Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de stikstofberekeningen en de onderbouwing bij het Tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht
35 570 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Infrastructuurfonds voor het jaar 2021
Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 december 2020
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft mij met de brief van 18 november
verzocht om uiterlijk 1 december 2020 de onderliggende stikstofberekeningen en onderbouwing
bij het Tracébesluit A27/A12 Ring Utrecht aan de Kamer te doen toekomen. Deze onderbouwing
wordt geleverd in de Passende beoordeling en de onderliggende rapporten die ik hierbij
meestuur1. Deze stukken zijn, evenals andere stukken ter onderbouwing van het Tracébesluit,
vanaf 2 december openbaar en zullen ter inzage liggen. Op www.platformparticipatie.nl en https://a27a12ringutrecht.nl/home/default.aspx
kunt u het hele Tracébesluit en alle onderliggende stukken vinden. Deze werkwijze
is conform de afspraken met uw Kamer over het nemen van Tracébesluiten, die ik hieronder
toelicht.
Daarnaast treft u hierbij de antwoorden op de schriftelijke vragen van verschillende
fracties van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat over mijn brief
(Kamerstuk 35 570 A, nr. 6) inzake de uitvoering van de motie van het lid Van Aalst (Kamerstuk 35 300 A, nr. 92) (Handelingen II 2020/21, nrs. 25 en 26, debat over de infrastructuur en waterstaat
2021)
In de begrotingsbehandeling van Infrastructuur en Waterstaat op 18 en 19 november
(Kamerstuk 35 570 A, nr. 12) kwam de vaststelling van het Tracébesluit ter sprake. Daaruit bleek dat er enige
onduidelijkheid bestaat over de besluitvormingsprocedure voor Tracébesluiten. Daarom
hecht ik eraan om deze onduidelijkheid weg te nemen.
Allereerst wil ik benadrukken dat ik bij het vaststellen van dit Tracébesluit de reguliere
procedure volg. Tracébesluiten worden nooit separaat aan de Tweede Kamer gestuurd,
maar na vaststelling gepubliceerd met alle bijbehorende stukken. De Kamer wordt wel
geïnformeerd over de voortgang en eventuele wijzigingen gedurende de voorbereiding
van een Tracébesluit. Zie bijvoorbeeld de brief die ik op 7 oktober aan uw Kamer heb
gestuurd (Kamerstuk 35 570 A, nr. 6).
Anders ligt dit voor het voorkeursbesluit. Op advies van de Commissie Elverding is
de verkenningsfase ingevoerd in de Tracéwet, en deze wordt overgenomen in de Omgevingswet.
De verkenningsfase wordt afgesloten met een voorkeursbesluit. Dit voorkeursbesluit
wordt aan de Tweede Kamer gestuurd voor politieke behandeling. Het politiek gedragen
voorkeursbesluit moet vervolgens leiden tot een kortere planuitwerkingsfase, en een
snellere realisatie van het project.
Ook het voorkeursbesluit voor de A27/A12 Ring Utrecht is in 2014 uitvoerig met uw
Kamer besproken. Er is toen ook een aparte onafhankelijke commissie ingesteld die
geconcludeerd heeft dat een uitgebreid en zorgvuldig proces is doorlopen in aanloop
naar vaststellen van het voorkeursbesluit. Het voorkeursbesluit is daarna door de
Minister van Infrastructuur & Milieu vastgesteld met instemming van een meerderheid
van de Tweede Kamer.
Snelle realisatie is door de vernietiging van het Tracébesluit niet gelukt. De vernietiging
van het Tracébesluit was gebaseerd op het feit dat het Tracébesluit uitging van de
vlak daarvoor vernietigde PAS. De verschillende beroepen door de Raad van State, inclusief
stikstof, zijn verder niet inhoudelijk behandeld.
In de fase van de planuitwerking, het opstellen van een Tracébesluit, is het vragen
van een advies aan de Commissie m.e.r., op bepaalde uitzonderingen na, niet wettelijk
verplicht. Omdat ik waarde hecht aan een onafhankelijk advies vraag ik echter wel
om een advies van de Commissie m.e.r. wanneer daar aanleiding toe is. Zo is voor dit
project op diverse momenten, waaronder voor het MER/ontwerpTracébesluit (OTB) een
advies gevraagd aan de Commissie m.e.r. Na vaststellen van het Tracèbesluit (TB) in
2016 werd meer bekend over de beoogde uitvoeringsmetode in de verdiepte ligging op
de A27. Daarom is specifiek hierover bij de aanvulling op het MER vrijwillig een advies
aan de Commissie gevraagd. De Commissie heeft geen inhoudelijk oordeel gegeven op
de aanvulling voor stikstof, maar wel aangegeven dat een aanvulling op dit punt belangrijk
is. Over het advies van de Commissie heb ik uw Kamer na de door u hierover gestelde
vragen met mijn brief van 29 mei nader geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II 2019/20,
nr. 2946). Van de adviezen van de Commissie m.e.r. is gebruik gemaakt bij het opstellen van
het Tracébesluit. Specifiek op het gebied van stikstof heb ik daarnaast besloten om
gebruik te maken van de allernieuwste versie van AERIUS (die sinds 15 oktober 2020
beschikbaar is), zodat de meest recente cijfers worden gebruikt. Ook is de meest recente
versie van het jaarlijks aangepaste NRM gebruikt (NRM 2020), zodat ook de verkeersprognoses
up-to-date zijn, zowel voor het toekomstjaar 2030 als de periode daarna.
Het is mijn verantwoordelijkheid een besluit vast te stellen dat voldoende onderbouwd
is. Het Tracébesluit is gebaseerd op de meeste recente cijfers en modellen, waarbij
zorgvuldig is onderbouwd dat er ook met het wegvallen van de PAS voldoende maatregelen
genomen kunnen worden betreffende stikstof om dit belangrijke tracé te vernieuwen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat