Brief regering : Geannoteerde agenda videoconferentie informele Raad voor Consumentenbescherming van 7 december 2020
21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 513 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 november 2020
Op 7 december 2020 organiseert het Duitse voorzitterschap via videoconferentie een
Raad voor Consumentenbescherming. Bijgevoegd vindt u de geannoteerde agenda met daarin
de inzet van het kabinet.
Tijdens de Raad zullen de lidstaten van gedachten wisselen over de recent door de
Commissie gepresenteerde consumentenagenda.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer
Geannoteerde agenda Informele videoconferentie Raad voor Consumentenbescherming van
7 december 2020
Beleidsdebat
Op 7 december 2020 zal via videoconferentie de eerste informele Raad voor Consumentenbescherming
plaatsvinden onder Duits voorzitterschap. De Raad zal van gedachten wisselen over
de verschillende uitdagingen waar het consumentenbeleid momenteel voor staat.
De Commissie heeft op 13 november haar nieuwe Europese Consumentenagenda gepubliceerd.1 In deze agenda presenteert de Commissie een visie op EU-consumentenbeleid voor de
periode 2020–2025. De agenda bouwt voort op de Consumentenagenda uit 2012 die in 2020
afloopt. Daarnaast heeft de nieuwe agenda aandacht voor consumentenbelangen in het
licht van de COVID-19-pandemie. De Commissie constateert dat door de pandemie consumenten
voor uitdagingen worden gesteld die hun dagelijkse leven raken, in het bijzonder de
beschikbaarheid van en toegang tot producten en diensten, alsmede het reizen binnen
en van en naar de EU.
De Commissie benoemt vijf prioriteiten, namelijk 1) de groene transitie, 2) de digitale
transformatie, 3) verhaalmogelijkheden en handhaving van consumentenrechten, 4) specifieke
behoeftes van bepaalde groepen consumenten en 5) internationale samenwerking. Het
doel is om maatregelen voor een meer groene, digitale en eerlijke interne markt te promoten om zo
het consumentenvertrouwen te bevorderen. Dit is nodig omdat consumentenbestedingen
in grote mate bijdragen aan het economisch herstel.
Het kabinet hecht veel waarde aan het werken aan een toekomstbestendig Europees consumentenbeleid.
Daarom zal ik inbrengen dat Nederland deze nieuwe Europese Consumentenagenda, die
een duidelijke focus aanbrengt in toekomstig beleid en acties binnen de EU, steunt.
De Commissie zet vooral in op duurzaamheid. Zij wil consumenten beter laten informeren
over de mate van duurzaamheid van hun aankoop. Daarbij maakt de Commissie wel de aantekening
dat dit niet moet leiden tot een overdaad aan informatie en tot hoge extra kosten
voor het bedrijfsleven. Dit is ook voor het kabinet een belangrijk punt; de oplossing
van consumentenproblemen ligt niet altijd in het verstrekken van meer informatie.
Ik zal daarom tijdens de informele Raad pleiten voor zinvolle informatie. Daarnaast
is het kabinet in beginsel geen voorstander van een nieuw juridisch consumentenkader
voor duurzaamheid. Het ziet juist toegevoegde waarde in het zodanig aanpassen en vormgeven
van het bestaande consumentenacquis dat duurzaamheid daar een integraal onderdeel
van wordt. Door gebruik te maken van het bestaande instrumentarium en handhavingskader
blijven de regeldruk en nalevingskosten voor bedrijven laag en toezicht effectiever.
Een andere belangrijke pijler voor de Commissie is digitalisering. De Commissie hanteert
daarbij hetzelfde uitgangspunt als de kabinetsinzet van de afgelopen jaren2: de consument moet zowel offline als online goed beschermd worden en met hetzelfde
vertrouwen via elk verkoopkanaal aankopen kunnen doen. Voor het kabinet is vooral
belangrijk dat duidelijk wordt dat platforms als belangrijke online marktspeler bepaalde
verantwoordelijkheden hebben ten opzichte van consumenten passend bij het type platform.
De Commissie geeft in de nieuwe Consumentenagenda aan dat de Digital Services Act
(DSA), die de Commissie op 9 december zal presenteren, dit gaat adresseren. Voor het
kabinet is het belangrijk dat de rol van platforms duidelijk wordt vastgelegd zodanig
dat de verantwoordelijkheid van platforms in alle lidstaten op eenzelfde wijze geldt.
Het maakt daarbij niet uit in welk instrument dit geregeld wordt. Dit kan de DSA zijn,
de herziening van de richtlijn Algemene Productveiligheid, of via een horizontaal
instrument zoals «Platform-to-Consumer (P2C)» regelgeving, waarin de relatie tussen
platforms en consumenten specifieker kan worden gereguleerd, parallel aan de reeds
bestaande «platform-to-business (P2B)» Verordening3.
De Commissie zet ook nadrukkelijk in op de handhaving van consumentenregels. het kabinet
steunt dit en ziet ook de voordelen van de versterkte samenwerking tussen lidstaten
zoals vastgelegd in de nieuwe CPC-Verordening en de coördinerende rol voor de Commissie in gezamenlijke acties door de
lidstaten. Ik zal tijdens de Raad pleiten voor zoveel mogelijk harmonisatie van consumentenregels
binnen de EU, niet alleen om consumenten in de hele EU op gelijke wijze te beschermen
maar ook om rechtszekerheid te bieden voor ondernemers die actief zijn in meerdere
EU-lidstaten.
Tot slot zet de Commissie uiteen hoe zij de prioriteiten van de Europese Consumentenagenda
jaarlijks gaat herzien en hoe de discussie daarover gevoerd gaat worden met betrokken
stakeholders zoals consumentenorganisaties, bedrijfsleven, toezichthouders etc. Ook
zet zij in op een actiever Consumer Policy Network. Nederland speelt hierin graag een actieve en aanjagende rol.
Indieners
-
Indiener
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.