Brief regering : Onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over toegankelijkheid acute zorg en zorgplicht zorgverzekeraars 2020
29 247 Acute zorg
Nr. 323
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 november 2020
Op 1 oktober 2019 heeft de toenmalig Minister voor Medische Zorg en Sport uw Kamer
een onderzoek van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) naar de toegankelijkheid van
de acute zorg gestuurd (Kamerstuk 29 247, nr. 291). In dat onderzoek concludeerde de NZa dat de acute zorg voldoende toegankelijk was:
de SEH’s in de vier regio’s die consequent stops registreerden waren gemiddeld in
97% van de tijd beschikbaar en de responstijd van ambulances was vergelijkbaar met
het voorgaande jaar. Omdat het echter de verwachting was dat de druk op de acute zorg
in de daaropvolgende jaren zou blijven toenemen, vindt de NZa het noodzakelijk om
de ontwikkelingen nauwgezet te blijven volgen. De NZa is daarom met zorgverzekeraars
in gesprek getreden over de manier waarop zij invulling geven aan hun zorgplicht op
het gebied van de acute zorg. Deze gesprekken vonden plaats vóór het coronavirus in
Nederland uitbrak.
Hierbij stuur ik uw Kamer de uitkomsten toe van het NZa-onderzoek naar toegankelijkheid
van acute zorg en zorgplicht zorgverzekeraars 20201.
Conclusies NZa
De NZa concludeert in het onderzoek dat de toegankelijkheid van de acute zorg onder
normale omstandigheden voldoende is, maar heeft zorgen over de ervaren drukte in de
keten tijdens piekmomenten en de toegankelijkheid op de langere termijn. De NZa geeft
aan dat de acute zorg in toenemende mate onder druk staat door onder andere de toenemende
complexiteit van de zorgvraag, krapte op de arbeidsmarkt en Covid-19. De grootste
uitdaging in de toegankelijkheid ligt in de coördinatie van patiënten naar vervolgzorg
en de personeelstekorten die er in de zorg zijn. Het probleem lijkt hier niet direct
te liggen in een tekort aan beschikbare plekken voor vervolgzorg, maar aan een gebrek
aan inzicht waar een passende plek is, aldus de NZa.
De NZa geeft aan dat er behoefte is aan:
a. een goede samenwerking tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders, om de toegankelijkheid
ook in de toekomst te kunnen blijven borgen;
b. duidelijke en onderbouwde kaders wanneer de gehele keten onvoldoende toegankelijk
is; en
c. betere informatie-uitwisseling en coördinatie in de in- en doorstroom van patiënten
in de keten te bevorderen.
Ad a. Een goede samenwerking tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders, om de toegankelijkheid
ook in de toekomst te kunnen blijven borgen.
De NZa geeft aan dat de zorgplicht van zorgverzekeraars, naast het inkopen van zorg,
ook de geleiding naar vervolgzorg en de coördinatie van de gehele zorgketen omvat.
Zorgverzekeraars zien deze rol in toenemende mate voor zichzelf, maar de wijze waarop
ze hier invulling aan geven verschilt per zorgverzekeraar en per regio. De rol van
zorgverzekeraars in het ROAZ (Regionaal Overleg Acute Zorgketen) en de acute zorgketen
is in ontwikkeling en zij moeten en willen hier veelal nog in groeien. De concept-AMvB
acute zorg zal hierin een goede bijdrage kunnen leveren, aldus de NZa.
Ad b. Duidelijke en onderbouwde kaders wanneer de gehele keten onvoldoende toegankelijk
is.
Het gesprek tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders in de keten over de vraag wanneer
de acute zorgketen niet goed meer functioneert wordt langzaam gestart, maar zorgverzekeraars
kunnen deze meer op gang laten komen. In crisissituaties ziet de NZa dat zorgverzekeraars
deze rol pakken, de uitdaging is hoe dit structureel meer aandacht krijgt, aldus de
NZa.
Ad c. Betere informatie-uitwisseling en coördinatie om de in- en doorstroom van patiënten
in de keten te bevorderen.
De NZa geeft aan dat zorgverzekeraars bij problemen in de instroom en urgente knelpunten
paraat staan en meehelpen aan een oplossing maar dat zorgverzekeraars, als het gaat
over de doorstroom in de keten, in verschillende mate actief optreden en dat hier
meer ruimte is voor een sturende rol van de zorgverzekeraar. De NZa verwacht dat zorgverzekeraars
actief optreden om samen met zorgaanbieders de doorstroom van patiënten in de keten
te bevorderen én dat ze samen maatregelen nemen om tekorten aan personeel aan te pakken.
Daarnaast geeft de NZa aan dat, om de acute zorg toegankelijk te houden, voldoende
zicht nodig is op beschikbare plekken voor een goede door- en uitstroom van patiënten,
maar dat dit lastig is omdat zij niet altijd over voldoende informatie en data beschikken.
«Hiervoor is samenwerking in de keten nodig, tussen zorgaanbieders onderling, maar
ook in de afspraken tussen zorgverzekeraars en zorgaanbieders over welke data beschikbaar
en nodig zijn. Een belangrijke les uit de coronacrisis is dat regionale en landelijke
monitoring van bijvoorbeeld productie en wachttijden in combinatie met kwalitatieve
(klant)signalen essentieel zijn voor inzicht in toegankelijkheid.» De NZa verwacht
dat zorgverzekeraars met zorgaanbieders in gesprek blijven over hoe data kunnen bijdragen
aan het monitoren van de toegankelijkheid van de gehele acute zorgketen.
De NZa verwacht dat zorgverzekeraars hierin een belangrijke rol vervullen en maakt
daarover de komende tijd afspraken met hen. Ook blijft de NZa, in gesprek met zorgverzekeraars,
de ontwikkelingen in de toegankelijkheid van de acute zorgketen en de zorgplicht van
de zorgverzekeraars volgen.
Reactie
De NZa concludeert in het onderzoek dat de toegankelijkheid van de acute zorg onder
normale omstandigheden voldoende is, maar dat de NZa zorgen heeft over de ervaren
drukte in de keten tijdens piekmomenten en de toegankelijkheid op de langere termijn.
De covid-crisis wordt in dat verband ook genoemd. De NZa geeft daarnaast aan dat de
grootste uitdaging voor de toegankelijkheid van de acute zorg ligt in:
• de coördinatie van patiënten naar vervolgzorg, waarbij het probleem niet direct lijkt
te liggen in een tekort aan beschikbare plekken, maar aan een gebrek aan inzicht waar
een passende plek is; en
• de personeelstekorten die er in de zorg zijn.
Hieronder ga ik op deze onderwerpen in.
Impact Covid-crisis op de toegankelijkheid van de acute zorg
De NZa geeft in het onderzoek aan dat de toegankelijkheid van de acute zorg steeds
meer onder druk staat, onder meer ten gevolge van de Covid-pandemie. Het is onmiskenbaar
dat de druk op de zorg is toegenomen door het grote aantal Covid-patiënten dat (ziekenhuis)zorg
nodig heeft. Om te waarborgen dat voor alle Nederlandse patiënten in ieder geval de
Covid-zorg, acute zorg en de kritieke planbare zorg (behandelingen die niet kunnen
wachten) door kunnen gaan, heb ik – zoals ik in mijn brief van 23 oktober jl. aan
uw Kamer heb laten weten – met de sector afspraken gemaakt die zijn opgenomen in het
Tijdelijk beleidskader waarborgen acute zorg in Covid-19 pandemie (Kamerstuk 29 247, nr. 317). Ik vind het goed dat partijen zijn ingestapt om de zorg die echt niet kan wachten
voor elke Nederlander te waarborgen: de ziekenhuizen en zelfstandige klinieken, de
huisartsen, de verpleeghuizen, de wijkverpleging, thuiszorg en andere zorgaanbieders
als het gaat om de uitvoering, de ROAZen en het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten
Spreiding (LCPS) als het gaat om de coördinatie van de samenwerking en de zorgverzekeraars
voor zorgbemiddeling en de financiële mogelijkheden. De Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugd (IGJ) en de NZa zien erop toe dat iedereen doet wat hij moet doen.
De coördinatie van patiënten naar vervolgzorg
Wat de coördinatie van patiënten naar vervolgzorg betreft, herken ik het beeld dat
de NZa schetst omdat dit ook zo naar voren komt in mijn gesprekken met brancheorganisaties,
verwijzende zorgprofessionals, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en regionale coördinatiefuncties.
Ik deel de conclusie van de NZa dat zorgverzekeraars hun rol in het bevorderen van
samenwerking en coördinatie kunnen versterken. Ik onderschrijf de actie van de NZa
om vinger aan de pols te houden en in gesprek te gaan met zorgverzekeraars over hun
rol in het borgen van de toegankelijkheid van acute zorg en vervolgzorg. Ik zie het
daarbij als mijn rol om te faciliteren dat de samenwerking en coördinatie versterkt
worden.
Dat doe ik op de volgende wijze:
• Er is een landelijk dekkend netwerk van regionale coördinatiefuncties tijdelijk verblijf.
Onderlinge uitwisseling van kennis ondersteunt de verdere doorontwikkeling. Een eerste
stap is gemaakt door de gezamenlijke organisatie (met ActiZ en ZN) van een digitale
bijeenkomst voor de regionale coördinatiefuncties. In deze bijeenkomst stonden de
resultaten van de tweede uitvraag aan regionale coördinatiefuncties centraal. Uit
de uitvraag blijkt dat 75% van de coördinatiefuncties voldoet aan de minimumeisen
met betrekking tot triage, 24/7 bereikbaarheid en inzicht beschikbare capaciteit,
monitoring en evaluatie, en kwaliteit en effectmeting.2 95% coördineert minimaal één zorgsoort naast eerstelijnsverblijf, en 80% twee of
meer zorgsoorten. In de bijeenkomst zijn op basis van de resultaten van deze uitvraag
enkele vraagstukken voor verdere doorontwikkeling besproken. Er wordt nog een aantal
vervolgsessies georganiseerd. Ten behoeve van betere vindbaarheid en onderlinge uitwisselingen
maken de branchevereniging van zorgorganisaties ActiZ en Zorgverzekeraars Nederland
(ZN) gezamenlijk een visuele kaart van alle regionale coördinatiefuncties met de basisgegevens
ervan;
• Het direct verbinden van het programma kwaliteitsontwikkeling Beter Thuis van ZonMw
met de experimenten en proeftuinen die onder regelgeving van de NZa ontwikkeld zijn
en worden. Hierdoor kunnen betrokken partijen bij de experimenten en proeftuinen,
samen met branchepartijen, beter van elkaar leren en de ontwikkelingen en innovaties
goed evalueren.
Personeelstekorten in de zorg en ervaren drukte op piekmomenten
De arbeidsmarkt in de zorg is, zoals bekend, een belangrijke prioriteit van dit kabinet.
Op 4 november jl. heb ik u de Vierde voortgangsrapportage programma Werken in de Zorg
toegestuurd.3 Hierin heb ik onder meer aangegeven dat het verminderen van het tekort aan medewerkers
in de zorg één van de grootste uitdagingen was, is en blijft waar we voor staan in
de zorg. Om die reden heeft het kabinet bij de begroting 2021 besloten om het actieprogramma
Werken in de Zorg dat oorspronkelijk in 2021 zou aflopen, te verlengen. Met de extra
middelen die het kabinet hiervoor beschikbaar stelt, kunnen succesvolle en impactvolle
instrumenten als SectorplanPlus, Ontdekdezorg.nl en Sterk in je Werk worden voortgezet
en geïntensiveerd. Nog breder vraagt het vraagstuk om een verbetering van de organisatie
van de zorg, zoals in de SER-verkenning «Zorg voor de Toekomst» is uitgewerkt. De
komende periode geven we een extra impuls aan de concrete praktische ondersteuning
aan zorgorganisaties in verband met Covid-19, zoals met Extra handen voor de Zorg
en de Nationale Zorgklas. Daarnaast richten we ons op de volgende prioriteiten:
– Meer mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling.
– Meer ruimte en tijd (minder werkdruk).
– Meer regie en zeggenschap voor medewerkers.
We hebben de SER gevraagd een tijdelijke commissie in te stellen om zich – zorg-en
welzijnbreed – te buigen over knelpunten en oplossingsrichtingen op het terrein van
werkplezier en waardering van zorgprofessionals. De commissie brengt voor 1 april
2021 haar advies uit, zodat dit kan worden betrokken bij de kabinetsformatie.
De NZa maakt zich ook zorgen over de ervaren drukte in de keten, en ook daar kan ik
mij in vinden. Zoals ik hierboven al heb aangegeven, is «minder werkdruk» dan ook
één van de prioriteiten van het programma Werken in de Zorg. Met SectorplanPlus kunnen
zorgorganisaties subsidie krijgen gericht op behoud van medewerkers. Daarnaast laten
we via het Actieleernetwerk de vele goede voorbeelden zien van zorgorganisaties om
onder andere de uitstroom van medewerkers te beperken, gezond werken te bevorderen
of om nieuwe medewerkers met opleiding een goede loopbaan te bieden.4 Ook zorgen we dat zorgorganisaties van elkaar kunnen leren.
Want zoals ook uit onderzoek van Stichting IZZ naar de psychosociale arbeidsbelasting
op SEH’s is gebleken5: de ervaren drukte kan worden verbeterd.
Tot slot
De NZa zal de komende jaren uiteraard aandacht blijven besteden aan de toegankelijkheid
van de (acute) zorg. Op dit moment heeft de NZa veel contact met de ROAZen over het
effect van Covid op de zorg. Begin 2021 verschijnt daarnaast de nieuwe monitor acute
zorg van de NZa, die een actueel kwantitatief inzicht zal bieden in de ontwikkelingen
binnen de acute zorg. Deze monitor geeft handvatten voor de aanpak van de druk op
de acute zorgketen op de kortere termijn. Ik zal dit rapport te zijner tijd uiteraard
aan uw Kamer toesturen.
Op 3 juli jl. is de houtskoolschets acute zorg aangeboden aan uw Kamer (Kamerstuk
29 247, nr. 314). Deze houtskoolschets draagt bouwstenen aan voor de toekomstige inrichting en bekostiging
van de acute zorg. Een belangrijk uitgangspunt van de houtskoolschets is dat we ook
voor de toekomst kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van acute zorg voor
iedereen willen garanderen. Met het traject rondom de houtskoolschets willen we hier
de komende jaren met vele partijen in het veld samen aan werken. Op dit moment wordt
input van alle partijen verzameld via de openbare internetconsultatie, die tot 1 januari
a.s. loopt.
De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg