Brief regering : Appreciatie motie Van Gerven over een ladder voor SDE-subsidie (Kamerstuk 33118-163)
33 118 Omgevingsrecht
31 239 Stimulering duurzame energieproductie
Nr. 169 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 december 2020
In het Notaoverleg over de Omgevingswet van 25 november jl. heeft het lid Van Gerven
een motie ingediend (Kamerstuk 33 118, nr. 163) die de kabinet oproept een onderzoek te doen naar de mogelijkheden om een voorkeursladder
in de SDE++-regeling te hanteren waarbij voorrang wordt gegeven aan projecten uitgevoerd
door publieke instellingen en internationale projecten als laatste aan bod komen.
Het lid Van Gerven heeft daarbij gevraagd om een appreciatie van deze motie voor de
stemmingen op dinsdag 1 december. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.
Binnen de SDE++-regeling vindt concurrentie tussen projecten en technieken plaats
om zo te komen tot stimulering van de meest kostenefficiƫnte projecten. Dit is van
belang om met dezelfde middelen zoveel mogelijk CO2-winst te bereiken en zo de effecten op de energierekening beperkt te houden. Het
maken van een onderscheid tussen verschillende partijen die in aanmerking komen voor
subsidie op andere gronden dan kosten per vermeden ton CO2 zou een deel van deze concurrentie wegnemen en daarmee de kosteneffectiviteit van
de regeling in het geheel verminderen. Daarnaast zou het introduceren van een dergelijke
voorkeurslader in de SDE++ stuiten op bezwaren ten aanzien van de Europese interne
markt en de wet Markt en Overheid. Ik ontraad daarom deze motie.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat