Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het bericht Drugs-tsunami dreigt in polders rond Utrecht: ‘Criminelen zien dat het minder goed gaat bij boeren en slaan toe’
29 911 Bestrijding georganiseerde criminaliteit
Nr. 298
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2020
Op verzoek van de vaste commissie van Justitie en Veiligheid doe ik u hierbij een
reactie toekomen op het bericht Drugs-tsunami dreigt in polders rond Utrecht: «Criminelen zien dat het minder goed
gaat bij boeren en slaan toe».
In het bericht wordt een zorgwekkend beeld geschetst van de aantrekkingskracht van
het buitengebied rond Utrecht voor drugscriminelen. Volgens het bericht is het in
de anonimiteit drugs produceren en opslaan in het buitengebied gemakkelijk, de leegstand
van schuren en de financiële kwetsbaarheid van agrarische ondernemers neemt toe en
volgens signalen van de politie worden bewoners nu al met enige regelmaat benaderd.
Het beeld dat in de berichtgeving geschetst wordt komt overeen met het beeld dat van
het op 9 oktober jl. gepubliceerde rapport «Weerbare boeren in kwetsbaar gebied –
over drugscriminaliteit en ondermijnende effecten daarvan op boeren en tuinders».
Dit onderzoek is in opdracht van landbouworganisatie ZLTO en het Aanjaagteam Ondermijning
verricht. Met deze brief bied ik u dit rapport aan1.
Rapport «Weerbare boeren in kwetsbaar gebied»
Aan de hand van media en literatuurstudie, interviews met experts en boeren en tuinders,
gereconstrueerde politiedossiers en een vragenlijst onder agrarische ZLTO-leden is
in de periode januari tot en met september 2020 deze problematiek nader onder de loep
genomen.
Enkele conclusies in het genoemde rapport ten aanzien van de aard en omvang:
– Er is geen tot weinig cijfermatig zicht op de betrokkenheid van boeren en tuinders
bij drugscriminaliteit.
– Er kan worden geconstateerd dat veel (actieve) agrarisch ondernemers weerbaar zijn
en niet ingaan op de verleiding van «snel geld».
– 17% van de agrarische respondenten heeft weleens iemand aan de deur gehad die het
agrarisch bedrijfsgebouw/-terrein wilde gebruiken waarbij de intenties mogelijk verband
hielden met drugscriminaliteit.
– Twee op de drie agrarische respondenten antwoorden bevestigend op de vraag of drugscriminelen
weleens gebruik hebben gemaakt van agrarische bedrijfsgebouwen/-terreinen in hun woonplaats
of omliggende woonplaatsen.
– Bijna 1 op de 3 twijfelt of zij hun vermoeden dat drugs geproduceerd, opgeslagen of
gedumpt wordt op een agrarisch bedrijfsterrein zouden melden. 7% zou dit niet doen.
– Er zijn geen patronen te vinden wegens te veel verschillen in gevonden drugsproductielocaties
in het buitengebied.
In het rapport worden onder meer aanbevelingen gedaan over de meldingsbereidheid,
de omgang met meldingen en informatie en intensiever contact met brancheverenigingen.
Reactie op het rapport
Hoewel het goed nieuws is dat volgens het rapport veel (actieve) agrarisch ondernemers
weerbaar zijn vind ik de conclusie zorgelijk met betrekking tot drugscriminelen die
in de directe nabijheid van de respondenten actief zouden zijn. Het is dan ook van
groot belang verbeteringen te realiseren ten aanzien van de lage meldingsbereidheid
en het lage vertrouwen in de overheid bij deze ondernemers.
Met mijn ondersteuning wordt op steeds meer plekken aan de hand van het instrument
«Veilig Buitengebied» door publieke en private partijen deze ondermijnende criminaliteit
aangepakt. Lokale partijen werken daarmee gezamenlijk aan een veiliger buitengebied
onder meer door georganiseerd toezicht en voorlichtingsbijeenkomsten. Bij deze bijeenkomsten
worden ook concrete adviezen en handelingsperspectieven aangereikt. Gemeenten, provincie,
politie, Openbaar Ministerie, RIEC’s, Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en
Veiligheid, Platforms Veilig Ondernemen, omgevingsdiensten, terrein beherende organisaties,
wildbeheereenheden, hengelsportorganisaties, landgoedeigenaren, jagers(verenigingen),
land- en tuinbouworganisaties, maar zeker ook bewoners en bedrijven verkrijgen met
het instrument «Veilig Buitengebied» inzicht in de problemen, formuleren een gemeenschappelijk
doel en maken gezamenlijk afspraken over de aanpak. Buitengebieden die volgens deze
aanpak werken worden weerbaarder en de meldingsbereidheid gaat omhoog.
Vanuit de 100 miljoen euro die beschikbaar is uit het Regeerakkoord, wordt de regionale
versterking van de aanpak van ondermijning ondersteund. In de regio Midden-Nederland
is men in 2019 van start gegaan met een meerjarig programma tegen ondermijnende drugscriminaliteit.
Als onderdeel van dit offensief zijn in de regio districtelijke teams ingericht, waarbij
in de districten Flevoland en Oost-Utrecht het agrarisch buitengebied als een van
de focusthema’s in aangewezen. Ondernemers en agrariërs wordt geleerd hoe drugscriminelen
mogelijk misbruik van hen maken en wat zij daartegen kunnen doen. Daarbij worden zij
actief betrokken en wordt de publiek-private samenwerking met de branche gezocht.
Op deze wijze vergroten we de weerbaarheid van de agrarisch ondernemers in het buitengebied.
In aanvulling op de gelden uit het Regeerakkoord heb ik onlangs extra incidentele
middelen voor de versterking van de lokale, regionale aanpak beschikbaar gesteld.
In de regio Midden-Nederland worden deze gelden onder meer benut om de inzet van de
districtelijke teams met focus op het buitengebied in 2021 en 2022 te continueren
en te versterken.
Vervolg
Ik ben in contact met het Aanjaagteam Ondermijning en ZLTO over de aanbevelingen van
het rapport. Onder andere wordt gedacht aan het in pilotvorm instellen van een vertrouwenspersoon
bij ZLTO waar agrariërs met vragen terecht over verhuur, niet acute verdachte situaties
en met veiligheidszorgen terecht kunnen. Dit moet de drempel tot melden verlagen.
Op korte termijn wordt een webinar georganiseerd voor de leden van LTO en wordt het
rapport besproken met de M50 (middelgrote gemeenten). Voor de P10 (plattelandsgemeenten)
is dat aanbod ook gedaan. Er ligt voor de gemeenten ook een belangrijke opgave, onder
meer door leegstand zoveel mogelijk te beperken. Met vele partijen slaan we ook hier
de handen ineen om de aanpak van georganiseerde ondermijnende (drugs)criminaliteit
naar een steeds hoger niveau te tillen.
In de volgende voortgangsbrief over ondermijnende criminaliteit zal ik uw Kamer over
de voortgang op dit gebied informeren.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid