Brief regering : Rapport Raad voor de rechtshandhaving over Handhaving natuur- en milieuwetgeving in Caribisch Nederland
30 825 Ecologische hoofdstructuur
Nr. 220 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2020
Hierbij zend ik uw Kamer, in overeenstemming met artikel 30 van de Rijkswet Raad voor
de rechtshandhaving en mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
(LNV) en de staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties (BZK)
en Infrastructuur en Waterstaat (IenW), het rapport van de Raad voor de rechtshandhaving
(hierna: de Raad) over Handhaving natuur- en milieuwetgeving in Caribisch Nederland1. Hieronder ga ik nader in de op de aanbevelingen uit het rapport en zijn ook de recent
gemaakte afspraken met Caribisch Nederland op het gebied van prioritering en handhaving
opgenomen.
Hoofdlijnen van het rapport
De Raad heeft onderzoek gedaan naar de handhaving van natuur- en milieuwetgeving in
Caribisch Nederland. De conclusie van de Raad is dat er op deze terreinen nog weinig
aan rechtshandhaving wordt gedaan.
De wetgeving voor Caribisch Nederland gaat uit van vijfjarige beleidsplannen op Rijksniveau
op het terrein van natuur en milieu. Daarvoor zijn de Minister van Landbouw, Natuur
en Visserij (LNV) respectievelijk de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
verantwoordelijk. De openbare lichamen behoren met inachtneming van die beleidsplannen
periodiek eigen natuurplannen en milieuprogramma’s op te stellen. Voor Caribisch Nederland
heeft de Minister van LNV in 2013 het Natuurbeleidsplan Caribisch Nederland 2013–2017
vastgesteld«(Kamerstuk 30 825, nr. 191). De Raad constateert dat het Ministerie van IenW noch de openbare lichamen overeenkomstig
genoemde wetten plannen of programma’s hebben vastgesteld.
De Raad stelt vast dat voor Caribisch Nederland geen handhavingsbeleid met betrekking
tot natuur- en milieuwetgeving is vastgesteld. De Kustwacht patrouilleert stelselmatig
en treedt regelmatig handhavend op, maar voor het overige vindt handhaving voornamelijk
op ad-hoc-basis plaats. Voor het openbaar ministerie en voor de politie in Caribisch
Nederland (het OM BES en het KPCN) heeft de aanpak van natuur- en milieuovertredingen
geen prioriteit. De openbare lichamen beschikken in meer of mindere mate over buitengewone
agenten van politie. In de praktijk wordt van deze capaciteit weinig gebruik gemaakt.
In een aantal gesprekken dat de Raad voerde, werd erop gewezen dat onduidelijkheid
over de verdeling van verantwoordelijkheden een obstakel vormt bij de handhaving op
het terrein van natuur en milieu. Afhankelijk van wie men bevraagt, worden de politie,
de openbare lichamen of de natuurbeschermingsorganisaties genoemd als organisaties
die primair verantwoordelijk zouden zijn.
De Raad sluit af met de constatering dat waar het gaat om toezicht op en handhaving
van de bedoelde natuur- en milieuwetgeving nu in de eerste plaats de drie openbare
lichamen aan zet zijn. Volgens de Raad is het zaak dat zij in hun periodiek vast te
stellen natuurplan en milieuprogramma expliciet aandacht besteden aan toezicht en
handhaving en daarbij concrete doelstellingen formuleren. Die doelstellingen dienen
«smart» te zijn: specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden. Het
zou goed zijn als de openbare lichamen, in overleg met de natuurbeschermingsorganisaties,
in de plannen ook concreet de rol van die organisaties bij toezicht en handhaving
beschrijven. Het is vervolgens van belang dat consequent wordt bijgehouden of de doelstellingen
worden behaald en dat daar goed op wordt gestuurd. Volgens de Raad zijn dit noodzakelijke
stappen om toezicht en handhaving op het terrein van natuur- en milieuwetgeving op
peil te brengen.
Reactie en vervolg
Het rapport maakt duidelijk dat er veel werk verricht moet worden om de natuur-, en
milieuhandhaving op de BES op orde te krijgen. Beginnend bij het maken van regelgeving
tot het maken van afspraken met betrekking tot toezicht en handhaving. Pas dan kan
de problematiek rond vervuiling en loslopende geiten goed worden aangepakt en kunnen
bijzondere (zee)natuurgebieden worden beschermd. Naar aanleiding van het rapport van
de Raad heb ik navraag gedaan bij de ministeries LNV, IenW en BZK naar de stand van
zaken met betrekking tot de aanbevelingen die de Raad doet in het rapport. Ook heb
ik via de liaison van het Ministerie van JenV voor Caribisch Nederland navraag gedaan
bij het OM en de politie. Hieronder ga ik kort in op bovenstaande hoofdlijnen van
het rapport.
Beleidsplannen
Het door LNV opgestelde natuurbeleidsplan dat was opgesteld voor de periode 2013–2017
was nog vigerend in de periode 2018–2019 waarin het onderzoek is uitgevoerd. Door
het Ministerie van IenW was nog geen milieubeleidsplan opgesteld. De ministeries van
LNV en IenW waren ten tijde van het onderzoek een natuur- en milieubeleidsplan aan
het opstellen voor Caribisch Nederland voor de periode 2020–2030. Dit plan is op 24 april
jl. naar uw Kamer gestuurd (kst-33576-190). Dit plan heeft als uitgangspunt het behoud, herstel en duurzaam gebruik van de
ecosystemen in Caribisch Nederland. Onderdeel hiervan is (bestuurlijke) handhaving.
De concrete uitwerking van zowel wet- en regelgeving als handhaving vindt plaats in
de uitvoeringsagenda’s.
Lokale natuurplannen en milieuprogramma’s
Op dit moment werken de openbare lichamen van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, in
samenwerking met de ministeries van LNV en IenW, aan uitvoeringsagenda’s per eiland.
In deze uitvoeringsagenda’s worden ook de aanbevelingen van de Raad, aan zowel de
drie openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba gezamenlijk als afzonderlijk,
opgepakt. De verwachting is dat de agenda’s eind van het jaar gereed zijn. Handhaving
wordt door alle partijen als belangrijk thema onderschreven en wordt meegenomen in
de uitvoeringsagenda’s.
Handhaving
Zowel de hoofdofficier van Justitie BES als het Korps Politie Caribisch Nederland
geven aan dat lokale bestuurlijke regelgeving en bestuurlijk toezicht en handhaving
op orde moet zijn om strafrechtelijke handhaving het meest effectief te laten zijn.
IenW heeft in september 2020 nader overleg gevoerd met Caribisch Nederland en afspraken
gemaakt over aanvullende ondersteuning met betrekking tot bestuurlijk toezicht. Er
wordt prioriteit gegeven aan het moderniseren van milieuregels. IenW heeft de afgelopen
jaren met de eilanden samengewerkt aan de totstandkoming van een inrichtingen en activiteitenbesluit
voor bedrijven. Deze treedt in 2022 inwerking en de openbare lichamen worden ondersteund
bij de implementatie waarbij het name gaat om handhaving.
Ook bij het opstellen van lokale milieuprogramma’s zal prioriteit worden gegeven aan
handhaving. Er zal een informatiepunt milieu voor lokale bedrijven worden opgezet,
de lokale diensten worden ondersteund bij het verbeteren van benodigde interne processen
en de samenwerking met andere partners worden versterkt.
Om duidelijkheid te krijgen over taken en verantwoordelijkheden van de verschillende
ketenpartners op het punt van de handhaving van natuur- en milieuwetgeving zijn de
vertegenwoordigers van de openbare lichamen, het OM en de politie gestart met de afstemming
van hun inzet op het terrein van natuur- en milieuhandhaving. Nadat de openbare lichamen
overzichten hebben van de relevante regelgeving zullen de afspraken met betrekking
tot handhaving van die natuur- en milieuregelgeving worden opgenomen in de handhavingsarrangementen
Buitengewoon agent van politie. Deze handhavingsarrangementen behelzen de afspraken
over de inzet van de Buitengewoon agent van politie met betrekking tot bijvoorbeeld
prioritering van de thema’s, aantal controles en wie wanneer het initiatief neemt.
De handhavingsarrangementen worden gesloten tussen de ketenpartners (openbare lichamen,
OM, arbeidsinspectie, natuur organisaties, douane en KMar).
Het OM BES heeft afspraken gemaakt met de Kustwacht over de wijze van terugkoppeling
van individuele zaken. De processen-verbaal van Stinapa worden naar een vaste parketsecretaris
gestuurd, zodat er direct contact kan plaatsvinden over de zaak. Verder verzorgt het
OM BES binnenkort een workshop voor de Buitengewoon agenten van politie met als taakaccent
milieu over het maken van een milieuprocesverbaal. In de driehoek is milieuhandhaving
een regelmatig terugkerend onderwerp en in de stuurgroep Buitengewoon agent van politie,
welke een keer per kwartaal plaatsvindt, is milieu een van de thema’s.
Tussen de Hoofdofficier van Justitie van het OM BES en de directeur Toezicht en Handhaving
is een keer per kwartaal overleg over de samenwerking op verschillende thema’s. Hierin
wordt ook de handhaving op milieugebied meegenomen.
Tot slot
De conclusies en de aanbevelingen van de Raad worden herkend en onderschreven. Met
het opstellen van een natuur- en milieubeleidsplan door LNV en IenW, het uitwerken
hiervan in uitvoeringsplannen door de openbare lichamen, het opnemen van afspraken
met betrekking tot handhaving van natuur- en milieuregelgeving in de handhavingsarrangementen
Buitengewoon agent van politie wordt de basis gelegd voor toezicht en handhaving.
Naast beleidsmatige kant worden nu ook concrete casus besproken in de overleggen tussen
OM BES en kustwacht en OM BES en openbare lichamen. Dit zijn de eerste stappen vooruit.
Samen met de Minister van LNV en de staatssecretarissen van Binnenlandse Zaken en
koninkrijksrelaties (BZK) en Infrastructuur en Waterstaat (IenW) zal ik uw Kamer voor
het zomerreces in 2021 berichten over de voortgang van de uitvoering van de aanbevelingen.
De Raad zal over enkele jaren door middel van een reviewonderzoek nagaan in hoeverre
zijn aanbevelingen in dit rapport zijn opgevolgd en in hoeverre dat heeft geleid tot
een betere handhaving van natuur- en milieuwetgeving in Caribisch Nederland.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid