Brief regering : Verslag van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken van 19 november 2020
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2244
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van de leden van
de Raad Buitenlandse Zaken van 19 november 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN
19 NOVEMBER 2020
Introductie
Op donderdag 19 november 2020 vond de informele videoconferentie van de leden van
de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft
namens het kabinet deelgenomen. Onder het agendapunt Current Affairs sprak de Raad onder meer over de terroristische aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk,
de verkiezingen in de Verenigde Staten, de aanstaande donorconferentie voor Afghanistan,
Nagorno/Karabakh, ontwikkelingen in Ethiopië, Libië, Bosnië en Herzegovina, Moldavië,
Belarus en Varosha. Op de agenda stond verder multilateralisme; dit onderwerp was
reeds geagendeerd voor de RBZ van 12 oktober jl., maar kon vanwege tijdgebrek niet
plaatsvinden. Tot slot heeft de Raad gesproken met de Palestijnse Minister van Buitenlandse
Zaken, Riyad Al-Malki.
Current Affairs
VS-verkiezingen
De Raad stond stil bij de Amerikaanse verkiezingen. De Raad bevestigde het belang
van de trans-Atlantische betrekkingen, die gestoeld zijn op gedeelde waarden en belangen.
Lidstaten onderstreepten dat het programma van President-Elect Biden en Vice President-Elect
Harris veel aanknopingspunten biedt om de relaties met de VS te versterken, onder
andere op gebied van de strijd tegen de pandemie, economisch herstel, het tegengaan
van klimaatverandering, economische veiligheid, wapenbeheersing en het versterken
van multilaterale samenwerking. Het is daarom zaak om dit moment aan te grijpen om
te investeren in trans-Atlantische samenwerking, bilateraal en via de EU. Het kabinet
heeft hier ook tijdens de Raad voor gepleit; de VS speelt een cruciale rol voor de
veiligheid en economie van Nederland en Europa. Daarbij heeft het kabinet specifiek
gewezen op de relatie met China en de mogelijke terugkeer van de VS naar het JCPOA
als mogelijke aanknopingspunten om de EU-VS samenwerking te versterken. De Raad zal
tijdens de RBZ van 7 december a.s. uitgebreider spreken over de trans-Atlantische
relatie, incl. over concrete voorstellen waarmee de EU de VS tegemoet kan treden.
Nagorno-Karabach
Hoge Vertegenwoordiger Borrell gaf een toelichting op de huidige situatie en reflecteerde
op het staakt-het-vuren dat de partijen in Moskou overeenkwamen. De Commissie stelt
middelen beschikbaar voor humanitaire hulp aan de regio en beziet op welke manier
het nog meer steun kan verlenen, onder andere via de Speciaal Vertegenwoordiger voor
de Zuidelijke Kaukasus. Het kabinet verwelkomde het staakt-het-vuren als een belangrijke
eerste stap, maar onderstreepte de ernstige zorgen over mensenrechtenschendingen en
heeft benadrukt de situatie nauwlettend in de gaten te houden. Het kabinet heeft daarbij
benadrukt dat het staakt-het-vuren een kans dient te krijgen, waarbij de aandacht
nu vooral gericht is op de implementatie van het door de partijen overeengekomen prille
vredesakkoord. In lijn met de moties van het lid Ploumen c.s. (Kamerstuk 35 570 V, nr. 42) en van het lid Van Helvert c.s. (Kamerstuk 35 570 V, nr. 31) heeft het kabinet in dit verband het belang onderstreept van onafhankelijke internationale
waarneming van de overeenkomst op de grond en aangegeven daarbij, alsook in de verdere
onderhandelingen op weg naar een duurzame en vreedzame oplossing voor het conflict,
een actieve rol voor de OVSE (Minsk Groep) te verwelkomen. Voorts heeft het kabinet
in lijn met motie van het lid Omtzigt (Kamerstuk 21 501 02, nr. 2234) gepleit voor het belang van waarheidsvinding en een onafhankelijk internationaal
onderzoek naar de inzet van fosfor, clustermunitie, buitenlandse strijders, alsmede
mogelijke mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden in het conflict om Nagorno-Karabakh.
Mocht dit onderzoek dat zo uitwijzen, dan zouden conform moties van de leden Van Helvert
en Voordewind (Kamerstuk 35 570 V, nr. 33) en van het lid Karabulut (Kamerstuk 35 570 V, nr. 35), gepaste maatregelen, zoals sancties, jegens verantwoordelijken ingesteld moeten
worden, inclusief eventueel tegen de betrokken staatshoofden en regeringsleiders zoals
de President van Azerbeidzjan. Het kabinet heeft daarnaast gepleit voor naleving van
het wapenembargo door alle regionale actoren. In dat kader heeft het kabinet in lijn
met de motie van het lid Voordewind c.s. (Kamerstuk 35 570, nr. 45) gepleit voor een moratorium op het leveren van wapens aan Turkije die ingezet zouden
kunnen worden in Nagorno-Karabach, maar ook in Libië en Syrië.
Terroristische aanslagen
De Raad stond stil bij de recente terroristische aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk
en sprak nogmaals zijn solidariteit uit. Het kabinet heeft daarbij aandacht gevraagd
voor het vraagstuk van ongewenste buitenlandse financiering. Dit vergroot het risico
op buitenlandse beïnvloeding wat bijdraagt aan anti-democratisch, anti-integratief,
en onverdraagzaam gedrag, hetgeen haaks staat op de uitgangspunten van de rechtsstaat
en de waarden die in Nederland en Europa worden gekoesterd. Het kabinet heeft daarbij
gepleit voor gezamenlijke actie in EU-kader, te beginnen bij een gedachte-uitwisseling
en het bespreken van mogelijke oplossingen en werd hierin gesteund door verschillende
lidstaten. Op 16 november stuurde de Minister van Buitenlandse Zaken samen met de
Minister van Justitie en Veiligheid een brief aan vicevoorzitter van de Commissie
Margaritis Schinas en de Hoge Vertegenwoordiger over dit onderwerp (zie bijlage)1. Uw Kamer werd hierover geïnformeerd op 23 november jl. Enkele lidstaten benoemden
de externe aspecten van het Pact voor migratie en asiel. Dit onderwerp komt mogelijk
tijdens een volgende bijeenkomst uitgebreider aan bod
Afghanistan
De Raad stond stil bij de donorconferentie Afghanistan die op 23 en 24 november 2020
plaatsvond in Genève. De conferentie vond plaats tegen de achtergrond van de eerste
formele vredesbesprekingen tussen de Afghaanse regering en de Taliban. Hoge Vertegenwoordiger
Borrell herbevestigde de solidariteit van de EU met Afghanistan, op voorwaarde dat
verworvenheden van de afgelopen 19 jaar, zoals behoud van de democratie en respect
voor mensenrechten. Hij gaf daarbij aan dat de VN-sancties tegen de Taliban pas deels
opgeheven zouden kunnen worden, indien er sprake is van serieuze voortgang in de onderhandeling
en afname van het geweld. Tevens gaf hij aan dat reducties van troepenaantallen ondersteunend
aan het vredesproces dienen te zijn.
Belarus
De Raad sprak over de situatie in Belarus. Helaas gaat de Belarussische regering door
met het gewelddadig onderdrukken van vreedzame demonstraties. Hoge Vertegenwoordiger
Borrell benadrukte dat de situatie verergert en dat nationale dialoog de enige weg
voorwaarts is. De EU bouwt contacten met de centrale overheid af tot het strikt functionele
niveau. Ook wordt de relatie tussen de EU en Belarus herzien. De Hoge Vertegenwoordiger
is voornemens hierover te besluiten tijdens de RBZ van 7 december a.s. Verschillende
Lidstaten riepen op tot een derde pakket sancties. Dit pakket zou zich niet alleen
op individuen maar ook op instellingen en bedrijven moeten richten.
Turkije/Varosha
De Raad sprak over de ontwikkelingen in Varosha. Op 6 oktober jl. werd in Ankara aangekondigd
dat Varosha gedeeltelijk zal worden opengesteld. Op 8 oktober werd dit ook door de
politieke leiders in Noord-Cyprus aangekondigd in een besluit. De Hoge Vertegenwoordiger
van de EU benadrukte dit besluit af te keuren. Daarbij onderstreepte hij – evenals
de Europese Raad op 15 en 16 oktober jl. – het belang van de status van Varosha en
het respecteren van de VN Veiligheidsraad Resoluties 550 en 789. De Europese Raad
van december zal opnieuw over de situatie in de Oostelijke Middellandse Zee spreken
en zal zo nodig passende besluiten nemen.
Ethiopië
Hoge Vertegenwoordiger Borrell uitte zijn zorgen over de ontwikkelingen in Ethiopië
en de toenemende spanningen tussen de federale regering en Tigray People’s Liberation Front (TPLF). De spanningen escaleerden de afgelopen maanden naar aanleiding van het besluit
om de federale verkiezingen (met oog op COVID-19) uit te stellen en het besluit van
TPLF om de deelstaatverkiezingen in Tigray wel door te laten gaan. Hoge Vertegenwoordiger
Borrel gaf aan met alle relevante actoren in de bredere regio te hebben gesproken.
De EU zet in op een leidende rol voor regionale leiders en de regionale organisatie
IGAD (die ook het vredesakkoord voor Zuid-Soedan faciliteerde). De situatie duurt
echter voort met mogelijke gevolgen voor de stabiliteit van de regio. Betrokkenheid
met en van de regio en de AU zijn daarom essentieel, aldus Hoge Vertegenwoordiger
Borrell.
Libië
Hoge Vertegenwoordiger Borrel stond stil bij het formele staakt-het-vuren dat de militaire
vertegenwoordigers van de Libische Government of National Accord (GNA) en de Libyan National Army (LNA) van generaal Haftar op 23 oktober jl. overeen zijn gekomen. Ook besprak hij
de recent binnen de kaders van het Libyan Political Dialogue Forum overeengekomen politieke roadmap, die onder meer het vastleggen van verkiezingen op 24 december 2021 behelst, evenals
het schenken van voldoende aandacht voor mensenrechten en internationaal recht. Dat
laatste gebeurt mede dankzij inspanningen van Nederland en de andere co-voorzitters
van de International Humanitarian Law and Human Rights werkgroep van de International
Follow-up Committee for Libya.
Verschillende lidstaten gaven aan dat een sterke rol van de EU essentieel is en dat
de EU moet bezien hoe zij de positieve ontwikkelingen het beste kan ondersteunen.
Bosnië-Herzegovina
De Raad stond kort stil bij de lokale verkiezingen in Bosnië-Herzegovina, die ordelijk
en zonder grote ongeregeldheden zijn verlopen, en één van de 14 prioriteiten van het
land vormen om kandidaat-lidstaat te worden. Desalniettemin is er nog een lange weg
te gaan, ook wat betreft grondwetshervormingen.
Presidentsverkiezingen Moldavië
De Raad stond tevens kort stil bij de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in
Moldavië op 15 november jl. De pro-Europese en hervormingsgezinde Maia Sandu (Party of Action and Solidarity, PAS) won met 57% de tweede ronde. Zowel de eerste ronde (d.d. 1 november 2020) als
de tweede ronde van de verkiezingen verliepen zonder noemenswaardige ongeregeldheden.
Europese Vredesfaciliteit (EPF)
De Hoge Vertegenwoordiger verwees kort naar de lopende onderhandelingen omtrent de
Europese Vredesfaciliteit.
De onderhandelingen over het EPF-Raadsbesluit en de bespreking van de aanverwante
documenten van EDEO (de strategische richtsnoeren die de inzet van de EPF omkaderen
en de waarborgen voor het leveren van materiële steun, als onderdeel van een ruimere
methodologie voor steunmaatregelen) zijn inmiddels ver gevorderd. Het Duitse voorzitterschap
beoogt om nog voor het eind van dit jaar een politiek compromis te bereiken.
De onderhandelingen richten zich momenteel op de gevolgen en modaliteiten van een
constructieve onthouding (door een of meerdere lidstaten), met name voor de financiering
van de EPF.
Nederland steunt de ambitie van het Duitse EU-voorzitterschap om de onderhandelingen
over de EPF voor het eind van dit jaar af te ronden. Wat de financiering van de EPF
betreft, dient de verdeelsleutel op basis van het bruto nationaal inkomen (GNI) leidend
te zijn. Het is van belang dat de mogelijkheid tot constructieve onthouding gewaarborgd
wordt, maar dat deze niet financieel wordt aangemoedigd of tot een verhoogde bijdrage
van de andere lidstaten leidt.
Om de risico’s die gepaard gaan met capaciteitsopbouw van en materiele steun aan derde
landen in te perken, heeft Nederland consequent ingezet op een geïntegreerd methodologisch
raamwerk, gebaseerd op een coherente strategie, conflictanalyses, flankeringsmaatregelen,
rapporteringsverplichtingen, en waarborgen voor het verlenen van materiële steun.
Multilateralisme
De Raad sprak over multilateralisme. Centraal in de discussie stond de vraag hoe de
politieke slagkracht van de EU bij de bescherming van het multilateraal bestel te
vergroten. Met een vooruitblik op de gezamenlijke mededeling die in de loop van 2021
moet verschijnen onderstreepten de HV en de Commissie dat de invloed van de EU in
het multilaterale stelsel beter in lijn gebracht moet worden met haar aanzienlijke
financiële bijdragen aan het systeem. Tegelijkertijd moet worden gebouwd aan een inclusief
multilateraal systeem met een rol voor het maatschappelijk middenveld, de private
sector en regionale organisaties. Alhoewel de uitkomst van de verkiezingen in de VS
een goede kans biedt om het multilaterale systeem gezamenlijk te versterken en te
hervormen, benadrukte de Raad dat het voor de EU zaak blijft een eigenstandige en
proactieve rol te vervullen. Nederland voerde tijdens de discussie het woord namens
de Benelux. De Benelux en de EU hebben groot belang bij een goed functionerend multilateraal
stelsel om mondiale uitdagingen gezamenlijk het hoofd te kunnen bieden. Revitalisering
en hervorming van dat multilaterale stelsel was nog nooit zo urgent. Volgens het kabinet
moet de nadruk daarbij vooral liggen op de hervormingen van de Wereldhandelsorganisatie
en de Wereldgezondheidsorganisatie. Ook benadrukte het kabinet het belang van het
beter in kaart brengen van de dreigingen en kwetsbaarheden van het multilaterale systeem.
Het kabinet heeft tijdens deze Raad opnieuw onderstreept dat de EU in multilaterale
fora snel en eensgezind moet kunnen reageren op ontwikkelingen, wil de Unie een slagvaardiger
rol op het wereldtoneel spelen. Ten slotte heeft het kabinet de centrale rol van het
ICC in de internationale rechtspraak benadrukt. Steun en betrokkenheid van de EU is
vereist om het ICC in staat te blijven stellen haar mandaat onafhankelijk uit te blijven
voeren.
Uitwisseling met Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken, Riyad Al-Malki
De Raad sprak met de Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken Malki over intra-Palestijnse
verzoening en verkiezingen, het Midden-Oosten Vredesproces en de invloed daarop van
de Abraham akkoorden en de verkiezingen in de VS. Na de akkoorden met Bahrein en de
Verenigde Arabische Emiraten (VAE) volgde in oktober ook de aankondiging van normalisatie
van relaties tussen Israël en Soedan. Malta intervenieerde uit hoofde van het gezamenlijke
trio-voorzitterschap mede namens Nederland en Slowakije. In deze gezamenlijke interventie
verwelkomde Malta de Abraham akkoorden als belangrijke stappen in het verbeteren van
de relaties tussen Israël en de Arabische landen. Tegelijkertijd benadrukte Malta
het belang van het voorkomen van unilaterale stappen die de twee-statenoplossing ondermijnen
en de noodzaak tot het respecteren van internationaal recht. In dit kader uitte Malta
zorgen over eenzijdige acties van Israël, zoals het voortzetten van het nederzettingenbeleid
door de aankondiging van plannen voor ruim 5000 nieuwe wooneenheden in oktober en
de toenemende aantallen van sloop van Palestijnse huizen. Deze acties bemoeilijken
een toenadering tussen de PA en Israël. Tevens werd het belang van preventie onder
meer door het intensiveren van de relaties met de betrokken partijen benadrukt. Daarbij
is nogmaals aangegeven in te zetten op het aansporen van beide partijen om af te zien
van negatieve stappen die de twee-statenoplossing moeilijker maken, en het stimuleren
van positieve stappen die een terugkeer naar de onderhandelingstafel bevorderen. Daarbij
benadrukte Malta namens het trio-voorzitterschap ook het belang van democratische
verkiezingen in de Palestijnse gebieden en het opnieuw in ontvangst nemen van de clearance revenues om het functioneren van de Palestijnse overheid te borgen. Overigens besloot de PA
op dezelfde dag die belastinginkomsten weer te accepteren, als deel van de besluit
om de contacten met Israël weer te hervatten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken