Brief regering : Geannoteerde agenda informele EU gezondheidsraad 2 december 2020
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 586
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2020
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
de geannoteerde agenda voor de informele videoconferentie van EU-gezondheidsministers
van 2 december a.s. aan.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Geannoteerde Agenda Informele EU Gezondheidsraad van 2 december 2020
Beleidsdebat: Covid-19 situatie en respons
Inleiding:
Het Duitse voorzitterschap is voornemens een gedachtewisseling te organiseren over
de situatie aangaande de COVID-19-pandemie in de EU en de respons hierop. Het Duitse
voorzitterschap stelt zich hierbij voor dat er onder andere aandacht wordt besteed
aan het pakket aan maatregelen dat de Europese Commissie op 11 november jl. presenteerde1. Dit betreft een eerste bespreking op niveau van Europese volksgezondheidsministers
van dit pakket. Ook vraagt het voorzitterschap aandacht voor ontwerp-raadsconclusies
over geleerde lessen COVID-19. Bij het schrijven van de geannoteerde agenda waren
de achterliggende stukken en concrete discussiepunten vanuit het voorzitterschap nog
niet bekend.
Achtergrond:
Op 11 november bracht de Europese Commissie een pakket van voorstellen uit die de
Commissie presenteert als een eerste stap op weg naar de door Commissievoorzitter
Von der Leyen beoogde European Health Union. Hierbij wordt gebruik gemaakt van geleerde
lessen uit de eerste golf, waarover de Europese Commissie in juli al een mededeling
publiceerde.
Een versterkt kader voor EU-coördinatie en versterking van de bestaande structuren
en mechanismen om zodoende een betere bescherming, preventie, paraatheid en reactie
te bieden bij grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, staan centraal in de nieuwe
voorstellen. Onderdeel daarvan zijn herzieningen van mandaten van Europees Geneesmiddelen
Agentschap (EMA) en Europees Centrum voor Ziektepreventie en bestrijding (ECDC).
De ontwerp-raadsconclusies vanuit het Duitse voorzitterschap vragen aandacht voor
het belang van Europese coördinatie bij een pandemie als COVID-19 en bij toekomstige
gezondheidsbedreigingen van deze omvang. De afgelopen periode heeft een aantal kwetsbaarheden
aan het licht gebracht op dit vlak, onder andere op het terrein van de paraatheid
en reactie op pandemieën van de Europese Unie en haar lidstaten, leveringszekerheid
van medische producten, toegang tot en het delen van gezondheidsdata en het versterken
van de rol van de Europese Unie in de mondiale gezondheidscontext. De ontwerp-raadsconclusies
benoemen binnen de bestaande competenties concrete acties om deze kwetsbaarheden te
adresseren, en verwijzen hierbij deels naar bovengenoemde voorstellen vanuit de Europese
Commissie. Daarnaast roepen de raadsconclusies op tot Europese samenwerking en solidariteit,
specifiek ten aanzien van de ontwikkeling van een vaccin voor COVID-19 en dringen
aan op heldere en stevige Europese coördinatiestructuren in crisistijd. De ontwerp-raadsconclusies
roepen de Commissie en de lidstaten op om na de COVID-19-pandemie, een gezamenlijke
evaluatie uit te voeren met het oog op toekomstige verbetering van de crisisparaatheid
van de EU en de reactie op gezondheidsbedreigingen. Dit moet ook een studie omvatten
naar de effecten van de COVID-19-pandemie op de openbare gezondheidszorg en de behandeling
van patiënten, met name die met kanker maar ook met andere niet-overdraagbare of overdraagbare
ziekten en naar antimicrobiële resistentie (AMR). De ontwerp-raadsconclusies vragen
voorts aandacht voor het belang van leveringszekerheid van geneesmiddelen en de grondstoffen
hiervoor en pleiten ervoor om dit in de context van de EU geneesmiddelenstrategie
tot actie te brengen, uitmondend in een ambitieuze implementatieagenda onder het Portugese
voorzitterschap in 2021. Ten aanzien van gezondheidsdata roepen de ontwerp-raadsconclusies
op tot het verder bouwen aan een European Health Data Space, met als doel een gemeenschappelijk
kader en infrastructuur voor het delen van gegevens. Hierbij moet rekening worden
gehouden met de privacy- en gegevensbeschermingsregels van de Unie en de lidstaten
en gebaseerd zijn op de huidige bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en de lidstaten.
Nederlandse inzet:
Nederland zal aangeven zich te herkennen in de kwetsbaarheden die in de ontwerp-raadsconclusies
worden geadresseerd. De ontwerp-raadsconclusies worden op dit moment nog onderhandeld tussen de lidstaten. Nederland kan deze
op hoofdlijnen steunen op het moment van schrijven van deze geannoteerde agenda. In
het bijzonder ziet Nederland toe op het belang van meer coördinatie en solidariteit
tussen de verschillende EU-lidstaten. Een gezamenlijke evaluatie, zoals opgenomen
in deze ontwerp-raadsconclusies, kan dan ook worden gezien als een eerste stap richting
nadere Europese samenwerking. Diverse elementen uit de ontwerp-raadsconclusies zijn
reeds opgenomen in het recent verschenen pakket van Commissievoorstellen voor een
European Health Union. Nederland is van mening dat discussie over deze onderdelen,
zoals het instellen van een health task force, thuis hoort in de bespreking van het
pakket van 11 november over de European Health Union en daarom niet opgenomen moet
worden in deze raadsconclusies.
De COVID-19-pandemie heeft meer dan eens heeft aangetoond dat virussen niet stoppen
bij de grens. De internationale inzet op het indammen van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
is zo sterk als de zwakste schakel. Nederland is voorstander van het voeren van de
discussie over verbetering en versterking van Europese samenwerking en coördinatie
op het vlak van grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen, waar dit meerwaarde
heeft voor de gezondheid van de Europese burger. De Europese agentschappen die deze
samenwerking ondersteunen (ECDC, EMA) moeten voldoende robuust zijn en tijdig en adequaat
kunnen handelen en adviseren, mits proportioneel en passend bij de toegevoegde waarde
van Europese samenwerking en nationale bevoegdheden ten aanzien van volksgezondheid
en zorg. De Europese Commissie neemt op 18 november een aanbeveling aan over het gebruik
van sneltesten De aanbeveling over quarantaine die eveneens deze week zou verschijnen
is vertraagd. Deze wordt nu verwacht kort voor de Raad. In de aanbeveling over quarantaine
is onder meer het nieuwe ECDC-advies over quarantaine opgenomen. Dit advies is nog
niet gepubliceerd. De Commissie heeft aangegeven dat het ernaar uitziet dat de aanbeveling
over testen in potentie leidt tot betere coördinatie. Daarnaast heeft de Commissie
aangegeven dat gezien het feit dat de quarantaineregimes in de Europese landen sterk
uiteenlopen, meer coördinatie op quarantaineregels complex zal zijn. Het is de vraag
of de EU lidstaten bereid zijn naar elkaar toe te groeien. Nederland ziet voordelen
in een gecoördineerd quarantaineregime en zal in de Raad om aandacht vragen voor het
belang van onderlinge coördinatie van quarantainemaatregelen in Europa.
Nederland zal aangeven de voorstellen van de Europese Commissie nog nader te bestuderen
voor met een evenwichtig en gefundeerd standpunt te komen. De uitgebreide kabinetsappreciatie
van de verschillende voorstellen van de Europese Commissie zal binnen de gebruikelijke
termijnen met uw Kamer worden gedeeld.
Beleidsdebat EU farmaceutische strategie
Inleiding
Op de agenda staat een gedachtewisseling over de inhoud van de EU farmaceutische strategie.
Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda waren de achterliggende stukken vanuit
het Duitse voorzitterschap nog niet bekend.
Achtergrond
De publicatie door de Europese Commissie van de mededeling over de EU farmaceutische
strategie wordt verwacht op 24 november 2020. De Europese Commissie beoogt hiermee
de beschikbaarheid van veilige, betaalbare medicijnen te waarborgen en de positie
van de Europese industrie als innovator en wereldleider te ondersteunen. Na de publicatie
van de EU farmaceutische strategie volgt een implementatieperiode waarin de door de
Europese Commissie aangekondigde wetgevende en niet-wetgevende acties moeten worden
opgevolgd. De farmaceutische strategie zal een sterke samenhang met het pakket over
de EU Health Union gepubliceerd op 11 november 2020 hebben en heeft raakvlakken met andere EU beleidsterreinen
zoals het industriebeleid, digitalisering, de EU Green Deal en intellectueel eigendom. Na publicatie van het Commissievoorstel zal uw Kamer een
kabinetsappreciatie ontvangen.
Nederlandse inzet
Nederland is voorstander van een EU farmaceutische strategie en hecht aan het garanderen
van de beschikbaarheid van veilige, kwalitatief goede, effectieve en betaalbare medicijnen
voor de patiënt. Nederland zet zich op dit terrein dan ook al geruime tijd proactief
in en werkt samen met andere EU lidstaten en de Europese Commissie. Nederland zal
tijdens de Gezondheidsraad inbrengen dat de Europese Commissie en de lidstaten gezamenlijk
een concreet implementatieplan voor de strategie moeten opstellen om snel uitvoering
te geven aan de acties. Nederland zal hier voorstellen dat de Europese Commissie prioriteit
moet geven aan de aanpak van geneesmiddelentekorten, het borgen van de leveringszekerheid,
het toekomstgericht maken van het kader van Advanced Therapy Medicinal Products (ATMPs) en de discussie starten over een EU definitie van Unmet Medical Needs met de link naar weesgeneesmiddelen.
Informatiepunten
Nederland heeft verzocht om agendering van de aanpak van SARS-CoV-2 bij nertsen. Nederland
beschouwt de situatie met betrekking tot SARS-CoV2-infectie bij nertsen als een probleem
voor de EU als geheel, aangezien het een risico vormt voor de volksgezondheid vanwege
het mogelijke reservoir dat de nertsensector kan worden. Dit vereist voorzorgsmaatregelen
in de hele EU en een geharmoniseerde One Health-benadering. De ziekte bij nertsen voldoet aan de criteria van een emerging disease volgens de definitie van de Wereldorganisatie voor Diergezondheid (OIE). Nederland
wil dan ook dat de ziekte als zodanig op Europees niveau wordt geclassificeerd en
zal hier in de Raad aandacht voor vragen. Nederland wil dat er, in aansluiting daarop,
een verplicht monitoringsprogramma komt en een geharmoniseerde aanpak wat betreft
bestrijding. Daarnaast is Nederland van mening dat alle besmette nertsenboerderijen
moeten worden geruimd. Nederland zal niet alleen het belang van de One Health-benadering benadrukken. Nederland roept op tot een gezamenlijke één gezondheidsaanpak
van de EU op dit gebied. Deze benadering moet niet beperkt blijven tot nertsen. Hierin
volgt Nederland ook de WHO in haar oproep om in verband met reservoirvorming de overdracht
van SARS-CoV-2 te monitoren in andere diersoorten die daar gevoelig voor zijn, inclusief
nertsenbedrijven.
Het Duitse Voorzitterschap zal een toelichting geven op de voortgang van de onderhandelingen
over de verordening van de Health Technology Assessment. Mede door de COVID-19 crisis hebben de onderhandelingen over de verordening Health Technology Assessment de afgelopen maanden slechts zeer beperkt plaatsgevonden. Het Duitse voorzitterschap
heeft de intentie te komen tot een gemeenschappelijke positie van de Raad, zodat de
trilogen begin volgend jaar kunnen starten. Op dit moment is nog onduidelijk of dit
nog haalbaar is.
Voorts zal het Duitse Voorzitterschap een toelichting geven op de voortgang van de
onderhandelingen in de triloog over het EU4Health programma. Nederland zal de informatie
van het voorzitterschap aanhoren. Zowel de aanpak van COVID-19 en health crisismanagement,
als het voortzetten van de lopende EU-samenwerking zijn een prioriteit voor het kabinet.
Het gezondheidsprogramma biedt goede mogelijkheden om de lopende EU-samenwerking en
de nieuwe inzet van de Commissie Von der Leyen op bijvoorbeeld een EU farmaceutische
strategie, gezonde voeding en voedselveiligheid, digitale transformatie van de zorg
en structurele ondersteuning van Europese netwerken voor zeldzame ziekten te realiseren.
De Raad zal door de Europese Commissie worden geïnformeerd over het Europese kankerplan
dat naar verwachting op korte termijn gepubliceerd zal worden. Het streven van de
Europese Commissie is om hierbij in te gaan op verschillende stadia van de ziekte,
van preventie, diagnostiek, behandeling, herstel en palliatieve zorg. Ten aanzien
van preventie van niet overdraagbare ziekten zoals kanker legt Nederland de nadruk
op het zoveel mogelijk voorkomen van ziektelast door bijvoorbeeld preventie op het
gebied van roken, alcohol, voeding en een gezonde levensstijl. Naar aanleiding van
dit informatiepunt zal Nederland in de Raad aandacht vragen voor de beschikbaarheid
van medische isotopen voor diagnostiek en de behandeling van veel kankersoorten. Het
is onduidelijk of de bestaande kernreactoren en andere productiefaciliteiten en initiatieven
kunnen voorzien in de toekomstige vraag naar medische isotopen. Om die reden pleit
Nederland voor een meer coördinerende rol van de Commissie om toekomstige voorzieningszekerheid
en zelfvoorzienendheid van medische isotopen in de EU te borgen. Na publicatie van
het Commissievoorstel zal uw Kamer een kabinetsappreciatie ontvangen.
De Europese Commissie zal de Raad informeren over de voortgang van de implementatie
van de verordeningen op het gebied van medische hulpmiddelen (MDR) en diagnostische
testen (IVDR). De verordening voor medische hulpmiddelen zou mei 2020 inwerkingtreden,
maar is als gevolg van de coronapandemie uitgesteld tot mei 2021. De verordening specifiek
gericht op diagnostische tests (ook wel in vitro diagnostica genoemd, afgekort IVD’s
wordt in mei 2022 van kracht. Deze twee verordeningen bevatten strengere regels die
de veiligheid en effectiviteit van medische hulpmiddelen en tests in de toekomst beter
moet borgen en moeten een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het verhogen van de
patiëntveiligheid. Als gevolg van de coronapandemie is de implementatie van beide
verordeningen onder druk komen te staan, zowel bij de Commissie als bij de lidstaten.
De Commissie heeft in samenspraak met de lidstaten diverse acties ondernomen om de
implementatie te bevorderen.
Tot slot zal het Duitse voorzitterschap nog een terugkoppeling verzorgen over de voorzitterschapsactiviteiten
die zij binnen het domein gezondheid heeft georganiseerd. Daarnaast zal Portugal een
toelichting geven op het werkprogramma van het inkomende Portugese voorzitterschap
(januari t/m juni 2021).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg