Brief regering : Politieke ambtsdragers met een beperking: hoe faciliteren we de toekomst?
24 170 Gehandicaptenbeleid
Nr. 240
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 december 2020
In een representatieve democratie moeten alle geledingen van de samenleving zich in
beginsel kunnen vertegenwoordigen. Deelname van minderheidsgroepen aan politiek en
bestuur is belangrijk. Voor mensen met een beperking is dit echter geen vanzelfsprekendheid.
Als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zet ik mij daarom samen
met anderen in op een meer divers en inclusief openbaar bestuur voor mensen met een
beperking, naast de andere initiatieven waarmee ik stimuleer dat minderheidsgroepen
politiek actief worden, zoals vrouwen, jongeren en mensen met een migratieachtergrond.
Politiek is immers van ons allemaal. Een diverse samenstelling vergroot de herkenbaarheid
en kwaliteit van het bestuur en versterkt onze democratie1.
Naar aanleiding van de door de Tweede Kamer breed aanvaarde motie van de leden Voortman
en Otwin Van Dijk2 over het wegnemen van belemmeringen voor mensen met een beperking voor actieve deelname
aan de democratie heb ik een onderzoek uitgevoerd. Deze motie werd aangenomen tijdens
de ratificatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
Met het onderzoek is gekeken in welke mate mensen met een beperking een vertegenwoordigende
of bestuurlijke functie hebben, wat de belemmeringen daarvoor zijn en welke maatregelen
genomen dienen te worden om belemmeringen voor actieve deelname aan de democratie
weg te nemen. Voor de resultaten van het onderzoek verwijs ik naar bijlage 13.
In deze brief presenteer ik de uitkomsten van dit onderzoek zoals gevraagd in de motie
van de leden Voortman en Otwin van Dijk en mijn plannen voor de toekomst in het Actieplan
politieke ambtsdragers met een beperking (bijlage 2)4. Ik kondig een aantal initiatieven aan in aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen
van 2022, met als doel dat meer mensen met een beperking actief worden en blijven
in de politiek en het bestuur.
Participatie van mensen met een beperking in de politiek blijft achter
In de ook door de Tweede Kamer onderschreven integrale visie op de rechtspositie van
politieke ambtsdragers «Bijzondere ambten, een toegesneden rechtspositie'5 is gesteld dat alle geledingen van de samenleving zich in beginsel moeten kunnen
representeren en de mogelijkheid moeten hebben zich (tijdelijk) beschikbaar te stellen
voor bestuurlijke functies. In het onderzoek naar aanleiding van de motie Voortman/Van
Dijk is geconstateerd dat er sprake is van een forse ondervertegenwoordiging van mensen
met een beperking in politiek en bestuur. Uitgaande van de gehanteerde definitie van
mensen met een structurele functionele beperking, valt 10 tot 15% van de Nederlandse
bevolking binnen deze groep. Van de circa 12.000 gekozen en benoemde politieke ambtsdragers
heeft echter nog geen 0,5% een dergelijke beperking6. Met het actieplan wil ik bereiken dat na de komende raadsverkiezingen in tenminste
een derde van de gemeenten, mensen met een structurele functionele beperking politiek
actief zijn. Mijn ambitie is dat het vanzelfsprekend wordt dat ook mensen met een
beperking deze functies bekleden. Daarvoor is het noodzakelijk dat er voorzieningen
beschikbaar worden gesteld om mensen met een beperking in dezelfde uitgangspositie
te brengen als mensen zonder beperking. Hierbij gaat het mij niet alleen om het aantal
mensen met een beperking dat volksvertegenwoordiger of bestuurder is, maar ook om
degenen die ondersteunende functies, zoals steunfractielid of penningmeester van een
regionale afdeling van een politieke partij bekleden.
Het loopbaanperspectief als referentiekader
Het onderzoek dat ik heb uitgevoerd, is opgebouwd aan de hand van het zogenaamde loopbaanperspectief.
Elke loopbaan van een politieke ambtsdrager bestaat uit de volgende vier stappen:
«willen», «mogen», «kunnen» en «gaan». «Willen» staat voor geïnteresseerd raken of
zijn in de politiek. «Mogen» betreft het in staat worden gesteld een politiek ambt
te aanvaarden omdat derden (partij, kiezers, overheid) iemand voordragen, kiezen of
benoemen. «Kunnen» behelst het adequaat ondersteund worden tijdens het politieke ambt
door middel van het creëren van passende omstandigheden en het beschikbaar stellen
van toereikende voorzieningen. De laatste stap van een politieke loopbaan heeft betrekking
op het doorstromen of uitstromen («gaan»). Politieke en bestuurlijke functies zijn
per definitie tijdelijke functies. Ambtsdragers stromen (voortijdig) uit, vervullen
een aantal ambtsperioden of stromen door naar een andere politieke functie.
Onderzoeksmethodiek
Het onderzoek is tot stand gekomen door circa 50 interviews met mensen met een structurele
functionele beperking die een politiek ambt ambiëren, maar ook degenen die hebben
afgezien van een politiek ambt, actief zijn als politieke ambtsdrager of dit al zijn
geweest. Daarnaast is met verschillende belangen-groepen gesproken en is er een internationale
vergelijking uitgevoerd om te bezien of de politieke en bestuurlijke deelname van
mensen met een beperking in andere landen verschilt van Nederland. Ook zijn de politieke
partijorganisaties benaderd omdat zij als «poortwachter» verantwoordelijkheid dragen
voor de toegang tot politieke functies. Het conceptonderzoek is op 4 juli 2019 besproken
met de doelgroep, belangenorganisaties en andere betrokkenen. Tijdens dit congres
werden de barrières en problemen (h)erkend en werden de uitkomsten en de voorgestelde
maatregelen uit het onderzoek onderschreven.
Actieplan politieke ambtsdragers met een beperking
Uit bijgevoegd Actieplan wil ik uw aandacht specifiek vestigen op een aantal initiatieven dat ik
op korte termijn in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 ga inzetten.
Een aantal van die initiatieven is inmiddels al in gang gezet. Na de raadsverkiezingen,
evalueer ik de initiatieven op effectiviteit en kom ik met maatregelen voor de langere
termijn. Hierbij hanteer ik de bovengenoemde vier stappen van het eerdergenoemde loopbaanperspectief.
Op basis daarvan kan met de betrokken partijen worden beoordeeld waaraan nog behoefte
bestaat om het doel, een representatieve vertegenwoordiging van mensen met een beperking
in politiek en bestuur, te bereiken; of in ieder geval dichter bij te brengen.
Het realiseren van deze plannen kan ik niet alleen. In het onderzoeksrapport is indicatief
aangegeven welke betrokken partij bij welk voornemen het eerst aan zet is. Zo is het
aan het Rijk om te bezien op welke wijze de informatievoorziening over regelgeving
op het gebied van de (inkomens)voorzieningen en de bestuurlijke ondersteuning kan
worden verbeterd. Zoals blijkt uit het rapport is dit inzicht een belangrijke voorwaarde
voor mensen met een beperking, die vaak afhankelijk zijn van dit soort uitkeringen
(bijvoorbeeld Wajong), voordat zij deelname aan de politiek overwegen.
Daarnaast is een van de beoogde initiatieven van het Rijk om te bezien of een individueel
raadslid met een beperking in dezelfde uitgangspositie kan worden gebracht door de
tijdelijke inhuur van een persoonlijke ondersteuner. Met behulp van die op (de beperking
van) het raadslid afgestemde ondersteuning door een persoonlijke ondersteuner kan
dat raadslid zich beter richten en concentreren op het vervullen van het ambt van
volksvertegenwoordiger als zodanig. Zo is er het voorbeeld van een raadslid met een
visuele beperking dat raadsstukken via een app uitluistert. Dat is erg tijdrovend.
Een persoonlijk ondersteuner kan dan assisteren bij het vinden van de relevante stukken
die betrekking hebben op de portefeuille van het raadslid en bij het gebruik van het
raadsinformatiesysteem. Dan hoeft het raadslid aanmerkelijk minder uit te luisteren
en kan het raadslid zich meer focussen op het inhoudelijke raadswerk. Ook bij reisbewegingen
van een raadslid met een visuele of motorische beperking kan een ondersteuner bijvoorbeeld
assisteren door zaken zo te regelen of voor te bereiden dat het raadslid alle energie
kan richten op de rol van volksvertegenwoordiger.
Maar ook van de doelgroep zelf mag actie worden verwacht. Zo kunnen ambtsdragers met
een beperking die het ambt al bekleden, via sociale media of via landelijke of regionale
netwerkbijeenkomsten ervaringen, tips en trucs delen. Zij kunnen zich ook inzetten
op andere mogelijkheden om het onderlinge contact te versterken tussen geïnteresseerden
of zich aanbieden als coach of als rolmodel. De positieve punten van het hebben van
ervaringsdeskundigheid als politicus met een beperking kan ook meer voor het voetlicht
worden gebracht. Ik wil ervoor zorgen dat de rolmodellen regelmatig bijeenkomen, en
op dit vlak worden gestimuleerd en gefaciliteerd. De doelgroep kan ook, meer dan nu
wordt gedaan, gebruik maken van de cursussen Politiek Actief om een beeld te krijgen
van wat het politieke ambt nu inhoudt. Deze cursussen zijn inmiddels op mijn verzoek
in samenwerking met ProDemos en met inbreng van Ieder(in) toegankelijker gemaakt voor
mensen met een beperking.
Politieke partijen zijn een belangrijke spil in het verder politiek activeren van
de doelgroep. Niet alleen omdat zij bepalen wie er op de kieslijst komen te staan,
maar ook omdat zij door hun partij-zijn mensen kunnen interesseren in de politiek.
Het verwelkomen van mensen met een beperking blijkt soms uit kleine dingen. Uit het
onderzoek komt bijvoorbeeld naar voren dat het zeer werd gewaardeerd als er bij aanmelding
als partijlid of op uitnodigingen voor partijbijeenkomsten, gevraagd werd of er rekening
moest worden gehouden met beperkingen.
Ook voor belangengroepen is een belangrijke rol weggelegd want zij kunnen bij uitstek
mensen met een beperking enthousiasmeren en zo hun achterban ondersteunen politiek
actief te worden. Zij kennen hun doelgroep goed en worden vaak al gebruikt als vraagbaak.
Samen op weg naar een inclusiever politiek en bestuur
Graag ga ik met de doelgroep, de belangengroepen en de politieke partijen in gesprek
om te bezien welke activiteiten ik kan ondersteunen om te komen tot een inclusiever
politiek en bestuur. Ik roep de doelgroep, de belangengroepen en de politieke partijen
op om het Actieplan politieke ambtsdragers met een beperking te gebruiken als inspiratiebron
voor door hun in te zetten acties.
Wanneer de juiste randvoorwaarden worden gecreëerd, kunnen mensen met een beperking
hun mogelijkheden en talenten benutten in politiek en bestuur. Het Actieplan helpt
om de juiste omstandigheden te creëren op basis van het uitgangspunt dat mensen met
een beperking in dezelfde uitgangspositie moeten worden gebracht als mensen zonder
beperking:
«Politiek en overheid moeten van iedereen zijn en er voor iedereen zijn.»7
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
Indieners
-
Indiener
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.