale uitwerking van meetnetten.
Vervolg
Met deze brief heb ik u geïnformeerd over de stappen die sinds de zomer van dit jaar
genomen zijn ten aanzien van de programmatische aanpak. Aan de uitwerking van elk
van de zeven aanbevelingen uit het adviesrapport van het consortium uit december 2019
is de afgelopen tijd gewerkt en zoals hierboven aangegeven zijn komend voorjaar naar
verwachting eerste resultaten beschikbaar. Medio 2021 stel ik u opnieuw op de hoogte
van de voortgang van de programmatische aanpak.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat