Brief regering : Beleidsreactie NZa-monitor contractering eerstelijnsverblijf en geriatrische revalidatiezorg 2020
33 578 Eerstelijnszorg
29 689 Herziening Zorgstelsel
Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2020
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de monitor van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over contractering eerstelijnsverblijf (ELV)
en geriatrische revalidatiezorg (GRZ). Hiermee doe ik ook de motie af van het lid
Sazias over het voorkomen dat zorgverzekeraars korten op eerstelijnsverblijf en geriatrische
revalidatiezorg1.
NZa-monitor
De NZa brengt met deze monitor voor het eerst sinds de overheveling van het eerstelijnsverblijf
naar de Zorgverzekeringswet (in 2017) het contracteerproces en -inhoud van eerstelijnsverblijf
en geriatrische revalidatiezorg in kaart. In de monitor is eerst een overzicht gegeven
van de kengetallen van ELV en GRZ over 2017, 2018 en 2019. Ten tweede is er gekeken
hoe het contracteerproces voor 2020 is verlopen en wat de ervaringen van zorgaanbieders
en zorgverzekeraars daarmee zijn. Verder heeft de NZa gekeken naar de inhoudelijke
afspraken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars voor 2020 en naar de mogelijkheden
voor experimenten. De NZa doet zes aanbevelingen over het contracteerproces, waarmee
het handvatten geeft aan zorgaanbieders en zorgverzekeraars om het gesprek te voeren
over de zorg en de contractafspraken. Tot slot formuleert de NZa drie actiepunten
voor zichzelf naar aanleiding van de monitor.
Samenvatting NZa-monitor
Uit de monitor blijkt dat bijna alle zorgaanbieders contracten afsluiten met zorgverzekeraars.
De ervaringen met het contracteerproces worden als positief ervaren door beide partijen.
In de GRZ wordt dicht tegen het door de NZa vastgestelde maximumtarief afgesproken
(97% gewogen gemiddelde). Voor het ELV liggen de percentages lager.
In het ELV worden tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars regelmatig resultaatafspraken
gemaakt. In de GRZ is dit veel minder het geval, meer dan de helft van de zorgaanbieders
geeft aan dat er geen resultaatafspraken gemaakt worden.
In het ELV worden vooral resultaatafspraken gemaakt op basis van de gemiddelde ligduur.
Zorgverzekeraars stellen dit vast met behulp van benchmarks. De helft van de zorgaanbieders
herkent zich in de benchmarks, wanneer deze gebruikt worden. Tegelijkertijd is niet
altijd transparant hoe de benchmarks tot stand komen. Naast ligduur hebben resultaatafspraken
over uitstroom naar huis, naar de Wlz en/of het aantal heropnamen ELV invloed op het
tarief. Als er in de GRZ resultaatafspraken worden gemaakt, gebeurt dit ook op basis
van benchmarks. Deze resultaatafspraken zien op behandelintensiteit en ligduur.
De NZa concludeert dat veel goed gaat in de contractering van ELV en GRZ, maar ziet
tegelijkertijd ruimte voor verbeteringen. Daartoe formuleert de NZa zes aanbevelingen
aan zorgverzekeraars en/of zorgaanbieders:
1. Ga aan de slag met beschrijvingen van goede zorg;
2. Koop ELV en GRZ samen in en breid mogelijkheden van substitutie uit;
3. Zet in op experimenten over de sectoren heen;
4. Inspireer elkaar door maatwerkoplossingen inzake arbeidstekorten te delen;
5. Ga in gesprek over de duur van het contract;
6. Geef zorgaanbieders meer inzicht in de benchmarks en modellen die gehanteerd worden
bij de inkoop.
Daarnaast heeft de NZa drie actiepunten voor zichzelf geformuleerd:
1. Het meer onder de aandacht brengen bij zorgaanbieders van de verschillende mogelijkheden
om te experimenteren;
2. Samen met VWS en ZonMW een plan opstellen voor het uitvoeren van de evaluatie van
de verschillende experimenten die nu lopen. Beroeps- en brancheverenigingen zullen
hierbij ook betrokken worden;
3. Met beroeps- en branchepartijen, VWS, Zorginstituut Nederland en ZonMw in gesprek
over hoe de bekostiging van de kortdurende zorg in de eerste lijn (ELV, GRZ en geneeskundige
zorg voor specifieke patiëntgroepen) meer op elkaar kan worden aangesloten.
Reactie en vervolgstappen
Allereerst ben ik verheugd te lezen dat veel goed gaat in de contractering van ELV
en GRZ. Zorgaanbieders en zorgverzekeraars zijn tevreden over het contracteerproces
en partijen weten elkaar goed te vinden.
Tegelijkertijd blijkt dat er nog verbeterpunten zijn. Zo ontbreken er vaak nog goede
afspraken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars over de organisatie en de kwaliteit
van ELV en GRZ. Ook geven zorgaanbieders aan dat de mogelijkheden voor maatwerk beter
kunnen in het contracteerproces. Dit is noodzakelijk om juiste zorg op de juiste plek
te kunnen leveren. Het opstellen van een integraal kwaliteitskader zou hierbij kunnen
ondersteunen. Het programma Beter Thuis, dat ZonMw op mijn verzoek heeft ontwikkeld,
kan hieraan bijdragen.
Ook kunnen zorgverzekeraars door middel van het maken van contractafspraken meer sturen
op de door hen opgestelde visie. Zoals de NZa terecht aangeeft, is contracteren namelijk
het middel om afspraken te maken tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars over doelmatigheid,
kwaliteit, innovatie, organiserend vermogen en de juiste zorg op de juiste plek. Ik
ga ervan uit dat zorgaanbieders en zorgverzekeraars met de aanbevelingen van de NZa
aan de slag zullen gaan.
Daarnaast vind ik het positief om te lezen dat de NZa ook verbeterpunten voor zichzelf
heeft opgesteld. Ik ben blij te horen dat zij aan de slag gaan met het meer onder
de aandacht brengen van de mogelijkheden om te experimenteren, een plan opstellen
voor het uitvoeren van een evaluatie van de huidige experimenten en met onderzoek
doen naar een passende bekostiging voor de kortdurende zorg in de eerste lijn. Hiertoe
zal ook ik mijn bijdrage leveren, samen met ZonMW, het Zorginstituut Nederland en
beroeps- en branchepartijen. Aan deze punten wordt ook op dit moment ook al gewerkt.
Korting zorgverzekeraars op eerstelijnsverblijf en geriatrische revalidatiezorg bij
veel doorstroom naar Wlz?
Naar aanleiding van de Begrotingsbehandeling van 31 oktober 2019 (Handelingen II 2019/20,
nr. 18, item 9) is een motie van het lid Sazias aangenomen (Handelingen II 2019/20, nr. 19, item 19) over het voorkomen dat zorgverzekeraars korten op eerstelijnsverblijf en geriatrische
revalidatiezorg, als er te veel patiënten niet terug kunnen naar huis na verblijf2. De motie stelt dat de doorstroom van ouderen uit ziekenhuizen nog steeds niet op
orde is en dat er nog steeds een groot gebrek is aan plaatsen voor ELV, GRZ en vaste
verpleeghuisplaatsen. Op de capaciteit van tijdelijk verblijf kom ik terug in een
separate brief in relatie tot acute zorg. Voor de capaciteit van verpleeghuizen verwijs
ik u naar de Kamerbrief van 10 juni 2020 van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport over de Stand van zaken zorg aan ouderen3.
Hieronder ga ik kort in op de resultaatafspraken die gemaakt worden in het ELV en
GRZ. Uit de monitor van de NZa blijkt dat zorgaanbieders die ELV leveren, aangeven
dat zorgverzekeraars regelmatig in het contracteerproces sturen op doelmatigheid en
uitkomsten, zoals ligduur. Uit onderzoek blijkt dat het tarief niet na een bepaald
aantal dagen omlaag gaat. Zorgverzekeraars geven wel aan dat zij benchmarks gebruiken
voor de gemiddelde ligduur en dat zij hier hun tarief voor het volgende jaar op baseren.
In de benchmarks spelen ook de uitstroom naar huis, uitstroom naar de Wlz en/of het
aantal heropnamen in het ELV een rol. Onduidelijk is in hoeverre dit doorwerkt in
het toekomstige tarief. In de contracten is geen direct negatieve, wel een positieve
prikkel gevonden, in de zin dat zorgaanbieders een tariefopslag krijgen voor het verkorten
van de ligduur ter bevordering van de terugkeer naar huis.
Bij de GRZ wordt door meer dan de helft van de zorgaanbieders aangegeven dat er geen
resultaatafspraken worden gemaakt. En als deze afspraken al gemaakt worden, dan hebben
enkele hiervan maar invloed op het tarief. Het gaat dan om afspraken over gemiddelde
ligduur en behandelintensiteit. Ook hier zit een positieve prikkel voor zorgaanbieders.
Als er sprake is van een hoge uitstroom naar huis dan kan dit leiden tot een tariefopslag.
Uit de monitor blijkt dat zorgaanbieders niet direct gekort worden door zorgverzekeraars
als patiënten niet meer terug naar huis kunnen na verblijf in ELV of GRZ. Wel dat
doorstroom naar de Wlz onderdeel van de benchmarks kunnen zijn. Het is alleen niet
transparant hoe dit doorwerkt in de tarieven voor het jaar erop. Het is aan zorgverzekeraars
en zorgaanbieders om hierover met elkaar in gesprek te gaan. De NZa heeft aangegeven
hierop te letten en de vinger aan de pols te houden door agendering in betreffende
technische overleggen van de NZa.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg