Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de brief van Zorgverzekeraars Nederland (ZN) over ‘zorgcapaciteit verpleging en verzorging in 2040’
31 765 Kwaliteit van zorg
Nr. 525
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2020
Op 8 oktober jl. heeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) u een brief gestuurd met als
onderwerp «zorgcapaciteit verpleging en verzorging in 2040». De vaste commissie voor
Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij verzocht om u, voor de behandeling van
de conceptbegroting van VWS, mijn beleidsreactie op deze brief toe te zenden.
Met deze brief voldoe ik aan het verzoek van de commissie.
Achtergrond
Door onder meer TNO is vastgesteld dat er de komende twintig jaar een grote opgave
ligt om aan de vraag naar verpleeghuiszorg te kunnen voldoen.
ZN heeft in haar brief naar de Tweede Kamer aangegeven ook een bijdrage te willen
leveren aan de oplossing om in 2040 voldoende capaciteit voor verpleegzorg te garanderen.
Daarbij geeft ZN aan dat het tijd is voor een breed maatschappelijk debat over de
ouderenzorg in de toekomst, zodat de context helder is waarbinnen de oplossing kan
worden geboden.
In de brief noemt ZN een vijftal randvoorwaarden die nodig zijn om de inspanningen
van de zorgkantoren succesvol te laten zijn.
In mijn brief zal ik ingaan op het initiatief van ZN en op de vijf randvoorwaarden
en aangeven op welke wijze deze al onderdeel zijn mijn beleid of kunnen worden ingebed
in de discussie over de toekomst van de ouderenzorg.
Kernpunten
– Gezien de grote opgave waarvoor we ons gesteld zien, waardeer ik het zeer dat de zorgkantoren
het initiatief nemen om invulling te geven aan de opgave.
– Een aantal door ZN genoemd randvoorwaarden is al onderdeel van het huidige beleid,
zoals de aanpassing van het financiële kader aan de demografische ontwikkeling en
het waarborgfonds financiering zorg.
– Een deel van de aanbevelingen heeft ook betrekking op het brede beleid van de rijksoverheid.
Ik wil op dit punt wijzen op de bestuurlijke afspraak die begin 2021 tussen de rijksoverheid,
VNG, IPO, Aedes, ActiZ en ZN wordt voorzien.
– Vervolgens zijn er ook (onderdelen) in de genoemde randvoorwaarden die nadere uitwerking
vragen en ook ingrijpen op het huidige stelsel, zoals een langjarig financieel kader,
een hoofdlijnenakkoord en de positionering van de thuiszorg. Deze onderdelen zijn
voorbehouden aan een volgend kabinet.
Algemeen
Ik waardeer het zeer dat de zorgkantoren het initiatief nemen om tegemoet te komen
aan de groeiende vraag naar verpleeg(huis)zorgcapaciteit. Het is een grote opgave
en de zorgkantoren realiseren zich de urgentie van de problematiek en de noodzaak
om nu stappen te ondernemen. Zij spreken de ambitie uit om meerjarige afspraken te
maken met zorgaanbieders, zodat zorgaanbieders meer zekerheid krijgen die nodig is
voor het doen van uitbreidingsinvesteringen. Ten behoeve van de opbouw van deze capaciteit
maken de zorgkantoren jaarlijks de resultaten inzichtelijk: de benodigde, geplande
en gerealiseerde zorgcapaciteit per regio. Met als uiteindelijke doel in 2025 minimaal
25.000 extra plekken (in verschillende leveringsvormen) gerealiseerd te krijgen.
Aanvullend hierop worden in het gemeentelijk domein woon-zorgvisies gemaakt. Zorgkantoren
en gemeenten zien ook de noodzaak om gezamenlijk op te trekken. Mijn rol daarbij is
beide partijen en zorgaanbieders te ondersteunen in dit proces via het actieplan capaciteit
verpleeghuizen dat ik begin dit jaar heb gestart. Onderdeel van dit plan is het, waar
mogelijk, wegnemen van belemmeringen en invulling te geven aan de noodzakelijke randvoorwaarden.
Randvoorwaarden genoemd door ZN
1: Het budgettair kader volgt tot en met 2025 de demografische ontwikkeling
In de toelichting geeft ZN aan dat het niet alleen gaat om de jaarlijkse verhoging
die de demografische ontwikkeling volgt, maar ook om een budgettair kader dat voor
5 jaar geldt.
Beleidsmatige reactie
Gezien de meerjarige investeringen die moeten worden gedaan door de sector, is de
vraag van ZN om ook een meerjarig financieel kader beschikbaar te krijgen niet onlogisch.
In de huidige situatie wordt jaarlijks een kader voor de Wlz beschikbaar gesteld voor
de sector. Daarbij sluiten zorgkantoren ook nu al meerjarige contracten met zorgaanbieders,
maar door meerjarige financiële zekerheid is het wellicht mogelijk de duur van die
contracten te verlengen.
De huidige praktijk is al zo dat jaarlijks een groeiruimte wordt vastgesteld die mede
gebaseerd is op de demografische groei. De middellangetermijnramingen van de zorguitgaven
die door het CPB worden gemaakt en waarin de demografische groei is verwerkt, vormen
de basis voor de komende regeerperiode.
Deze ramingen kunnen de basis vormen voor meerjarige afspraken waar ZN om vraagt.
Voor de volgende regeerperiode kan worden verkend wat de mogelijkheden zijn om een
meerjarig financieel kader beschikbaar te stellen.
2: Een financieel hoofdlijnenakkoord borgt de bouwopgave tot 2040.
In de toelichting geeft ZN aan dat het hierbij gaat om een concrete afspraak over
de maatschappelijk aanvaardbare kosten die mogen worden gemaakt tot 2040 om aan de
invulling van de bouwopgave te besteden.
Beleidsmatige reactie
Gezien de huidige systematiek is het niet mogelijk financiële kaders vast te leggen
die verder reiken dan de regeerperiode. Wel is het zinvol langjarige kostencalculaties
te gaan maken die gebaseerd kunnen zijn op de volumeprognose van TNO.
De gedachte van een hoofdlijnenakkoord voor de ouderenzorg is daarbij interessant
en kan worden gezien in het verlengde van de hoofdlijnenakkoorden die bijvoorbeeld
in de ziekenhuis-, de wijkverpleging en de GGZ-sector zijn afgesloten. In overleg
met de veldpartijen zou ik willen verkennen in hoeverre het afsluiten van een hoofdlijnenakkoord
tot de mogelijkheden behoort. Daarbij gaat het dan niet alleen om afspraken over de
financiële aspecten, maar ook over andere doelen die de komende jaren moeten worden
bereikt bij de verpleegzorg, zoals capaciteitsuitbreiding, kwaliteit en innovatie.
Het uitsluiten van een breed akkoord over de zorg voor ouderen zou een passend vervolg
kunnen zijn om samen met maatschappelijke partners uitwerking te geven aan de ambities
in een nieuw regeerakkoord en de urgente vraagstukken die samenhangen met de toegankelijkheid,
kwaliteit en betaalbaarheid van de zorg voor ouderen.
3: Financiële instrumenten ten behoeve van vastgoedontwikkeling
ZN geeft aan dat het hierbij gaat om een instrument dat vastgoedontwikkeling stimuleert
zoals een landelijk bouwfonds, duurzame kapitaalfinanciering of het compenseren van
gemeenten voor de lagere opbrengst van grond dat wordt bestemd voor zorgvastgoed.
Beleidsmatige reactie
Het waarborgfonds financiering zorg heeft momenteel al de functie van een landelijk
bouwfonds. In de praktijk wordt echter nog maar weinig gebruik gemaakt van het waarborgfonds
financiering zorg. De komende periode wil ik benutten voor het onderzoeken van de
oorzaken van dit beperkte gebruik om vervolgens met de resultaten hiervan de inzet
van het waarborgfonds financiering zorg te vergroten.
De stuurgroep Capaciteit en wachtlijsten Verpleeghuizen zal ook verkennen welke extra
waarborgen kunnen worden gecreëerd om de vastgoedontwikkeling te stimuleren. In deze
verkenning kunnen de suggesties van ZN worden meegenomen.
4: Sturingsinstrument vastgoedontwikkeling gemeenten
ZN geeft aan dat het hierbij gaat om een landelijk instrument dat gemeenten aanstuurt
op voldoende en tijdige ontwikkeling en herbestemming van zorgvastgoed (vergelijkbaar
met de planologische kernbeslissing).
Beleidsmatige reactie
De taskforce Wonen en Zorg heeft als een van haar doelstellingen dat gemeenten in
2021 een woon-zorgvisie hebben ontwikkeld.
Zoals ik heb aangegeven in de voortgangsrapportage Capaciteit verpleeghuizen van juni
2020 streven de Minister van BZK en ik naar een bestuurlijke afspraak begin 2021 met
VNG, IPO, Aedes, ActiZ en ZN. De kern van de beoogde afspraken zal zijn hoe de opgaven
lokaal en in de regio in samenhang worden vertaald in lokale prestatieafspraken voor
wonen, welzijn en zorg.
5: Zorg thuis onmisbaar onderdeel van de Wlz
ZN is van mening dat ook zorg thuis onderdeel moet zijn van het aanbod binnen de Wlz
om zo een integrale aanpak mogelijk te maken met betrekking tot de uitbreiding van
de capaciteit van verpleeg(huis)zorg.
Beleidsmatige reactie
In de huidige Wlz zijn alle leveringsvormen mogelijk. Zowel zorg in een instelling
als zorg thuis. Ik onderschrijf graag het standpunt van ZN dat cliënten moeten kunnen
kiezen waar zij willen wonen: thuis, in de geclusterde woonvoorziening of intramuraal.
Zorgkantoren kunnen hierop inspelen door hier in hun zorginkoopbeleid rekening mee
te houden en aanbieders te stimuleren (ook) vpt en mpt aan te bieden.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport