Brief regering : Definitieve Havennota 2020 - 2030
31 409 Zee- en binnenvaart
Nr. 306
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2020
Hierbij doe ik uw Kamer de definitieve Havennota 2020–2030 toekomen, samen met de
onderliggende onderzoeksrapporten1. Eerder heb ik uw Kamer op 30 maart 2020 de ontwerpversie van de Havennota toegezonden
(Kamerstuk 31 409, nr. 274) en de schriftelijke vragen van verschillende van uw leden beantwoord (Kamerstuk
31 409, nr. 278).
Zoals ik in de ontwerpnota al constateerde, bevinden de Nederlandse havens zich in
een goede uitgangspositie, maar is de vanzelfsprekendheid voorbij vanwege de fundamentele
uitdagingen die op de havens afkomen. De definitieve Havennota geeft ten opzichte
van de ontwerpversie een nadere verdieping aan de thema’s veiligheid, bereikbaarheid,
digitalisering en verduurzaming. In de slag van ontwerp naar definitieve nota zijn
verschillende actualisaties doorgevoerd, zoals de toegevoegde waarde cijfers van de
havens aan de Nederlandse economie op basis van de Havenmonitor 2020. Daarnaast is
er meer aandacht voor de aanpak van de stikstofproblematiek en de integrale opgaven
gerelateerd aan de leefomgeving die in NOVI kader samenkomen in de havens. Begin 2020
brak bovendien de Covid-19 pandemie uit, met een forse impact op economie, productie
en logistiek. De definitieve Havennota gaat hier nader op in. Vrijwel direct na de
uitbraak hebben de havens verschillende crisisstructuren ingericht om hun logistieke
en operationele processen zoveel als mogelijk doorgang te laten vinden. En tot op
de dag van vandaag zijn de havens volledig operationeel gebleven. De voor ons land
vitale afwikkeling van goederenstromen kon daarmee op gang worden gehouden. Mijn complimenten
daarvoor gaan uit richting de havens, het havenbedrijfsleven, de havendienstverleners
en de maritieme en logistieke sector.
Gevolgen van de coronacrisis
Toch kampen de havens als gevolg van de Covid-19 crisis met een sterke terugval in
op- en overslag. Uit recente cijfers van het CBS2 blijkt dat de overslag van goederen in de Nederlandse zeehavens in het eerste half
jaar van 2020 met bijna 10 procent is gedaald. Deze terugval leidt tot verlies aan
inkomsten. In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW)
heeft de Erasmus Universiteit onderzoek gedaan naar de impact van de coronacrisis
op de Nederlandse maritieme sectoren. De onderzoekers signaleren dat het geruime tijd
kan duren voordat de toegevoegde waarde van de havens en de zee- en binnenvaart weer
op het niveau is van vóór de crisis. Deze achterblijvende toegevoegde waarde heeft
effect op de investeringskracht, juist ook met het oog op de noodzakelijke investeringen
in verduurzaming en energietransitie. Een van de aanbevelingen van de onderzoekers
luidt dan ook om herstel in de Nederlandse zeehavens te realiseren door proactief
te investeren in omvangrijke projecten die de transitie naar duurzame ontwikkeling
versnellen. Ook belanghebbenden zoals de Brancheorganisatie Zeehavens (BOZ), de Nederlandse
Vereniging van Binnenhavens (NVB) en Nederland Maritiem Land (NML) bepleiten herstel
van de coronacrisis door publiek-privaat te investeren in een digitale en duurzame
toekomst voor de zee- en binnenhavens. Voor investeringen in verduurzaming is voor
de BOZ-havens ook de aanpak van stikstof een topprioriteit. Met het Nationaal Groeifonds
zet het kabinet actief in op publieke investeringen die bijdragen aan het versterken
van het verdienvermogen van Nederland. Ook Europese fondsen, zoals de EU Recovery
and Resilience Facility (RRF), bieden de nodige aanknopingspunten. Daarnaast investeert
IenW met het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) tot 2030
substantieel in de bereikbaarheid van de zeehavens, zowel in de maritieme toegang
tot de havens als de achterlandverbindingen over weg, water en spoor. En met het Mobiliteitsfonds
komen buisleidingen meer in beeld als onderdeel van het mobiliteitssysteem.
Perspectief en ambitie
De Havennota schetst vanuit een publiek perspectief de kaders en uitgangspunten aan
de hand waarvan de havens een systeemsprong kunnen maken naar een digitale en duurzame
haveneconomie. Samen met de havens wil ik de ambitie van de Havennota waarmaken: «de krachtige positie van de Nederlandse havens behouden, in de economie van de toekomst
die duurzaam, digitaal en verbonden is». Met name de grondstoffen- en energietransitie overstijgt de belangen van individuele
havens. De havens zullen gezamenlijk moeten optrekken om tot betere (markt)prestaties
en meer efficiëntie te komen, ook in het aanbodprofiel van alternatieve brandstoffen
en inspelend op de vraagbehoefte in sectoren als industrie en mobiliteit. Bovendien
kan havensamenwerking vanuit een publiek perspectief bijdragen aan efficiënt ruimtegebruik
en optimale benutting van infrastructurele capaciteit. Meer samenwerking is daarom
een speerpunt van de Havennota met als doel een geïntegreerd systeem van samenwerkende
havenbedrijven. Ter uitvoering van dit voornemen werk ik samen met de havens aan een
stappenplan havensamenwerking. Ik ben voornemens uw Kamer hier in het voorjaar van
2021 nader over te informeren. Met het stappenplan wil ik ook uitvoering geven aan
de motie van de leden Remco Dijkstra en Postma (Kamerstuk 31 409, nr. 283), die de regering oproept om in het stappenplan onderzoek te doen naar de mogelijkheden
voor het waarborgen van de (inter)nationale belangen van de Amsterdamse haven, in
afstemming met het havenbedrijfsleven.
Veiligheid
In de ontwerpversie van de Havennota heb ik bij uw Kamer aangekondigd dat nog deze
kabinetsperiode een beleidskader maritieme veiligheid zal volgen. Het beleidskader
zet uiteen op welke wijze veiligheid meer risico-gestuurd kan worden bevorderd. De
risico-gerichte aanpak is opgezet naar voorbeeld van de luchtvaart en omvat zowel
nautische veiligheid als maritieme beveiliging (security). Buiten de context van het
maritieme beleidskader vereist ook de veiligheid van mensen die wonen en werken in
de omgeving van de havens (omgevingsveiligheid) blijvende aandacht. Een voorbeeld
is de omgang met gevaarlijke stoffen en de overgang naar het gebruik van duurzame
energiedragers, zoals waterstof. De definitieve Havennota gaat nader in op de omgevingsveiligheid
in havengebieden waar veel industriële en chemische bedrijven zijn gevestigd. Blijvende
inzet van overheid, havens en havenbedrijfsleven op het verminderen van veiligheidsrisico’s
voor de omgeving is noodzakelijk, zowel wat betreft de vestiging van nieuwe bedrijven
als bij de uitbreiding van activiteiten van bestaande bedrijven. De bedrijven in de
havens zullen zich op basis van de geldende wet- en regelgeving moeten inspannen om
deze risico’s verder te beperken.
Bereikbaarheid
Eerder informeerde ik u al dat de Havennota voor investeringen in bereikbaarheid uitgaat
van vijf havens van nationaal belang, te weten Rotterdam, Moerdijk, Amsterdam/Noordzeekanaalgebied,
Groningen (Eemshaven en Delfzijl) en North Sea Port (in Nederland Vlissingen en Terneuzen).
De mainport Rotterdam heeft hierin een bijzondere positie vanwege de economische omvang
en schaalgrootte. Voor het bepalen van de economische omvang gaat IenW uit van de
leidende economische gegevens die zijn opgenomen in de Havenmonitor. De Havenmonitor
2020 met de economische kengetallen over het jaar 2019 is in november 2020 uitgebracht3. Wat betreft de toekenning van middelen wil IenW meer dan voorheen de samenhang bezien
tussen de mainport en de verdere ontwikkeling van andere belangrijke economische clusters
en het logistieke systeem van zee- en binnenhavens. Mainport Rotterdam heeft en houdt
een bijzondere positie die op basis van een bredere economische beschouwing vanuit
nationaal perspectief wordt bezien. De inzet op een geïntegreerd systeem van samenwerkende
havenbedrijven sluit hierop aan. In de Goederenvervoeragenda van juli 2019 (Kamerstuk
34 244, nr. 2) is verder aangegeven dat het terminalbeleid vanuit een breder perspectief, inclusief
binnenvaart, beschouwd zou worden. Dit moet meer mogelijkheden voor intermodaal vervoer
opleveren, waarbij de terminals als overslagpunten in intermodale vervoersdiensten
fungeren (Kamerstuk 29 984, nr. 782). De herijking van het terminalbeleid is opgenomen in de Havennota en sluit aan bij
de bestaande kabinetsinzet om meer goederen van de weg over het spoor en het water
te transporteren waarbij overslagvoorzieningen een belangrijke rol spelen. Het onderliggende
onderzoeksrapport gaat in detail in op de herijking.
Digitalisering
Een Basis Data Infrastructuur waarbij data tussen havens, bedrijven en overheidsdiensten
op een efficiënte en veilige manier kan worden gedeeld, kan leiden tot nieuwe logistieke
systeemtoepassingen en innovaties. De havens kunnen hiermee een bepalende voorsprong
opbouwen ten opzichte van de Europese en internationale concurrentie. De digitale
planningstool NextLogic waaraan IenW in de opstartfase heeft bijgedragen, zit in de
pilot fase en gaat binnenkort live. Een integrale planning op basis van gedeelde data
moet de wachttijden in de Rotterdamse haven verder verminderen. Dit is belangrijk
voor de aanpak van congestie in de Rotterdamse haven wat mijn doorlopende aandacht
heeft. Onder aanvoering van Havenbedrijf Rotterdam en met medewerking van de voltallige
containerbinnenvaartketen en IenW is een combinatie van digitale, logistieke en infrastructurele
maatregelen ingezet, zowel voor de korte als de lange termijn. Het is duidelijk dat
de zeer grote containerschepen voor grote pieken en dalen zorgen, duizenden containers
worden in korte tijd op de kade gezet. En zeeschepen varen lang niet altijd volledig
op schema, dat beïnvloedt de planning. Voor just-in-time sailing en het belang van
adequate informatie-uitwisseling heb ik in Europa aandacht gevraagd, in lijn met de
motie van uw Kamer (Kamerstuk 35 377 nr. 10). Dit kan bijdragen aan CO2-reductie en zorgen voor een optimaal functionerende logistieke keten. De zeescheepvaart
verzorgt immers 80% van het internationale goederenvervoer en vormt samen met de havens
een belangrijke schakel in de mondiale waardeketens.
Beschikbaarheid van milieugebruiksruimte
Het besef dat verduurzaming een absolute noodzaak is, is alom aanwezig in de havens.
De havens willen en kunnen hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Tegelijkertijd wijzen
de havens erop dat zij milieugebruiksruimte nodig hebben, juist om te kunnen investeren
in verduurzamingsprojecten, het faciliteren van aanleg van windmolenparken, productie
van waterstof of aanleg van warmte- en waterstofnetwerken. Aangescherpte milieueisen
en wijzigingen in wet- en regelgeving kunnen ertoe leiden dat afgifte van natuur-
en milieuvergunningen stil komt te liggen of moeizaam verloopt. Hierdoor worden vestiging
en uitbreiding van bedrijven bemoeilijkt en kunnen ook investeringen in duurzaamheid
worden vertraagd. Dit beïnvloedt het vestigingsklimaat en de mogelijkheid om te ondernemen.
In het proces van stakeholderparticipatie rondom totstandkoming van de Havennota hebben
de havens en het havenbedrijfsleven te kennen gegeven dat de aanpak van de stikstofproblematiek
voor hen een topprioriteit is. De inzet van het kabinet richt zich op natuurherstel
en maatregelen voor het terugdringen van stikstofdepositie.
Verder heeft het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KIM) onderzoek gedaan naar
het maatschappelijk belang van de Nederlandse zeehavens. Uit de verkenning4 blijkt dat in de periode 2000 tot en met 2017 vrijwel alle emissies naar lucht in
zeehavens zijn gedaald, met uitzondering van CO2. De bijdragen van aan de zeehaven gerelateerde activiteiten aan de Nederlandse economie
zijn fors hoger dan de in geld uitgedrukte milieukosten. Op grond van onder andere
de afspraken in het Klimaatakkoord over het terugdringen van de uitstoot van broeikasgassen
is de verwachting dat de ingezette daling van de emissies in de zeehavens verder doorzet.
Integrale opgaven komen samen in de havens
Op 11 september 2020 heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(BZK) mede namens mij de definitieve Nationale Omgevingsvisie (NOVI) naar uw Kamer
gezonden (Kamerstuk 34 682 nr. 53). Daarbinnen zijn acht voorlopige NOVI-gebieden aangewezen, waaronder de haventransities
Rotterdam en Amsterdam, Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone en Groningen (inclusief haven).
Samen met de regionale partijen en de ministeries van BZK en EZK zet IenW zich in
NOVI-kader in voor Rijkscoördinatie op integrale en complexe opgaven voor de lange
termijn, waarbij korte termijn opgaven niet uit het oog mogen worden verloren. In
de NOVI-gebieden kunnen integrale vraagstukken omtrent ruimtelijke ordening, milieu,
geluid en andere maatschappelijke opgaven samen met de havens worden opgepakt. Dit
kan helpen de noodzakelijke keuzes te maken bij de grondstoffen- en energietransitie,
de inrichting van een duurzame leefomgeving en totstandkoming van een circulaire economie.
Ook de havens zijn nauw betrokken en willen volledig inspelen op de ontwikkeling van
een circulaire manier van werken, met als kern dat goederenstromen voor hergebruik
toenemen. De havens hebben daarmee alle potentie om een brede circulaire economie
tot stand te laten komen.
Het belang en de waarde van de Nederlandse havens voor ons land is onbetwist. De Havennota
2020–2030 wil deze krachtige positie behouden en zo mogelijk versterken. Met de Havennota
wil ik samen met de havens de grote uitdagingen en kansen van deze tijd aangaan. Ik
heb daar alle vertrouwen in.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.