Brief regering : Voortgangsbrief Iedereen Onderweg
24 170 Gehandicaptenbeleid
23 645 Openbaar vervoer
Nr. 239 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG EN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR
EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2020
Naar school, de bioscoop of op bezoek bij familie. Vervoer is voor mensen met een
mobiliteitsbeperking een randvoorwaarde om hun leven net als alle anderen te kunnen
leiden. Maar dat is nog altijd niet vanzelfsprekend. Reizen van A naar B met collectief
vervoer is lang niet voor al deze mensen even gemakkelijk, of ze nu het openbaar vervoer
(OV) of doelgroepenvervoer gebruiken. Zo hebben mensen met een mobiliteitsbeperking
bijvoorbeeld moeite zelfstandig bij een bushalte of station te komen, of hebben hulp
nodig bij het instappen. Deze mensen hebben daarom behoefte aan passend, laagdrempelig
vervoer dat zo is ingericht dat ze zoveel mogelijk zelf kunnen bepalen hoe en wanneer
ze ergens heengaan. Juist ook nu, tijdens deze coronacrisis. Want ondanks hun beperking
willen zij zoveel mogelijk eigen regie over hun dagelijks leven behouden en blijven
meedoen.
In maart 2019 heeft uw Kamer de vernieuwingsagenda Iedereen Onderweg ontvangen. Die
agenda heeft ten doel dat mensen met een mobiliteitsbeperking steeds meer op eigen
kracht met het OV kunnen reizen en/of comfortabel gebruik kunnen maken van het doelgroepenvervoer1.
Wij hebben toegezegd de voortgang van Iedereen Onderweg en mogelijke vervolgstappen
met Uw Kamer te delen. Met deze brief doen we deze toezegging gestand: we gaan in
op de belangrijkste ontwikkelingen en uitdagingen. Ook brengen we de belangrijkste
resultaten in beeld en leggen we de vervolgstappen per actielijn aan u voor.
Kernboodschap van deze brief is:
– We zijn blij met de inzet van alle betrokken partijen die de toegankelijkheid en klantgerichtheid
van het OV en doelgroepenvervoer voor mensen met een mobiliteitsbeperking willen vergroten.
– In deze brief schetsen we de verhalen van Noureddine, Flor en Priscilla: deze voorbeelden
zijn exemplarisch voor de resultaten van onze gezamenlijke inzet.
– We zijn dan ook trots dat er door alle betrokken partijen – ondanks de moeilijke omstandigheden
in deze coronatijd – mooie stappen gezet zijn om de ambitie van Iedereen Onderweg
te realiseren. Een paar voorbeelden:
– Reizigers met een mobiliteitsbeperking hebben dankzij verbeterde toegankelijkheidsinformatie
van bushaltes en liften op stations meer zicht op hun vervoersmogelijkheden.
– Initiatieven voor begeleiding naar het OV, waaraan in Iedereen Onderweg een impuls
is gegeven, faciliteren dat mensen met een mobiliteitsbeperking vertrouwd raken met
het OV en zelfstandig kunnen reizen.
– Dankzij het gebruik van een gezamenlijke taal (het Woordenboek Reizigerskenmerken) kunnen vervoerders en gemeenten/provincies efficiënter met elkaar werken en zorgen dat vervoerders
precies weten wat de behoefte van de klant is, teneinde hen hier beter in te voorzien.
– De bij Iedereen Onderweg betrokken partijen hebben tijdens de eerste werkconferentie
van het Inclusive Mobility Lab kennis en ervaringen met elkaar gedeeld en de basis gelegd voor verdere samenwerking.
– We blijven ons inzetten om de ambitie van Iedereen Onderweg te realiseren want we
zijn ervan overtuigd dat we nog meer kunnen bereiken. In het voorjaar van 2021 organiseren
we, samen met betrokken partijen een bijeenkomst waarin we, ook met (vertegenwoordigers
van) mensen met een mobiliteitsbeperking zullen bepalen of we nog steeds op de goede
weg zijn en of de vernieuwingsagenda aanvulling of aanpassing nodig heeft.
Leeswijzer
Deze brief is als volgt opgebouwd:
– We staan kort stil bij de impact van corona op de voortgang van Iedereen onderweg.
– We schetsen kort de context, ambitie en doelen van Iedereen onderweg.
– We geven per actielijn de stand van zaken van de verschillende acties en eventuele
vervolgstappen weer en we gaan in op de invulling van het Inclusive Mobility Lab.
– Tot slot werpen we een blik op de toekomst en geven we aan hoe we verder met dit traject
gaan.
De impact van corona
We sturen u deze brief in een uitzonderlijke tijd. Een tijd waarin het coronavirus
ons land in zijn greep heeft. De uitbraak van het coronavirus en de maatregelen die
we als land tegen de uitbraak en verspreiding van het virus hebben genomen en nog
steeds nemen, hebben een grote impact op de vervoersector. Belangrijke oorzaken zijn
enerzijds de plotselinge teruglopende vervoersvraag en anderzijds de inrichting van
het overgebleven vervoer volgens de veiligheidsadviezen van het RIVM en OMT. De prioriteit
van de bij Iedereen Onderweg betrokken partijen, waaronder decentrale overheden en
vervoerders, lag de afgelopen maanden vanzelfsprekend op het waarborgen van de continuïteit,
zodat de kwetsbare reizigers tijdens de coronacrisis én in de toekomst de vervoersvoorzieningen
kunnen blijven gebruiken. Vernieuwende trajecten, zoals Iedereen onderweg, hebben
daarom vertraging opgelopen. Toch blijven we ons samen met partijen inzetten de acties
uit Iedereen Onderweg een stap verder te brengen, ook binnen de huidige context.
Alle betrokken partijen hebben zich ingezet om ondanks deze moeilijke omstandigheden
en de daaraan gekoppelde beperkingen te blijven werken aan merkbare verbetering voor
reizigers met een mobiliteitsbeperking. We presenteren u de resultaten van deze inspanningen
en illustreren deze met concrete voorbeelden van de merkbare verbetering voor de reiziger.
We hebben er vertrouwen in dat voorzetting van de goede samenwerking tussen de betrokken
partijen tot nog meer mooie resultaten in de toekomst zal leiden.
Zelfstandig met de trein reizen dankzij OV-coach
Welk perron, waar inchecken, de juiste uitgang. Met het openbaar vervoer reizen is
voor mensen met een beperking vaak een opgave. Zo ook voor Noureddine, die slechtziend
is. Samen met een OV-coach oefende hij zijn dagelijkse routes, waardoor hij nu zelfstandig
met het OV kan reizen. «Dat heeft me vrijheid gegeven. En zelfvertrouwen, ik weet
nu dat ik het ook zelf kan.»
Nadat de kennis die steeds met Noureddine meereisde was weggevallen, attendeerde zijn
zorgconsulent hem op de OV-coach. Dit project is een initiatief van de gemeente Amsterdam
waarin 16 partijen zich samen inzetten om mensen met een beperking zelfstandig te
leren reizen. «Een OV-coach oefende met mij de routes die ik geregeld afleg: van huis
naar werk, naar het winkelcentrum, naar het station. Samen keken we welke route het
makkelijkst was. En het veiligst. Ik loop liever een straatje om dan dat ik een oversteekplaats
neem die niet veilig is2.»
Vernieuwingsagenda Iedereen Onderweg
Iedereen Onderweg maakt onderdeel uit van het programma Onbeperkt Meedoen! Hiermee
werkt het kabinet aan de implementatie van het VN-verdrag handicap. Over de voortgang
van dit programma is uw Kamer recent geïnformeerd.3
Iedereen Onderweg richt zich op drie actielijnen:
1. Gebruik van het openbaar vervoer stimuleren;
2. Doelgroepenvervoer efficiënter en klantgerichter organiseren; en
3. Doelgroepenvervoer en openbaar vervoer beter op elkaar laten aansluiten.
In deze lijnen staan thema’s centraal die zijn ingebracht door reizigers zelf:
1. Reis- en toegankelijkheidsinformatie
2. Bejegening
3. Toegankelijkheid van de fysieke ruimte rond het openbaar vervoer
4. Betrouwbaarheid en voorspelbaarheid
5. Verbeteren indicatie en registratie
6. Eigen regie op vervoer
Deze thema’s combineren wij in de verschillende lijnen van Iedereen Onderweg met thema’s
en initiatieven van (decentrale) overheden en vervoerders om een integraal beeld te
schetsen van de ervaren drempels en de bijdrage die betrokken partijen leveren aan
de structurele en merkbare verbetering die we beogen.
De vormgeving en uitvoering van het doelgroepenvervoer en het openbaar vervoer zijn
grotendeels gedecentraliseerd. Daarom staat of valt het succes van Iedereen Onderweg
met de inzet en betrokkenheid en onderlinge samenwerking van alle landelijke en lokale
partijen, waarbij de reizigers nadrukkelijk worden betrokken. In de praktijk blijkt
dat decentrale overheden en private partijen al op veel plekken nieuwe verbindingen
tot stand brengen tussen het doelgroepenvervoer en het openbaar vervoer. In Iedereen
Onderweg is aansluiting gezocht bij deze lopende initiatieven.
In deze context nemen wij een faciliterende en aanjagende rol op ons om partijen bij
elkaar te brengen en uitwisseling van kennis en expertise te bevorderen.
Samen met betrokken partners wordt hard gewerkt aan het vergroten van de toegankelijkheid
van het openbaar en doelgroepenvervoer.
Waar staan we nu en wat zijn vervolgstappen?
Onder de drie genoemde actielijnen van Iedereen Onderweg vallen verschillende maatregelen
en activiteiten. In het vervolg van deze brief wordt per actielijn een stand van zaken
gegeven van de daartoe behorende maatregelen, inclusief voorgenomen vervolgstappen.
1. Gebruik van het openbaar vervoer stimuleren
In deze actielijn staan de thema’s «reis- en toegankelijkheidsinformatie» en «toegankelijkheid
van de omgeving van stations en haltes» die door reizigers zijn ingebracht centraal.
Mensen met een beperking willen namelijk vaak wel gebruik maken van het openbaar vervoer,
maar kunnen of durven dit niet altijd. Het is hen soms onvoldoende duidelijk of het
openbaar vervoer naar de gewenste bestemming toegankelijk is. Door het verbeteren
van de reis- en toegankelijkheidsinformatie krijgen mensen met een beperking meer
zicht en regie op hun vervoersmogelijkheden. Daarnaast kan het zijn dat mensen nog
te weinig vertrouwd zijn met het OV. Ze hechten aan de zekerheid van het doelgroepenvervoer;
en al zijn er inmiddels ook in het OV-assistentiemogelijkheden, mensen kiezen liever
voor wat ze al kennen. Ook als uit (verkeers)veiligheidsoogpunt een overstap van de
eigen vervoermiddelen naar OV gewenst is, wordt dat vaak te lang uitgesteld. Daarom
wordt binnen deze actielijn ook een impuls gegeven aan initiatieven voor begeleiding
naar het OV via OV-ambassadeurs4.
In de Contourennota Toekomstbeeld OV 2040 is aangegeven dat wordt gestreefd naar volledig
toegankelijk OV in 2040 conform het VN-verdrag inzake de rechten van personen met
een handicap. Om hiertoe te komen worden momenteel afspraken voorbereid. Hierbij zijn
(vertegenwoordigers van) mensen met een beperking, decentrale OV-autoriteiten en vervoerders
betrokken. In een werkconferentie in juni 2020 is met deze partijen breed geïnventariseerd
waar mogelijkheden zijn voor verbetering. Onderwerpen van gesprek zijn bijvoorbeeld
verdere verbetering van reisinformatie, reisassistentie en de toegankelijkheid van
bus- en tramhaltes. Naar verwachting wordt in het voorjaar van 2021 een bestuursakkoord
gesloten over toegankelijkheid van het OV.
Scan toegankelijkheid stationsomgeving
Jan Poot heeft een visuele beperking en is sinds 2004 volledig blind. Hij gebruikt
bijna dagelijks de bus, tram, metro of trein om te gaan en staan waar hij zelf wil.
De afgelopen maanden was dat een stuk minder vanwege de maatregelen tegen de verspreiding
van het coronavirus. Alleen voor noodzakelijke reizen ging Jan de deur nog uit. Tijdens
zo’n reis is de overstap van het ene naar het andere openbaar vervoersmiddel een spannend
moment. De toegankelijkheid van stationsomgevingen laat namelijk soms te wensen over.
Gelukkig is dat laatste in Rotterdam, waar Jan regelmatig komt, wel goed geregeld.
Op het gebied van toegankelijkheid geldt de stationsomgeving van Rotterdam dan ook
als nationaal en internationaal voorbeeld. De verschillende vormen van openbaar vervoer
sluiten hier goed op elkaar aan voor mensen met een beperking. Hoe dat komt? «Er is
op voorhand goed overleg geweest tussen ProRail (eigenaar perrons), NS (eigenaar stationsgebouw)
en de gemeente (eigenaar stationsomgeving),» vertelt Tjebbe Ruskamp van ProRail. Want
juist op dat punt gaat het vaak mis.5
Verbeterde toegankelijkheidsinformatie bushaltes
Binnen het samenwerkingsverband DOVA6 hebben de decentrale OV-autoriteiten afspraken gemaakt over verbetering van reisinformatie
voor mensen met een beperking. Tot nu toe was het slechts mogelijk om reisadviezen
af te geven voor volledig toegankelijk gemaakte bushaltes voor rolstoelers en voor
mensen met een visuele beperking. Door onduidelijkheid over de gehanteerde norm was
de reisinformatie hierover niet volledig betrouwbaar. Met deze afspraken wordt het
mogelijk dat in de toekomst betrouwbaardere reisadviezen worden gegeven voor mensen
in een rolstoel, mensen die visueel beperkt zijn en als aanvulling ook voor mensen
die drempelvrij willen reizen.
Het CROW KpVV (kennisprogramma op het gebied van mobiliteit voor decentrale OV-autoriteiten,
verder: CROW) heeft samen met de OV-autoriteiten en vertegenwoordigers van reizigers
een lijst met aspecten en minimale waarden opgesteld waarvan de gegevens de basis
vormen voor goede reisinformatie over toegankelijke OV-reizen per bus, waaronder de
bushaltes zelf. Daarbij is onder meer gebruik gemaakt van de eerder door CROW opgestelde
richtlijn omtrent toegankelijkheid van bushaltes. Voor mensen in een rolstoel, reizigers
met een visuele beperking en voor mensen die drempelvrij willen reizen is aangegeven
waar een halte en een voertuig aan moet voldoen om toegankelijk te zijn. Het gaat
dan over bijvoorbeeld de aansluiting van het voertuig op de halte, de plaats van een
instapmarkering, de voorwaarden waaraan een geleidelijn moet voldoen en de breedte
van de route naar de halte. De OV-autoriteiten verbeteren in samenwerking met wegbeheerders
aan de hand van deze aspecten de datakwaliteit en bekijken in samenspraak met vervoerders,
reisinformatieaanbieders en vertegenwoordigers van mensen met een beperking welke
acties verder nog nodig zijn en of een dergelijke lijst kan worden vastgesteld voor
tram en metro. De OV-autoriteiten onderzoeken met IenW of deze voor reisinformatie
opgestelde kaders ook kunnen worden toegepast in programma’s van eisen voor aanleg.
Verbeterde informatie over toegankelijkheid liften stations
ProRail voert een project uit waarbij de werking van liften in stations wordt gemonitord.
Naar verwachting zullen in 2022 alle liften zijn voorzien van dergelijke monitoring.
ProRail zal deze real time informatie beschikbaar stellen zodat app bouwers deze in
de reisinformatie kunnen opnemen (zoals 9292 en de NS-app). Met behulp hiervan kunnen
reizigers die, bijvoorbeeld door hun beperking, zijn aangewezen op de lift weten of
de lift waar zij gebruik van willen maken werkt.
Specifieke uitkering voor inzet ov-ambassadeurs in ontwikkeling
In een aantal regio’s is ervaring opgedaan met OV-ambassadeurs. OV-ambassadeurs werken
samen met OV-bedrijven en lokale overheden en organiseren informatiebijeenkomsten,
inloopspreekuren, proefreizen en dergelijke. Zij verlagen zo de drempel om met trein,
bus, tram of metro te reizen voor mensen die daar moeite mee hebben, ook als veilig
alternatief voor andere vervoermiddelen. Op die manier dragen OV-ambassadeurs bij
aan verbetering en behoud van (veilige) mobiliteit. Met stakeholders is besproken
op welke wijze dit concept breder kan worden ingezet na opschaling. In het eerste
kwartaal van 2021 komt IenW met een specifieke uitkering voor het stimuleren van de
inzet van OV-ambassadeurs. Gemeenten kunnen hier aanspraak op maken vanaf 2021 en
zo bevorderen dat meer mensen (met een beperking) gebruik maken van het OV.
Instrumenten ontwikkeld om toegankelijkheid van omgeving van stations en haltes te
onderzoeken en verbeteren
IenW heeft een aantal producten laten ontwikkelen die gemeenten kunnen gebruiken om
de toegankelijkheid van stations en haltes te onderzoeken en verbeteren:
1. een model scan voor de schouw van stationsomgevingen samen met mensen met een beperking;
en
2. een handreiking om samen met partijen die rond een station betrokken zijn, aan de
slag te gaan met het verbeteren van de toegankelijkheid van de stationsomgeving. Deze
handreiking is in een pilot ontwikkeld op zes locaties. Uit de pilots is gebleken
dat het essentieel is om vroeg in en gedurende het proces voor de ontwikkeling van
een knooppunt te werken vanuit het perspectief van toegankelijkheid voor alle reizigers
en met ervaringsdeskundigen te kijken naar toegankelijke routes naar de bestemmingen
rond een station.
Het CROW heeft deze producten opgenomen in de kennisbank7.
Eisen aan bejegening in bestekken openbaar vervoer monitoren
Met het onderzoek »Toegankelijkheid in aanbestedingsdocumenten OV-concessies – Eindrapportage
analyse aanbestedingsdocumenten» hebben CROW en de inkopende overheden van OV meer
inzicht proberen te krijgen in de mate waarin toegankelijkheid van het OV is geborgd
in aanbestedingsdocumenten van OV-concessies. Uit dit onderzoek blijkt dat aan de
rol van het personeel in relatie tot toegankelijkheid beperkt aandacht wordt gegeven
in de onderzochte programma’s van eisen. Het rapport geeft aan dat de ervaring bestaat
dat overheden er doorgaans voor kiezen om dergelijke onderwerpen aan de vervoerder
over te laten. Het rapport adviseert de dialoog tussen overheid, vervoerders en belangenverenigingen
over wat welke partij kan doen om toegankelijkheid in de praktijk verder te verbeteren.
Dit is onderwerp van de gesprekken met (vertegenwoordigers van) mensen met een beperking,
overheden en vervoerders in het kader van nieuwe afspraken over toegankelijkheid van
het OV.
Vervoerregio en gemeente Amsterdam – Inclusieve Mobiliteit
De Vervoerregio Amsterdam werkt momenteel aan een Uitvoeringsprogramma Inclusieve
Mobiliteit om een inclusiever en toegankelijker mobiliteitssysteem te realiseren waarin
reizigers zo zelfstandig mogelijk kunnen reizen. Dit Uitvoeringsprogramma wordt naar
verwachting eind 2020 vastgesteld. Een aantal activiteiten uit het Uitvoeringsprogramma
is al gestart. Een voorbeeld daarvan is de OV-coach (reeds beschreven in Iedereen
onderweg! als project van de gemeente Amsterdam, sinds januari 2020 door de Vervoerregio
regionaal uitgevoerd). In dit project leren mensen met een mobiliteitsbeperking zelfstandig
te reizen, wat aan hun zelfredzaamheid bijdraagt, onder begeleiding van een OV-coach.
Een ander project dat loopt is Startup in Residence (SIR) waar de gemeente Amsterdam
opdrachtgever van is. SIR loopt al meerdere jaren en daagt de markt uit om met innovatie
oplossingen te komen voor maatschappelijke vraagstukken. Dit jaar is de Vervoerregio
opdrachtgever voor twee vraagstukken binnen dit project. Eén van deze challenges is
het opzetten van een digitaal platform voor hulp onderweg voor de regio Amsterdam.
Dit digitaal platform verbindt mensen, die een helpende hand kunnen gebruiken, met
mogelijke vrijwilligers die zich in de buurt bevinden. De vrijwilligers kunnen de
mensen met een beperking zodoende assisteren bij hun reis.
2. Doelgroepenvervoer efficiënter en klantgerichter organiseren
Overheden en vervoerders zetten in op het ontwikkelen van een kwalitatief goed en
betaalbaar doelgroepenvervoerssysteem. Deze aanpak draait niet alleen om een efficiëntere
inzet van middelen, maar steeds meer ook om klantgerichte service. Persoonlijk contact
en maatwerk komen steeds meer voorop te staan, en dat is precies waar mensen met een
mobiliteitsbeperking grote behoefte aan hebben. Centraal in deze actielijn staan de
door reizigers zelf ingebrachte thema’s «betrouwbaarheid en voorspelbaarheid van het
doelgroepenvervoer» en «stroomlijnen van procedures voor indicatiestellingen» en het
thema «verdere integratie van het doelgroepenvervoer». Mensen willen namelijk meer
dan nu het geval is kunnen rekenen op het doelgroepenvervoer, net als op het OV. Daarnaast
is het contact met de vervoerder een belangrijk element dat bijdraagt aan de betrouwbaarheid.
Het gaat daarbij om korte lijnen tussen klant en vervoerder en om bekend zijn van
de vervoerder met de persoonlijke situatie van een klant.
Bewegingsvrijheid en betrouwbaar vervoer- Het verhaal van Flor
Ik wil graag overal zelf naartoe kunnen reizen zonder mijn omgeving te vragen mij
te brengen en te halen. In mijn gemeente kan ik elk jaar mijn vaste Wmo vervoerder
kiezen. Dit is voor mij de oplossing. Ik kan zorgeloos en veilig op de koffie bij
mijn vriendin, die 10 km verderop woont8.
De gemeente Heerenveen heeft het Wmo-vervoer gegund aan zeven kwalitatief goedgekeurde
taxibedrijven. Gebruikers kunnen op basis van een kilometerbudget (maatwerk per inwoner)
een keuze maken uit een van de gecontracteerde vervoerders. De bedrijven hebben voor
een vast kostendekkend tarief ingeschreven, wat ongezonde concurrentie op prijs tegengaat.
Deze werkwijze beoogt niet alleen een gezonde concurrentie tussen vervoerders te stimuleren
op het gebied van de geboden kwaliteit, maar draagt ook bij aan de tevredenheid van
de gebruikers. Gebruikers kunnen na een jaar eventueel naar een andere vervoerder
overstappen of tussentijds, indien er sprake is van een gegronde klacht.
Analyse informatie over klanttevredenheid en eisen aan kwaliteit doelgroepenvervoer
gepubliceerd en met deskundigen besproken
Het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit (AIM) heeft in overleg met VWS en IenW geanalyseerd
welke eisen aan de kwaliteit van chauffeurs worden gesteld en hoe klanttevredenheid
hierbij wordt betrokken9. Deze analyse is bedoeld om goede voorbeelden te inventariseren en mogelijke knelpunten
omtrent de voorspelbaarheid en betrouwbaarheid van het vervoer aan te kaarten. AIM
heeft elf voor de branche relevante kwaliteitsnormen voor chauffeurs opgenomen en
hierbij gekeken in hoeverre deze worden uitgevraagd in de gepubliceerde aanbestedingen.
AIM heeft recent de analyse gepubliceerd. Uit de geanalyseerde aanbestedingen is bij
AIM het algemene beeld ontstaan dat aanbesteders bewust zijn van de kwaliteiten waaraan
goed doelgroepenvervoer moet voldoen. AIM geeft wel een aantal overwegingen mee. Zo
wordt aangegeven dat het te overwegen is om ook voor «zachte» kwaliteitscriteria en
voorwaarden die met name aan het handelen van chauffeurs regelmatig worden gesteld,
zoals kennis van de doelgroep, sociale vaardigheden of klantgerichtheid, een eenduidige
kwaliteitsstandaard vast te stellen en te borgen.
Deze analyse is inmiddels ook besproken binnen het platform CROW- smaakmakers, bestaande
uit deskundigen op het terrein van OV en doelgroepenvervoer vanuit decentrale OV-autoriteiten
adviesbureaus, kennisinstellingen, de vervoersbranche en het Rijk. Afgesproken is
in een nieuwe «projectgroep klantenbarometer» van de CROW-smaakmakers te verkennen
welke vervolgacties nodig en mogelijk zijn om via aanbestedingen bij te dragen aan
de verbetering van de voorspelbaarheid en betrouwbaarheid van het vervoer.
Traject landelijke klantenbarometer doelgroepenvervoer TX-keur in uitvoering
Stichting TX-Keur werkt op dit moment aan het opzetten van een prototype voor een
landelijke klantenbarometer in het taxivervoer die op termijn ook inzetbaar moet zijn
in het doelgroepenvervoer. Met de klantenbarometer wordt beoogd een grotendeels uniform
en effectief instrument te ontwikkelen om de kwaliteit te meten en te verbeteren.
Dit biedt de reiziger de gelegenheid ook binnen doelgroepenvervoer aan de hand van
een gezamenlijke vragenlijst zijn reiservaringen kenbaar te maken. In eerste instantie
zullen aangesloten TX-keurmerkhouders in een pilot aan de slag gaan met de klantenbarometer
om daarna ook met de barometer in een aantal gemeenten te experimenteren. Hiervoor
wordt contact opgenomen met het opdrachtgevers platform doelgroepenvervoer. De ontwikkeling
van de klantenbarometer is ook besproken met de CROW-smaakmakers. Afgesproken is om
in een nieuwe projectgroep klantenbarometer van de CROW-smaakmakers te verkennen welke
vervolgacties mogelijk/nodig zijn om te werken aan een landelijke klantenbarometer
met toegevoegde waarde voor doelgroepenvervoer en draagvlak onder vervoerders en gemeenten.
Brochure leerlingenvervoer opnieuw onder de aandacht brengen van scholen en andere
relevante partijen
In 2010 is in opdracht van het Ministerie van OCW een brochure voor het leerlingenvervoer
ontwikkeld, met als doel het leerlingenvervoer voor zowel de leerling als de school
te verbeteren. In deze brochure staat de vraag centraal hoe de school kan bijdragen
aan het verder verbeteren van de kwaliteit van het leerlingenvervoer. Ondanks de verbeteringen
die daaruit zijn voortgekomen, is het al weer tien jaar geleden dat de brochure is
verspreid en kan de kwaliteit van het leerlingenvervoer verder worden verbeterd. Het
plan was de brochure «Op weg naar beter leerlingenvervoer» te bezien op actualiteit
en opnieuw onder de aandacht te brengen. Door corona en de verstrekkende gevolgen
voor het onderwijs is besloten dit uit te stellen, in ieder geval tot volgend jaar,
in de hoop dat de situatie dan weer stabieler is.
Borging van thema’s uit Iedereen Onderweg in brede trajecten (Ont)Regel de Zorg, Regie
op Gegevens en Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein
Doel is om geschetste oplossingsrichtingen in deze trajecten (op termijn) specifiek
op de problematiek van de gebruikers van het doelgroepenvervoer toe te passen. Hiermee
wordt beoogd dat op termijn de ervaren regeldruk voor de reizigers wordt verminderd
en dat zij meer regie krijgen op hun gegevens. Deze insteek heeft tot nu toe geleid
tot verschillende concrete acties:
– Gemeenten kopen producten en diensten in bij aanbieders, waaronder diensten voor individueel
en collectief vervoer voor kwetsbare groepen. Informatie-uitwisseling over de inkoop
en verantwoording van deze producten en diensten vindt plaats via het berichtenverkeer,
zoals i-Wmo. In kader van Programma (Ont)Regel de zorg dat gericht is op vermindering
van de regeldruk en administratieve lasten zijn gemeenten en aanbieders wettelijk
verplicht om van deze berichten (i-Wmo) gebruik te maken. Deze i-standaard biedt eenduidigheid
en duidelijkheid aan gemeenten en aanbieders over de onderlinge informatie-uitwisseling.
Het Ketenbureau i-sociaal domein onderzoekt of verdere standaardisering van het berichtenverkeer
en producten en diensten mogelijk is.
– Ook binnen het kader van het project «Samenwerken aan een betere toegang sociaal domein»
wordt momenteel in overleg tussen gemeenten en VNG bezien of concrete trajecten op
het gebied van doelgroepenvervoer zich lenen voor verdere uitwerking in het kader
van dit project.
– Tijdens de «Kennis- en praktijkdagen contracteren sociaal domein 2019» is aandacht
besteed aan inkoop op het terrein van doelgroepenvervoer met een workshop over het
gebruik van de kostenberekeningstool die CROW met financiële steun van VWS heeft ontwikkeld
om aanbestedingsprocessen te verbeteren. De «Kennis- en praktijkdagen 2020», waarin
opnieuw aandacht zou zijn voor doelgroepenvervoer, zijn in verband met corona geannuleerd.
We blijven de ontwikkelingen in deze brede trajecten volgen en de specifieke situatie
van gebruikers van het doelgroepenvervoer onder de aandacht brengen.
Verkenning naar mogelijkheden stroomlijnen procedures en een centraal loket afgerond
Het Gemeentelijk Netwerk Mobiliteit en Infrastructuur (GNMI) heeft in opdracht van
VWS verkend welke stappen gezet kunnen worden om gemeentelijke criteria en procedures
voor het toekennen van vervoersvoorzieningen tussen gemeenten, maar ook binnen een
gemeente, beter op elkaar te laten aansluiten. Daarnaast is verkend wat nodig is om
het registreren en identificeren van klanten en aanvragen van vervoersvoorzieningen
in één keer en via één loket mogelijk te maken. Hiermee wordt het proces van indicatie
en registratie van gegevens eenvoudiger en klantvriendelijker ingericht voor de reiziger.
In het onderzoeksrapport worden concrete aanbevelingen en vervolgstappen opgenomen
om verbeteringen voor de reiziger in de praktijk door te kunnen voeren. Uit het rapport
blijkt bijvoorbeeld dat het ontwikkelen van één standaardverordening met modulen per
thema (WMO, jeugdhulp, onderwijs) waarbij gemeenten vanzelfsprekend autonomie in het
beleid en het regelen van de toegang behouden en een landelijk dataplatform om gegevens
te verwerken, de eerste stappen zijn om procedures en criteria te stroomlijnen. Ook
is nadere samenwerking op gemeentelijk niveau wenselijk om tot een meer geharmoniseerd
beleid te komen. VWS beziet samen met relevante partijen (vooral VNG en gemeentelijke
opdrachtgevers) welke vervolgstappen gezet kunnen worden om de concrete aanbevelingen
in de praktijk toe te passen. Hierbij wordt ook bezien of een link kan worden gelegd
met het traject verbeterde toegang sociaal domein (in het kader van (Ont)regel de
zorg).
Vervoer Gooi en Vechtstreek
Blaricum, Eemnes, Gooise Meren, Hilversum, Huizen, Laren, Weesp en Wijdemeren hebben
besloten het Wmo-vervoer vanaf 1 januari 2021 en het jeugdhulpvervoer en leerlingenvervoer
vanaf 1 augustus 2021 zelf uit te voeren vanuit de gemeenschappelijke regeling Regio
Gooi en Vechtstreek. De regiogemeenten ervaren momenteel te weinig grip en sturing
op de kwaliteit en de efficiency van het doelgroepenvervoer. Ook is de afgelopen jaren
gebleken dat het een uiterst kwetsbare branche is en dat 9.000 inwoners en chauffeurs
daarvan nogal eens de dupe zijn. Door het Wmo vervoer en het leerlingen- en jeugdhulpvervoer
te bundelen in Vervoer Gooi en Vechtstreek verwachten de gemeenten personeel en materiaal
in te kunnen zetten voor alle groepen. Bundelen wil overigens niet zeggen dat de gemeenten
kinderen, volwassenen en ouderen bij elkaar in één bus gaan vervoeren. De vervoersstromen
blijven gescheiden van elkaar. Met een gebundelde inzet bieden de gemeenten fatsoenlijke
arbeidsvoorwaarden voor het personeel en benutten gemeenten investeringen in personeel,
voertuigen, klantenservice, ritplanning en technologie optimaal.
Met het vervoer in eigen beheer kan ook beter worden aangesloten op het openbaar vervoer.
In de OV-concessie van de Provincie Noord-Holland is ook rekening gehouden met deze
mogelijkheid. Regio Gooi en Vechtstreek is al een uitvoeringsorganisatie met «eigen
vervoer». Zo zijn de ambulancevoorziening en de afvalinzameling ondergebracht bij
de Regio. Ook tussen deze publieke diensten kunnen slimme verbindingen worden gebracht
met betrekking tot de inzet van personeel en beheer van het wagenpark.
Doelgroepenvervoer en openbaar vervoer beter op elkaar aan laten sluiten
In een inclusieve samenleving kunnen ook mensen met een (mobiliteits)beperking gebruik
maken van reguliere vervoervoorzieningen en (in aanvulling hierop) het doelgroepenvervoer
om volledig te participeren in de samenleving. Een reis van deur tot deur gedeeltelijk
met het openbaar vervoer en gedeeltelijk met het doelgroepenvervoer biedt reizigers
flexibiliteit en maximale benutting van de bestaande reismogelijkheden. Om de reis
soepel te laten verlopen is het belangrijk dat deze als één geheel wordt georganiseerd.
Een goede aansluiting tussen OV en doelgroepenvervoer is, evenals integrale en actuele
informatie over de reismogelijkheden, daarom essentieel. In de acties genoemd onder
deze actielijn stellen we de thema’s «regie op (de organisatie van) het eigen vervoer»
en «keuzevrijheid voor de reiziger» die door reizigers zelf zijn ingebracht centraal.
Priscilla kan met behulp van de Valys-app een reis op maat boeken
Met de Valys-app kan ik makkelijk een reis op maat boeken. De app onthoudt namelijk
mijn gegevens en locaties. Hierdoor bepaal ik zelf of ik mét of zonder begeleiding
wil reizen. Onderweg ontmoet ik leuke nieuwe mensen. Ik ben heel blij hiermee. Zo
kom ik nog eens ergens10.
Transvision heeft een dynamische reisplanner ontwikkeld voor lokaal Wmo-vervoer en
openbaar vervoer. De planner sorteert voor op ketenreizen en gebruikt klantkenmerken
om tot een optimaal reisadvies te komen voor klanten die een reis willen boeken. Met
de Valys-app zijn de mogelijkheden om een reis digitaal te boeken uitgebreid. Omdat
de app real time in verbinding staat met de reiziger, kan er tijdens een ketenrit
direct ingegrepen worden mocht de rit onverwacht anders verlopen.
Woordenboek Reizigerskenmerken in gebruik
Vervoerders en gemeenten/provincies moeten, om klantgerichter en efficiënter te kunnen
werken, met elkaar en onderling dezelfde taal te spreken om ervoor te zorgen dat vervoerders
precies weten wat de behoefte van de klant is en het juiste vervoer kunnen aanbieden.
Met het CROW Woordenboek Reizigerskenmerken kunnen overheden en vervoerders, aan de hand van codes, op een eenduidige manier
vastleggen wat de reiziger nodig heeft om een (keten)reis te maken. Het Woordenboek
Reizigerskenmerken is in eerste aanleg opgezet door Publiek Vervoer Groningen Drenthe
en vervolgens landelijk verder ontwikkeld in nauw overleg met overheden, vervoerders,
reizigersgroepen en andere inhoudelijke deskundigen. CROW heeft het Woordenboek onder
de aandacht gebracht van gemeenten en provincies en er is veel interesse voor. Het
woordenboek kan vanaf de website van CROW worden gedownload door geïnteresseerde partijen.
Inmiddels is dit meer dan 300 keer gebeurd en zijn verschillende regio’s bezig met
de implementatie, onder andere gemeenten in Noord-Brabant, Utrecht en Twente. Ook
wordt het Woordenboek steeds vaker meegenomen in de aanbestedingen op het gebied van
doelgroepenvervoer en OV. Invoering van het Woordenboek kan niet alleen tot meer eenduidigheid
in de communicatie tussen gemeenten en aanbieders en reizigers leiden, maar ook tot
beter inzicht in benodigdheden per vervoersoort en tot meer maatwerk voor de reiziger.
In een nog vorm te geven vervolgfase kan het Woordenboek Reizigerskenmerken het ontwikkelen
van beleidsvisies ondersteunen; met meer aandacht voor een integraal vervoersaanbod,
kostenbeheersing, ondersteuning-op-maat en zoveel mogelijk zelfstandig reizen. Participeren
en sociale inclusie komen meer centraal te staan. In de volgende fase wordt ook verkend
of een Basisset Data Doelgroepenvervoer kan worden gerealiseerd. In combinatie met
het Woordenboek kan dit bijdragen aan de koppeling tussen de beleidsvelden OV en doelgroepenvervoer
van provincies en gemeenten.
MaaS-pilots in uitvoering
Mobilitiy as a Service (MaaS) is een systeem waarbij mensen hun reis van deur tot
deur kunnen plannen, boeken en betalen. Daarin moeten in principe alle vervoerders
vindbaar en boekbaar zijn. IenW zet zich samen met decentrale OV-autoriteiten in om
MaaS ook af te stemmen op mensen met een beperking. In 2019 is de voorbereiding van
pilots gestart waarin diverse doelgroepen centraal staan. In twee van deze pilots
wordt specifiek onderzocht hoe mensen met een beperking hiervan optimaal gebruik kunnen
maken en hoe ze zelf kunnen kiezen van welke vervoerdiensten ze gebruik willen maken.
Bijvoorbeeld afhankelijk van hun beperking, maar ook van hoe ze zich voelen en waaraan
ze behoefte hebben. Ook wordt onderzocht of en in dat geval hoe MaaS in krimpgebieden
tot meer keuze en maatwerk op het terrein van vervoer kunnen leiden. In de MaaS-pilot
die al van start is gegaan in Twente (Goan app, gericht op eenvoudig een reis duurzaam
plannen, boeken en betalen tegen een aanvaardbaar tarief) is hiervoor gebruik gemaakt
van het eerdergenoemde Woordenboek Reizigerskenmerken. De pilot in Noord-Nederland
wordt volgens de planning eind van dit jaar aanbesteed.
Publicatie CROW-praktijkvoorbeelden Inclusieve mobiliteit11
De publicatie Praktijkvoorbeelden Inclusieve mobiliteit die met ondersteuning van IenW en VWS mogelijk is gemaakt, gaat in op het wegnemen
van onzichtbare, mentale drempels die veel reizigers met een beperking ervaren. In
de publicatie richt CROW-KpVV zich op losse, relatief eenvoudig te implementeren maatregelen
om zelfstandig reizen te bevorderen en de aansluiting van het ov op het doelgroepenvervoer
te verbeteren. De focus bij deze publicatie ligt niet op het wegwerken van fysieke
drempels, zoals te hoge stoepranden, lastige hekjes of deuren. Daarover is al veel
informatie beschikbaar. De verzamelde praktijkvoorbeelden betreffen vooral de onzichtbare,
mentale drempels voor reizigers met een beperking, die moeite hebben met het plannen,
in- of uitchecken of het vinden van het juiste perron. De publicatie volgt de reiziger
voorafgaand aan en tijdens de reis om fasegewijs praktijkvoorbeelden te laten zien
van mogelijke maatregelen en oplossingen. Deze praktijkvoorbeelden zijn beschikbaar
via de website van CROW en kunnen als inspiratiebron worden gebruikt door andere partijen.
Publicatie CROW-praktijkvoorbeelden integratie doelgroepenvervoer en OV12
Veel gemeenten en decentrale OV-autoriteiten zoeken naar mogelijkheden om doelgroepenvervoer
en openbaar vervoer (verder) met elkaar te integreren. De gedachte is dat ze hun klanten
zo een beter vervoerproduct kunnen aanbieden en beschikbare budgetten doelmatiger
kunnen inzetten. Maar hoe kom je tot het beste geïntegreerde aanbod van doelgroepenvervoer
en OV? De publicatie «CROW- praktijkvoorbeelden en integratie doelgroepenvervoer en
OV» bundelt en ontsluit beschikbare informatie en actualiseert bestaande kennis. Aan
bod komen onder meer de beleidsdoelstellingen, de verschillende vormen van systeemintegratie,
keuzes en kenmerken van integratievormen en de succes- en faalfactoren. Tot slot werpen
de samenstellers een blik op de toekomst. Voor deze publicatie is de oproep gedaan
via sociale media en de netwerken van CROW en de Ministeries van VWS en IenW om praktijkvoorbeelden
aan te dragen. Samen met een klankbordgroep van deskundigen is vervolgens een selectie
gemaakt van initiatieven die een representatief en divers beeld schetsen van de ontwikkelingen
op landelijk niveau. Deze praktijkvoorbeelden zijn beschikbaar via de website van
CROW en kunnen worden gebruikt om andere betrokken partijen te enthousiasmeren en
op voort te bouwen.
Lokale inclusie agenda gemeenten
Momenteel wordt de handreiking lokale inclusie agenda geactualiseerd met nieuwe informatie
en goede voorbeelden. Deze handreiking heeft als doel gemeenten te ondersteunen bij
het opstellen van een lokale inclusie agenda. Daarbij zijn ter inspiratie concrete
voorbeelden opgenomen van de inzet van verschillende gemeenten en/of andere partijen
op de verschillende levensdomeinen die onderscheiden worden in de lokale inclusie
agenda. Om te faciliteren en stimuleren dat meer aandacht wordt gegeven aan beleid
op het gebied van toegankelijk vervoer worden de publicaties van CROW «Praktijkvoorbeelden
inclusieve mobiliteit» en «Praktijkvoorbeelden integratie OV en doelgroepenvervoer»
opgenomen in het bronnenoverzicht van de VNG en door de VNG verder verspreid.
Uitbreiding van de Valys-app met meer modaliteiten doelgroepenvervoer
Transvision heeft een dynamische reisplanner ontwikkeld voor lokaal Wmo-vervoer en
openbaar vervoer. De planner sorteert voor op ketenreizen en gebruikt klantkenmerken
om tot een optimaal reisadvies te komen voor klanten die een reis willen boeken. Dit
geeft de reiziger meer vrijheid bij het plannen van zijn reis. Ketenritten (taxi-trein-taxi)
worden nu al op basis hiervan aangeboden aan Valys klanten als alternatief op een
volledige taxi reis. Transvision onderzoekt hoe de andere OV-modaliteiten kunnen worden
aangesloten, rekening houdend met het comfort van de reiziger. Dit traject heeft de
afgelopen periode in verband met de coronacrisis vertraging opgelopen maar loopt wel
door. Naar verwachting wordt dit in 2021 hervat.Veel gemeenten en ov-autoriteiten
zoeken naar mogelijkheden om doelgroepenvervoer en openbaar vervoer (verder) met elkaar
te integreren. De gedachte is dat ze hun klanten zo een beter vervoerproduct kunnen
aanbieden en beschikbare budgetten doelmatiger kunnen inzetten. Maar hoe kom je tot
het beste geïntegreerde aanbod van doelgroepenvervoer en ov?
Reispas voor Valys en OV in ontwikkeling
Transvision werkt samen met Translink aan het ontwikkelen van een Valys reispas. Deze
pas wordt door Translink geleverd en is een persoonlijke OV-chipkaart die de Valys-pashouder
zowel in Valys als in het OV kan gebruiken en waar de pashouder bijvoorbeeld ook kortingsproducten
op kan laden. Net als de huidige Valys treinpas zal de Valys reispas digitaal aangevraagd
kunnen worden via Mijn Valys. Het aanvragen van deze pas is voor bestaande Valys-pashouders
kosteloos. Op dit moment wordt aan de samenwerkingsovereenkomst tussen Translink en
Transvision gewerkt. Daarna zal de operationele fase voor afgifte van de reispas van
start gaan.
Noord-Brabant- inclusieve en flexibele mobiliteit
Zoals eerder in Iedereen onderweg is vermeld organiseren de gemeenten in de regio
Midden-Brabant het vervoer samen met de provincie Noord-Brabant en laten dit aansturen
door de regiecentrale waarvoor Personenvervoer & Zorgvervoer Nederland gecontracteerd
is. Regio Midden-Brabant heeft in 2020 de doorontwikkeling (van het regiemodel) in
gang gezet en gaat daar in 2021 mee verder. Enerzijds de doorontwikkeling van het
vervoer met de uitrol van het programma «Grip op kosten» dat medio 2019 is gelanceerd
en de introductie van het programma «gedeelde mobiliteit» in 2021.
In het kader van het programma «Grip op kosten» werken de bij Regiovervoer Midden-Brabant
betrokken gemeenten en hun regiecentrale aan maatregelen die bedoeld zijn om efficiency
en kwaliteit te vergroten. Hieronder vallen projecten zoals «herijken indicatiestelling».
Daarnaast is er ook een doorontwikkeling gaande van de uitvoeringsorganisatie Bureau
Regiovervoer. Van beheerorganisatie naar kennisorganisatie met een grote rol voor
het Bureau in de aansturing van het regiemodel in samenwerking met provincie, gemeenten
en de regiecentrale. Daarnaast is de provincie Noord-Brabant breder bezig met de transitie
naar gedeelde mobiliteit.13 Inmiddels heeft de provincie Noord-Brabant samen met de gemeenten in West-Brabant
het uitgangspuntdocument «Een vervolgstap in de transitie naar gedeelde mobiliteit
in West-Brabant» vastgesteld. Op basis hiervan start de aanbesteding van de concessie
(voor busvervoer), de aanbesteding van het Flex/Wmo contract en ook een aantal projecten
rondom mobiliteitshubs en Samen initiatieven.
In West-Brabant gaan de gemeenten en de provincie gezamenlijk het Flexibel halte halte
vervoer en het Wmo vervoer aanbesteden. De provincie is verantwoordelijk voor vervoer
van halte naar halte. Flexibel vervoer is hierin een belangrijke schakel om mensen
naar het OV-netwerk te brengen. Hiermee wordt invulling gegeven aan de belofte aan
de reiziger dat iedereen straks in West-Brabant van halte naar halte met minimaal
één mobiliteitsvorm (van gedeelde mobiliteit) kan reizen.
Werkconferentie Inclusive Mobility Lab
Met het Inclusive Mobility Lab willen VWS en IenW de samenwerking tussen alle bij Iedereen Onderweg betrokken partijen
versterken en de basis leggen voor het verspreiden van goede initiatieven in het land.
Doel is een platform te bieden om ervaring en kennis te delen en goede (lokale) initiatieven
een stap verder te brengen. Eind 2019 is er een eerste werkconferentie geweest van
dit lab. De focus lag op het ophalen en delen van goede voorbeelden met een selectie
van initiatieven uit het land en het bij elkaar brengen van partijen. Initiatieven
zoals het Adviespunt Ervaringsdeskundigheid, van Ieder(in), SUMMALab van TU Delft
en Mobimate van Amsterdam en de Deutsche Bahn zijn gepresenteerd. Daarnaast is tijdens
werksessies ingegaan op een aantal innovatieve initiatieven van provincies en gemeenten
(Provincie Noord-Brabant, Publiek Vervoer, gemeenten Rijssen-Holten en Hoorn). Er
was veel belangstelling voor deze bijeenkomst en volgens de deelnemers (overheden,
reizigers, vervoerders kennisinstituten en sponsors) voorzag deze in de informatiebehoefte
die breed leeft. Hoewel aanwezigen veelal enthousiast waren over de bijeenkomst, is
de inzet om regio’s te stimuleren goede voorbeelden over te nemen of te bekijken via
welke stappen dat mogelijk gemaakt kan worden minder geslaagd geweest dan gehoopt.
Om die reden bekijken de Ministeries van VWS en IenW samen hoe vervolg kan worden
gegeven aan de invulling van een dergelijk lab.
Er wordt verkend of voor het vervolgtraject onder meer aangesloten kan worden bij
het SUMMALab voor het leren en opschalen van relevante initiatieven op het gebied
van inclusieve mobiliteit, bijvoorbeeld of de tools die in het kader van het SUMMALab
worden ontwikkeld toegepast kunnen worden op trajecten op het gebied van inclusieve
mobiliteit.
Organisaties die betrokken zijn bij Iedereen Onderweg geven wel aan dat behoefte bestaat
aan verdere uitwisseling van goede voorbeelden, kennis en het sparren over problemen
waar men tegenaan loopt in de uitvoering. Om in deze behoefte te voorzien organiseren
VWS en IenW samen met relevante partijen in het voorjaar van 2021 een nieuwe bijeenkomst
van het Inclusive Mobility Lab. Die bijeenkomst zal ook worden aangegrepen om samen met (vertegenwoordigers van)
mensen met een beperking te bepalen of we nog steeds bezig zijn met de juiste onderwerpen
en of de vernieuwingsagenda aanvulling nodig heeft.
SUMMALab
Het initiatief voor een Smart Urban Mobility Meta Lab (SUMMALab) is ontstaan naar
aanleiding van een call van NWO, SIA, het Ministerie van IenW en de topsector logistiek
om duurzame living labs op te zetten met onderzoeks- en praktijkpartijen. De afgelopen
jaren zijn vele «losse» pilots en living labs gestart op het vlak van duurzame stedelijke
mobiliteit. Om tot structurele en innovatieve oplossingen te komen is meer nodig!
Het SUMMALab verbindt verschillende initiatieven en labs in verschillende steden.
Het SUMMALab bundelt kennis, data, modellen en stakeholders en biedt een basis voor
succesvolle co-creatie, experimenten/pilots, opschaling en implementatie van maatregelen
om tot duurzame, veerkrachtige stedelijke mobiliteitssystemen te komen. Het SUMMALab
is een platform voor verdiepend, integrerend, vergelijkend en toegepast onderzoek.
Het maakt datagedreven analyse en modellering mogelijk om de effecten van en de interactie
tussen interventies te kunnen onderzoeken. Het SUMMALab is een initiatief van kennisinstellingen
waaronder TU Delft en TNO waarbij verschillende gemeenten en vervoerregio’s zoals
Den Haag en Amsterdam betrokken zijn.
Tot slot: hoe verder?
Deze brief betreft zeker geen limitatieve opsomming van de initiatieven en partners
die hard aan het vergroten van de toegankelijkheid van het openbaar en doelgroepenvervoer
werken, maar schetst een beeld van de inzet van partijen en ingezette acties. Zoals
aan het begin van deze brief is aangegeven, heeft de coronacrisis grote gevolgen voor
vervoer en de prioriteiten van de bij Iedereen Onderweg betrokken partijen.
Verschillende ontwikkelingen laten echter zien dat de huidige situatie niet alleen
voor uitdagingen zorgt, maar ook kansen biedt om de samenwerking tussen partijen te
versterken. Zo heeft de gezamenlijke inzet van het Rijk, de VNG, gemeenten en vervoerders
de afgelopen periode ervoor gezorgd dat, ondanks de moeilijke omstandigheden, de voorziening
doelgroepenvervoer overeind is gebleven. Daarnaast is er een VNG-commissie opgericht
die zich bezighoudt met het thema doelgroepenvervoer. De commissie wordt gevoed door
gemeenten die zich verenigen in een opdrachtgeversplatform (in oprichting). Doelen
van dit platform zijn onder meer het delen van kennis en ervaringen en inhoudelijk
gesprekspartner zijn voor belangengroepen en andere stakeholders. Ook is er een landelijk
overleg gestart tussen dit platform, de VNG, brancheorganisatie KNV en het Rijk om
gezamenlijk antwoord te geven op de uitdagingen waar het doelgroepenvervoer nu, maar
ook de komende jaren, voor staat.
In het OV wordt in de volle breedte gekeken naar de toegankelijkheid. Zoals eerder
in deze brief aangegeven, wordt een pakket afspraken voorbereid in samenwerking tussen
overheden, vervoerders en (vertegenwoordigers van) mensen met een beperking. Naar
verwachting leidt dit in het voorjaar tot een bestuursakkoord.
We blijven optreden als facilitator en verbinder om partijen bij elkaar te brengen
en de uitwisseling van kennis en expertise te bevorderen. We zijn onderweg en we zullen
stappen blijven zetten om de toegankelijkheid van het OV en het doelgroepenvervoer
te vergroten. Hierbij is het essentieel ervaringskennis van reizigers over de thema’s
die zij zelf aandragen mee te nemen en samen met hen te beoordelen welke merkbare
voortuitgang wordt geboekt. Ook bezien we samen welke acties nog nodig zijn om ervaren
drempels weg te nemen.
De Minister voor Medische Zorg, T. van Ark
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Mede ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat