Brief regering : Inzicht in de besluitvorming rond de opzet van de Nationale Herdenking op 4 mei 2020 op de Dam in Amsterdam
35 570 I Vaststelling van de begrotingsstaat van de Koning (I) voor het jaar 2021
35 570
III Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Algemene Zaken (IIIA),
de begrotingsstaat van het Kabinet van de Koning (IIIB) en de begrotingsstaat van
de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (IIIC) voor het
jaar 2021
Nr. 10 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 november 2020
Tijdens de plenaire behandeling van de hoofdstukken I en III van de rijksbegroting
op 7 oktober jl. (Handelingen II 2020/21, nr. 11, debat over de begroting Algemene
Zaken en bepaling Koning) is door enkele leden van de Tweede Kamer gesproken over
de herdenking op de Dam op 4 mei jl. en heb ik toegezegd dit onder de aandacht te
brengen van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Aan deze toezegging heb ik uitvoering gegeven door een brief aan het Nationaal Comité
4 en 5 mei (bijgevoegd)1. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft mij naar aanleiding hiervan op 10 november
jl. een brief gezonden (waarvan ik de inhoud deel en) die ik, met instemming van het
Comité, bij deze aan u doe toekomen2.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. (Mark) Rutte, minister-president