Brief regering : Voortgang samenwerking banken en politie bij de aanpak van Internetoplichting
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 638
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2020
Tijdens het notaoverleg Strafrechtelijke onderwerpen op 21 september jl. heb ik uw
Kamer toegezegd een brief te sturen over de voortgang van de samenwerking tussen de
banken en de politie bij de aanpak van internetoplichting1. Met deze brief voldoe ik aan die toezegging.
Verstrekking NAW-gegevens door banken
Uw Kamer heeft een aantal malen aan de orde gesteld dat het voor slachtoffers van
fraude mogelijk zou moeten zijn om de NAW-gegevens van de (vermeende) fraudeur van
de banken te verkrijgen, zodat de slachtoffers in staat zijn om zelf civielrechtelijke
actie tegen (vermeende) fraudeurs te ondernemen. Vaak zijn de fraudeurs in dergelijke
gevallen ongrijpbaar omdat het slachtoffer hun gegevens niet heeft. Ik heb daar met
de banken over gesproken.
De Nederlandse banken hebben mij naar aanleiding van deze gesprekken recent laten
weten te hebben besloten een procedure in het leven te roepen om de NAW-gegevens van
een fraudeur aan slachtoffers van fraude te verstrekken. Het doel van de procedure
is om benadeelden in de gelegenheid te stellen om, onder voorwaarden en met inachtneming
van privacywetgeving (zoals de hierna genoemde 21 dagen termijn), met de vermeende
fraudeur in contact te kunnen komen. De procedure houdt in dat de fraudeur eerst gevraagd
wordt om het geld terug te storten. Als dat niet binnen 21 dagen is gebeurd, worden
de NAW-gegevens van de vermeende fraudeur verstrekt.
Deze procedure geldt voor fraudegevallen waarbij er sprake is van de situatie dat
een slachtoffer onbewust of onder valse voorwendsels via internetbankieren zelf de
betaling, op basis van een door hem ingevoerd rekeningnummer, aan de fraudeur initieert.
Een voorwaarde hierbij is dat het slachtoffer aangifte doet van de fraude. De banken
streven ernaar deze procedure in januari 2021 in te voeren.
5 versterkingsprojecten
Zoals ik in mijn brief van 20 mei 2020 over internetcriminaliteit2 aangaf, hebben de banken en de politie een aantal projecten ingericht, die hun samenwerking
kunnen versterken en binnen hun gezamenlijke traject nader worden uitgewerkt. Banken
en politie hebben dit traject binnen de mogelijkheden van deze Coronatijd actief opgepakt.
Naast diverse banken en de politie nemen ook vertegenwoordigers van Collecting Payment
Service Providers, het Openbaar Ministerie, een online handelsplatform en mijn Ministerie
deel.
De projecten richten zich op het volgende:
1. Mogelijkheden tot versterking van de positie van de fraudeslachtoffers door:
a. Onderzoek naar de mogelijkheden voor slachtoffers van Internetoplichting om hun schade
gecontroleerd te laten verhalen op de fraudeur en naar ondersteuning hierbij door
banken en politie;
b. Betere detectie van fraude in het transactieverkeer van banken, onder andere door
het delen van modus operandi van criminelen tussen politie en banken t.b.v. een slimme
monitoring van dat transactieverkeer;
c. Het uitvoeren van een gezamenlijk wetenschappelijk onderzoek door banken en politie
in samenwerking met de Universiteit Twente naar de factoren die leiden tot slachtofferschap,
het vergroten van de meldingsbereidheid door slachtoffers en handvatten voor het voorkomen
van fraude;
2. Verbetering van de vindbaarheid, het gebruik en de effectiviteit van de checkfunctie
op politie.nl, waardoor meer slachtoffers worden voorkomen. Via deze checkfunctie
kunnen mensen door invoering van bijvoorbeeld een emailadres, bankrekeningnummer of
telefoonnummer checken of er met betrekking tot een bepaalde verkoper meldingen bekend
zijn bij de politie;
3. Verbetering van de aanpak van geldezels door:
a. Betere detectie van die geldezels op basis van profielen en indicatoren;
b. Het bewustmaken van doelgroepen om te voorkomen dat iemand een geldezel wordt;
4. Onderzoek naar de versterking van de gegevensdeling tussen de politie en de banken
in het kader van de samenwerking binnen het Landelijk Meldpunt Internetoplichting
(LMIO);
5. De inrichting en uitvoering van een gezamenlijke communicatie ten behoeve van preventie.
Ik zal uw Kamer over de voortgang van deze projecten blijven informeren.
Vernieuwing convenant
Banken, politie en Openbaar Ministerie leggen hun samenwerking in het kader van het
Landelijk Meldpunt Internetoplichting (LMIO) vast in een nieuw convenant «Oplichting Online Handelsverkeer 2020». Daarin wordt het aantal deelnemende banken uitgebreid. Ook wordt – na het opdoen
van ervaring hiermee in de afgelopen periode- de verbeterde werkwijze vastgelegd dat
banken vanaf de derde aangifte met eenzelfde rekeningnummer een melding van de politie
ontvangen. Dit stelt banken in staat om eerder passende maatregelen te nemen tegen
frauduleuze rekeninghouders en wordt fraude beter voorkomen.
Tot slot
Internetoplichting is een ernstige vorm van criminaliteit, die een grote impact heeft
op mensen en maatschappij. Zeker in deze Coronatijd, waarin mensen steeds meer online
gaan. Fraudeurs veranderen met grote snelheid hun werkwijzen en richten hun vizier
veelal juist op kwetsbare slachtoffers. Ik vind dit zeer ernstig en zet daarom in
op het voorkomen en bestrijden van Internetoplichting en de ondersteuning van fraudeslachtoffers.
Het is daarbij van groot belang dat alle partijen, die een rol kunnen vervullen bij
de aanpak van Internetoplichting hun verantwoordelijkheid nemen en alles doen om Internetoplichting
te voorkomen en te bestrijden en fraudeslachtoffers adequaat te ondersteunen.
De samenwerking, zoals door de banken, Collecting Payment Service Providers, online
handelsplatforms, de politie en het Openbaar Ministerie, is vormgegeven en waarbij
gewerkt wordt aan de ontwikkeling van innovatieve wijzen om nog meer gezamenlijk op
te treden bij de bestrijding van Internetoplichting en ondersteuning van fraudeslachtoffers,
is noodzakelijk en belangrijk. Ik blijf me daarom inzetten voor het samenwerkingstraject
van banken, politie en de andere betrokken partijen en zal de voortgang van de onderscheiden
projecten zeer nauw blijven volgen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid