Brief regering : Kabinetsreactie op het advies van de Gezondheidsraad ‘Toelaatbaarheid nieuwe vormen van lijkbezorging‘
30 696 Wijziging van de Wet op de lijkbezorging
Nr. 51
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 november 2020
Hierbij bied ik u, namens het kabinet, mijn reactie aan op het advies «Toelaatbaarheid
nieuwe vormen van lijkbezorging» van de Gezondheidsraad dat ik op 25 mei heb ontvangen
en aan uw Kamer heb aangeboden1.
Overlijden en uitvaarten hebben een grote maatschappelijke en persoonlijke betekenis.
Regelgeving daarover verdient daarom zorgvuldige afweging, maar moet ook met de tijd
meegaan. De Wet op de lijkbezorging (Wlb) regelt welke vormen van lijkbezorging –
een proces van afbraak van het lichaam van een overledene – toegestaan zijn, namelijk
begraven, cremeren, overlijden op zee en het lichaam ter beschikking stellen aan de
wetenschap. Al langere tijd is er belangstelling voor nieuwe vormen van lijkbezorging,
ook vanuit het parlement2, in het bijzonder alkalische hydrolyse (destijds beter bekend als «resomeren3»). Bij alkalische hydrolyse wordt een stoffelijk overschot bij verhoogde temperatuur
opgelost in een vloeistof waaraan looghoudende kaliumhydroxide is toegevoegd. Na afloop
resteren botten, vloeistof (effluent)4 en eventuele medische hulpmiddelen als protheses. Alkalische hydrolyse is momenteel
al toegestaan en wordt al toegepast bij de verwerking van dode dieren.
Om de wenselijkheid van nieuwe vormen van lijkbezorging – in het bijzonder alkalische
hydrolyse – te beoordelen, hebben de branche en ikzelf onderzoek laten doen naar het
draagvlak onder de bevolking, arbeidsomstandigheden en milieuvriendelijkheid5. Deze rapportages gaven weliswaar een positief beeld van alkalische hydrolyse, maar
nog geen antwoord over de toelaatbaarheid van nieuwe vormen van lijkbezorging. Wegens
het persoonlijke karakter en het maatschappelijke belang van lijkbezorging hecht ik
aan een zorgvuldige procedure en heb ik in januari 2019 de Gezondheidsraad gevraagd
om een toetsingskader te ontwikkelen om de toelaatbaarheid van nieuwe vormen van lijkbezorging
te kunnen beoordelen en daarbij alkalische hydrolyse te betrekken.
Conclusies van de Gezondheidsraad
De Gezondheidsraad concludeert aan de hand van een beoordelingskader dat momenteel
alleen alkalische hydrolyse als nieuwe vorm van lijkbezorging toelaatbaar is. Andere
onderzochte technieken zijn niet gericht op de afbraak van het lichaam of er is te
weinig informatie om de techniek te toetsen aan het beoordelingskader.
De Gezondheidsraad heeft voor dit advies een speciale commissie ingericht met expertise
op het vlak van antropologie, milieutechnologie, ethiek, recht en biologische veiligheid.
Voor de totstandkoming van het advies heeft de commissie gebruik gemaakt van literatuuronderzoek,
deskundigen geraadpleegd en werkbezoeken afgelegd.
Het advies bevat een techniekonafhankelijk toetsingskader om de toelaatbaarheid van
nieuwe vormen van lijkbezorging te beoordelen. Dit kader is gebaseerd op bestaande
regelgeving en gebruiken en het huidige discours over nieuwe technieken. Het kader
bestaat uit drie waarden – veiligheid, waardigheid en duurzaamheid – welke verder
zijn geconcretiseerd in voorwaarden (zie bijlage). Bij toetsing mag de nieuwe techniek
niet slechter scoren dan de bestaande vormen van lijkbezorging, waarbij de drie waarden
nevengeschikt zijn. Dit betekent bijvoorbeeld dat als een nieuwe techniek voldoet
aan de waarden van veiligheid en waardigheid, maar op duurzaamheid vergeleken met
bestaande vormen van lijkbezorging slechter scoort, die nieuwe techniek naar het oordeel
van de commissie in beginsel niet toelaatbaar is.
De Gezondheidsraad toetste twee mogelijke vormen van lijkbezorging aan het toetsingskader,
namelijk alkalische hydrolyse en humaan composteren (versnelde afbraak lichaam middels
microbiologische activiteit). De Gezondheidsraad concludeert dat momenteel alleen
alkalische hydrolyse toelaatbaar is als nieuwe vorm van lijkbezorging. Wel vindt de
Gezondheidsraad dat bij eventuele toelating van deze techniek de technische specificaties
nog nader beoordeeld zullen moeten worden. De Gezondheidsraad vraagt daarbij aandacht
voor mogelijke geurhinder en (milieu) veiligheid van de installatie, naar analogie
van het Activiteitenbesluit waarin de luchtvoorschriften voor crematoria vastgelegd
zijn.
De Gezondheidsraad concludeert dat vooralsnog onvoldoende informatie beschikbaar is
om humaan composteren te beoordelen aan de hand van de opgestelde voorwaarden van
het beoordelingskader. Andere technieken zijn niet betrokken bij het onderzoek, omdat
zij niet zijn gericht op de afbraak van het lichaam. Het gaat dan om invriezen en
plastineren, waarbij het lichaam wordt geconserveerd door het aanbrengen van plastic.
Ook als een techniek alleen nog als concept bestaat is deze niet betrokken, zoals
cryomeren, waarbij het lichaam wordt gevriesdroogd, verbrokkeld en wordt afgebroken.
Reacties van de uitvaartsector op het rapport
Uit een brede consultatieronde bij de uitvaartsector blijkt dat er belangstelling
en steun is voor de introductie van alkalische hydrolyse en de toepassing van het
toetsingskader. Volgens de branche bevordert de introductie van nieuwe initiatieven
zoals alkalische hydrolyse de keuzevrijheid voor het kiezen van een passende vorm
van lijkbezorging. Een aantal uitvaartondernemers is ook geïnteresseerd in andere
vormen van lijkbezorging, waarbij men vooral humaan composteren interessant vindt.
Wel moet onderzocht worden op welke wijze de Tweede Kamer goedkeuring kan verlenen
aan huidige en toekomstige initiatieven die positief getoetst zijn. Verder moet naar
mening van de branche goed gekeken worden naar de uitwerking van de regelgeving over
alkalische hydrolyse. Daarbij vergen milieu en ethiek aandacht, vooral bij het afvoeren
van het effluent na zuivering. Daarvoor zijn verschillende mogelijkheden, zoals bemesting
van akkers, productiebossen of herinneringsplaatsen, een deel meegeven aan de nabestaanden,
afvoer via het riool of vervaardiging van biogas.
Kabinetsreactie
Graag complimenteer ik de Gezondheidsraad met zijn heldere advies op de ingewikkelde
en omvangrijke vraag naar de toelaatbaarheid van nieuwe technieken van lijkbezorging.
In mijn brief van 17 januari 2019 (Kamerstuk 30 696, nr. 44) had ik uw Kamer al gemeld positief te staan tegenover het mogelijk maken van nieuwe
vormen van lijkbezorging. Met het voortschrijden van de techniek en inzichten kunnen
ook nieuwe vormen van lijkbezorging in beeld komen en bestaande innovatieve technieken
zullen zich de komende tijd ongetwijfeld verder gaan ontwikkelen. Met veranderende
maatschappelijke opvattingen verwacht ik dan ook dat er ook in de toekomst belangstelling
zal zijn voor nieuwe vormen van lijkbezorging. Ik vind dat positief zolang zorgvuldige
afweging wordt geborgd. Wanneer we nieuwe vormen kunnen toestaan, biedt dat mensen
meer ruimte om te kiezen voor een passende vorm van lijkbezorging. Tegelijkertijd
heeft het afscheid van dierbaren ook maatschappelijke waarde en moeten we goed kijken
naar de toelaatbaarheid. Dat vergt steeds een zorgvuldige afweging voordat een nieuwe
vorm van lijkbezorging kan worden toegelaten. Daarom is het ook van belang dat de
afgelopen jaren informatie is verzameld over nieuwe vormen van lijkbezorging om tot
die afweging te kunnen komen. Ik zie dit advies als een eerste mijlpaal in de lopende
discussie over de toelaatbaarheid van nieuwe vormen van lijkbezorging en welke vormen
onderdeel moeten zijn van de komende modernisering van de Wlb.
In navolging van het advies wil ik alleen alkalische hydrolyse wettelijk vastleggen
als nieuwe vorm van lijkbezorging bij de modernisering van de Wlb. Daarnaast wil ik
het proces voor toelating van nieuwe vormen van lijkbezorging wettelijk vastleggen
om zo een zorgvuldige besluitvorming over eventuele nieuwe technieken in de toekomst
te borgen. Graag licht ik dat nader toe.
1. Zorgvuldige afweging middels wettelijke regeling
Ongetwijfeld zal er in de toekomst opnieuw belangstelling ontstaan om nieuwe vormen
van lijkbezorging toe te staan. Zorgvuldige besluitvorming daarover wil ik borgen
door bij de modernisering van de Wlb het volgende vast te leggen:
1. De waarden en voorwaarden van het toetsingskader;
2. De Minister van BZK neemt een nieuwe vorm van lijkbezorging in overweging wanneer
een dossier is opgebouwd waaruit blijkt dat:
a. deze is getoetst aan het toetsingskader;
b. de toelaatbaarheid ervan aannemelijk is gemaakt;
c. hieraan maatschappelijke behoefte is.
3. De Minister van BZK vraagt een gezaghebbend adviescollege6 om advies aan de hand van het toetsingskader over de toelaatbaarheid van een nieuwe
vorm van lijkbezorging.
De uitvaartsector speelt wat mij betreft een voortrekkersrol bij het aandragen van
een dossier over een nieuwe vorm van lijkbezorging, omdat zij deze techniek zullen
moeten toepassen. Het toetsingskader speelt bij de beoordeling een centrale rol, maar
hoeft daarin niet doorslaggevend te zijn. De Gezondheidsraad heeft aangegeven dat
het kader is gebaseerd op bestaande maatschappelijke opvattingen. Deze opvattingen
kunnen gaandeweg veranderen. Daarom wil ik het toetsingskader niet al te rigide toepassen,
zodat een toekomstige discussie over de toelaatbaarheid kan aansluiten bij de actuele
maatschappelijke behoeften. Wel vind ik het van belang dat indien een nieuwe vorm
van lijkbezorging in de toekomst toelaatbaar wordt geacht terwijl het niet voldoet
aan het toetsingskader, de kennelijke toelaatbaarheid goed wordt onderbouwd zodat
een transparant debat en – politieke – besluitvorming kunnen plaatsvinden. Ik wil
vasthouden aan de huidige systematiek waarbij de vormen van lijkbezorging wettelijk
worden geregeld, zodat in het kader van de zorgvuldige afweging de Tweede Kamer zich
steeds kan uitspreken over de toelaatbaarheid van een nieuwe vorm van lijkbezorging.
2. Toelating van alkalische hydrolyse
In mijn brief van 17 januari 2019 had ik al voorop gesteld positief te staan tegenover
het mogelijk maken van nieuwe vormen van lijkbezorging. Tegelijkertijd hecht ik aan
een zorgvuldige procedure. Met het advies van de Gezondheidsraad acht ik deze techniek
toelaatbaar.
Het inpassen van alkalische hydrolyse in de regelgeving zie ik als volgt voor me:
– Voor de wettelijke regeling van alkalische hydrolyse wordt zoveel mogelijk aansluiting
gezocht bij de regelgeving voor cremeren. De resterende botresten na de alkalische
hydrolyse wil ik gelijkschakelen aan hetgeen geregeld is voor de as na de crematie,
welke ook bestaat uit botresten (welke na de crematie zijn vermalen). Na de alkalische
hydrolyse resteert verder effluent, welke nabehandeling vereist. Dit vergt aparte
regeling. Een deel van het effluent kan meegegeven worden aan nabestaanden. De rest
van het effluent kan worden afgevoerd via riool of worden gebruikt voor bemesting.
Ik overweeg deze mogelijkheden te regelen, zodat overledenen en nabestaanden daarin
een keuze kunnen maken.
– In het stelsel van de Omgevingswet zullen technische eisen worden opgenomen aan de
installatie voor alkalische hydrolyse. Daarbij wordt gedacht aan bronmaatregelen voor
de veiligheid van omwonenden en het voorkomen van hinder voor omwonenden. In overleg
met onder andere de Minister van Infrastructuur en Waterstaat wordt bezien welke verdere
aanpassingen in regelgeving noodzakelijk zijn in verband mogelijke milieurelevante
aspecten van alkalische hydrolyse.
Alkalische hydrolyse vergt geen aanpassing van wet- en regelgeving voor de arbeidsomstandigheden.
Met name het Arbeidsomstandighedenbesluit, het Warenwetbesluit machines en het Warenwetbesluit
drukapparatuur 2016 stellen al voldoende eisen aan onder meer de installatie en het
veilig omgaan met gevaarlijke stoffen, zoals zwavelzuur en kaliumoxide. Uit de warenwet-
en arbeidsomstandighedenwetgeving volgt bovendien dat de werkgever alle risico’s voor
de werkenden moet inventariseren, evalueren en passende maatregelen treffen om deze
risico’s weg te nemen, ook met oog op de specifieke locatie en de gebruikte gevaarlijke
stoffen. Het is aan de werkgevers die alkalische hydrolyse willen toepassen om aan
te tonen dat dit voor de werkenden veilig en gezond kan en dat aan alle geldende arbeidsomstandigheden-
en warenwetgeving wordt voldaan.
Vervolgtraject
Concluderend stel ik vast dat alkalische hydrolyse een waardevolle aanvulling vormt
op de realisatie van een toekomstgericht en -bestendig stelsel van lijkbezorging.
De introductie van alkalische hydrolyse en het toetsingskader zal ik daarom betrekken
bij de modernisering van de wet. In de brief van 10 april 2020 (Kamerstuk 30 696, nr.48) heb ik uw Kamer gemeld dat ik het met de onzekerheden die het coronavirus met zich
meebrengt op dat moment niet opportuun achtte om alle gesprekken en lopende onderzoeken
in het kader van de vernieuwing Wlb onverkort door te zetten en dat de prioriteit
lag bij het bijstaan van de uitvaartsector. In die periode heb ik ook een vitaliteitsbeoordeling
van de uitvaartsector ten behoeve van crisisbestrijding in gang gezet. Dit onderzoek
moet leiden tot een duidelijke beschrijving van de verschillende onderdelen van en
processen in de uitvaartsector, hun rol bij een crisis en welke maatregelen er nodig
zijn om in een volgende crisis de uitvaartsector het noodzakelijke uitvaartwerk te
laten verrichten. Ik verwacht deze vitaliteitsbeoordeling en het onderzoek naar digitale
nalatenschap met reactie begin 2021 aan uw Kamer te sturen. Ik verwacht dat het wetsvoorstel
in 2021 in consultatie gaat, het streven is erop gericht dat dat nog voor de zomer
lukt.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
BIJLAGE 1: Toetsingskader Gezondheidsraad nieuwe technieken
Waarde
Voorwaarde
Veiligheid
1. Gegarandeerde technische veiligheid. Installaties moeten technisch deugdelijk zijn
en geen risico opleveren voor de operateurs en anderen in de buurt van de installatie.
2. Geen verspreiding van risicovolle organismen. Het proces van lichaamsafbraak mag
niet gepaard gaan met het vrijkomen van agentia in concentraties die mens en milieu
schaden.
Waardigheid
3. Gegarandeerde afbraak van het lichaam. De lichaamsafbraak moet effectief verlopen
tot ten minste het skelet.
4. Geen ongewilde vermenging van overblijfselen. Gedurende de lijkbezorging moeten
residuen herleidbaar zijn tot één individu.
5. Geen publieke waarneembaarheid van het afbraakproces. De lichaamsafbraak mag niet
leiden tot geurhinder en mag niet zichtbaar zijn voor mensen in de omgeving.
6. Gegarandeerde integriteit van het lichaam en zijn overblijfselen. Onderdelen van
het lichaam van de overledene moeten worden beschermd tegen ontvreemding en ander
oneigenlijk gebruik.
Duurzaamheid
7. Minder beslag op eindige grondstoffen. Bij de technische inrichting en uitvoering
moeten minder eindige grondstoffen worden gebruikt dan bij begraven en cremeren.
8. Minder schadelijke emissies. Bij de technische uitvoering moet de uitstoot van
schadelijke stoffen lager zijn dan bij begraven en cremeren.
9. Minder beslag op beschikbare ruimte. De lijkbezorging moet minder ruimte in beslag
nemen dan begraven.
BIJLAGE 2: Beoordeling nieuwe vormen van lijkbezorging
Techniek, met korte beschrijving
Oordeel Gezondheidsraad
Alkalische hydrolyse
(resomeren)
Bij alkalische hydrolyse wordt het lichaam van overledene bij verhoogde temperatuur
opgelost in een vloeistof waaraan looghoudende kaliumhydroxide is toegevoegd. Na afloop
resteren botten, 1.500 liter effluent (water, kaliumhydroxide en organische stoffen)
en eventuele medische hulpmiddelen als protheses.
Voldoet aan de gestelde voorwaarden, mits de technische procedures conform geldende
voorschriften worden uitgevoerd. De technische specificaties zullen nog nader beoordeeld
moeten worden.
Composteren
Bij composteren wordt het lichaam gelegd in koolstofrijk materiaal, zoals houtsnippers,
zaagsel en bladeren en verder blootgesteld aan stikstof, vocht en zuurstof. Dit leidt
tot microbiologische activiteit van bacteriën en schimmels en daarmee de afbraak van
het lichaam. Bij een gecontroleerde manier van composteren verloopt de afbraak sneller.
Uit onderzoek naar composteren bij dieren blijken bezwaren – er gelden strikte regels
voor en het eindproduct moet worden verbrand om risicovolle agentia en medicijnen
te vernietigen. Het schort aan wetenschappelijke gegevens en analyses over humaan
composteren. Er is nog te weinig informatie beschikbaar voor toetsing aan het kader.
Op basis van de beschikbare informatie is er gerede twijfel in hoeverre deze techniek
voldoet aan de criteria inzake risicovolle agentia, afbraak van het lichaam en publieke
waarneembaarheid van het proces.
Cryomeren (vriesdrogen)
Het lichaam wordt afgekoeld en daarna in vloeibare stikstof gelegd, waardoor het broos
wordt. Na trillen wordt het resulterende poeder gevriesdroogd en door aerobe bacteriën
verteerd tot compost.
Is niet bestudeerd, omdat deze alleen nog als concept bestaat en omdat, voor zover
bekend, er nergens een installatie beschikbaar is voor humaan cryomeren.
Plastineren
Water en vet in het lichaam worden vervangen door plastic zodat het lichaam bewaard
kan worden.
Is niet bestudeerd, want niet op afbraak maar op conservering gericht.
Invriezen (cryonisme)
Het bloed wordt vervangen door glycerol, waarna het lichaam wordt gekoeld. Degenen
die hiervoor kiezen, cryonisten, hopen later ontdooid te kunnen worden en verder te
leven.
Is niet bestudeerd, want niet op afbraak maar op conservering gericht.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties