Brief regering : Regelingen ter uitvoering van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 744
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Ontvangen ter Griffie op 19 november 2020.
De vastgestelde ministeriële regeling kan niet eerder inwerking treden dan op 27 november
2020.
De vastgestelde ministeriële regeling vervalt van rechtswege indien de Kamer, op voorstel
van vijftig leden uiterlijk 26 november 2020 te kennen geeft niet in te stemmen met
de regeling.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2020
Hierbij bied ik, u mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid en de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ter uitvoering van artikel 58c, tweede
lid, van de Wet publieke gezondheid aan:
– de regeling, houdende tijdelijke bepalingen voor het Europese deel van Nederland in
verband met maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 (Tijdelijke regeling
maatregelen covid-19)1;
– de regeling tot wijziging van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 in verband
met invoering van aanvullende verplichtingen om een mondkapje te dragen (Regeling
aanvullende mondkapjesverplichtingen covid-19)2;
– de regeling, houdende tijdelijke bepalingen voor Bonaire in verband met maatregelen
ter bestrijding van de epidemie van covid-19 (Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
Bonaire)3;
– de regeling, houdende tijdelijke bepalingen voor Sint Eustatius in verband met maatregelen
ter bestrijding van de epidemie van covid-19 (Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
Sint Eustatius)4;
– de regeling, houdende tijdelijke bepalingen voor Saba van Nederland in verband met
maatregelen ter bestrijding van de epidemie van covid-19 (Tijdelijke regeling maatregelen
covid-19 Saba)5.
Zoals uw Kamer bekend, is het de bedoeling van het kabinet dat de Tijdelijke wet maatregelen
covid-19 (Twm) en het Tijdelijk besluit veilige afstand, samen met de bijgevoegde
regelingen, met ingang van 1 december a.s. in werking treden.
De Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 bevat een zoveel mogelijk beleidsneutrale
vertaling van de maatregelen die zijn opgenomen in de noodverordeningen die bij de
invoering van de Twm moeten worden ingetrokken. Wel brengen de systematiek en de definitiebepalingen
van de Twm een aantal aanpassingen mee in de vormgeving van enkele maatregelen. In
de Twm wordt de definitie «personen die op hetzelfde adres woonachtig zijn onderling»
gebruikt in plaats van «personen die een gezamenlijk huishouden vormen onderling»
zoals nu in de noodverordening. Het zang- en schreeuwverbod komt met de Twm niet in
dwingende regels terug maar blijft als dringend advies gelden Ook is in de Twm de
reikwijdte van regels afgestemd op de vraag of het gaat om voor publiek toegankelijke
plaatsen of bijvoorbeeld om besloten plaatsen. Zo biedt de Twm voor besloten ruimten
geen grondslag om het aantal aanwezigen per ruimte te regelen, maar wel om beperkingen
te stellen aan het aantal personen per groepsverband. Een aantal bedrijven, zoals
(post)sorteercentra, distributiecentra, fabrieken en productiebedrijven, hebben aangegeven
dat het maximeren van het aantal personen in groepsverband tot 100 mensen in de weg
staat aan de continuering van de dagelijkse werkzaamheden voor zover deze noodzakelijk
zijn. Dit komt niet overeen met de bedoeling van de uitzondering en daarom is besloten
om het maximum te laten vervallen, omdat de uitzondering beperkt is tot noodzakelijke
werkzaamheden.
Voor de precieze inhoud wordt verwezen naar de bijgevoegde ministeriële regelingen
en de toelichtingen daarbij. Graag verwijs ik u eveneens naar paragraaf 3 van de brief
van 17 november jl. over het maatregelenpakket dat geldt vanaf 19 november (Kamerstuk
25 295, nr. 713).
De overlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven nahangprocedure
(artikel 58c, tweede lid, van de Wet publieke gezondheid). Op grond van de aangehaalde
bepaling treden de regelingen niet eerder in werking dan een week na deze overlegging.
Indien de Tweede Kamer binnen die termijn besluit niet in te stemmen met een regeling,
vervalt deze van rechtswege.
Een overeenkomstige brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
H.M. de Jonge
Indieners
-
Indiener
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.