Brief regering : Onderzoek alcoholmarketing
27 565 Alcoholbeleid
Nr. 176
                   BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 november 2020
Bijgaand bied ik u twee onderzoeksrapporten aan over het thema alcoholmarketing die
                     zeer recent zijn afgerond in het kader van het Nationaal Preventieakkoord (NPA)1. In het NPA zijn twee doelstellingen ten aanzien van alcoholmarketing opgenomen:
                     we willen voorkomen dat marketing voor alcoholhoudende dranken bijdraagt aan problematisch
                     alcoholgebruik, en streven ernaar dat alcoholmarketing jongeren niet of zo weinig
                     mogelijk bereikt en beïnvloedt. Dit gaat verder dan dat alcoholmarketing niet gericht
                     mag zijn op jongeren. Verstrekkers en producenten hebben als onderdeel van het NPA
                     afgesproken, dat ze op basis van de uitkomsten aangeven hoe zij het bereik van jongeren
                     via alcoholmarketing redelijkerwijs kunnen beperken.
                  
Hieronder ga ik kort in op de inhoud en resultaten van deze studies en welke consequenties
                     ik daaraan verbind in het licht van de genoemde doelstellingen.
                  
1 Onderzoek bereik en beïnvloeding van jongeren door alcoholmarketing
               
Dit onderzoek is uitgevoerd onder leiding van Breuer&Intraval in samenwerking met
                  de bureaus Dialogic en Het Media Loket. Uit een eerdere inventarisatie van hetzelfde
                  bureau, die in 2018 werd uitgevoerd, is bekend dat jongeren vooral uitingen van alcoholmarketing
                  zien (o.a. advertenties en product placement) op de «top 5 locaties», te weten: supermarkten,
                  televisie, horeca, bioscopen en sociale media. Dit jaar is deze studie opnieuw uitgevoerd,
                  nu aangevuld met vragen over wat jongeren precies aan alcoholreclame zien en waar.
                  De uitkomsten geven de branches handvatten om na te gaan hoe de blootstelling kan
                  worden teruggebracht.
               
Het onderzoek laat zien dat jongeren in de leeftijd van 12 – 17 jaar frequent worden
                  blootgesteld aan diverse vormen van alcoholmarketing, maar dat er aanzienlijke verschillen
                  zijn tussen de vijf locaties. Wat betreft televisie komt naar voren dat minderjarigen
                  nog altijd worden geconfronteerd met alcoholreclame. De kijktijd van jongeren tussen
                  de 12 en 17 jaar is lager dan andere leeftijdscategorieën. Gewogen naar kijktijd,
                  blijkt de kans voor 12–17-jarigen om met alcoholreclame geconfronteerd te worden echter
                  net zo hoog te zijn als de kans dat 18–30-jarigen of 30-plussers hiermee geconfronteerd
                  worden.
               
Naast blootstelling op televisie blijkt product placement in supermarkten en bioscopen
                  een belangrijke manier te zijn waarop jongeren worden blootgesteld aan alcoholmarketing.
                  In vrijwel alle onderzochte supermarkten is er sprake van het etaleren van alcohol
                  op een plek die in het oog springt, anders dan de gebruikelijke schappen voor alcohol.
                  Bij bioscopen is er met name sprake van het aanprijzen van combi-deals bestaande uit
                  een snack en alcohol en valt op dat ongeacht de kijkwijzer toch alcoholadvertenties
                  (statisch beeld) vóór en tijdens de pauze van een film worden getoond. Commercials
                  voor alcoholreclame (bewegend beeld) komen vaker voor bij 16+ films, maar zijn ook
                  waargenomen bij kijkwijzers 12+ en alle leeftijden. Er zijn overigens enkele supermarkten
                  in het onderzoek aangetroffen die geen alcoholreclame vertonen en twee bioscopen die
                  weinig tot geen reclame vertonen. Bij navraag van de onderzoekers bij de bioscopen
                  werd door deze aangegeven dat zij er expliciet voor kiezen minderjarigen niet bloot
                  te stellen aan alcoholreclame.
               
Bij horecagelegenheden zijn het vooral uitingen in de openbare ruimte (zoals reclameborden
                     en parasols) waarmee jongeren worden geconfronteerd. Omdat gelegenheden als cafés
                     minder vaak worden bezocht door jongeren tussen de 12 en 17 jaar is de confrontatiekans
                     met reclame-uitingen binnen aanzienlijk lager.
                  
Ondanks dat de aantallen in de onderzoeksgroep te klein waren om precieze berekeningen
                     te maken, concluderen de onderzoekers dat jongeren op sociale media zowel gesponsorde
                     alcoholreclames als (intentionele of niet-intentionele) alcoholreclames via bijvoorbeeld
                     vlogs van influencers te zien krijgen. Dit geldt voor alle populaire platforms. De
                     impact van deze alcoholreclames is waarschijnlijk het hoogste op Instagram en YouTube,
                     aangezien dit de meest populaire platforms onder jongeren zijn. Opvallend is dat een
                     groot deel van de jongeren aangeeft (ook) een 18+ account te hebben en te gebruiken.
                     Hierdoor ontwijken jongeren leeftijdsfilters en wordt de blootstellingskans verhoogd.
                  
2 Kennissynthese alcoholmarketing
               
Ter uitvoering van een actie uit het NPA van VWS heeft ZonMw onderzoek uitgezet om
                  de wetenschappelijk stand van zaken in kaart te brengen over de effecten van alcoholmarketing
                  op problematisch alcoholgebruik in het algemeen, en meer specifiek op het alcoholgebruik
                  van jongeren. Dit onderzoek is uitgevoerd door de Universiteit van Twente, in samenwerking
                  met de Universiteit van Amsterdam en Tactus Verslavingszorg. Het onderzoek richtte
                  zich op de volgende onderwerpen: de omvang en inhoud van alcoholmarketing, de impact
                  van alcoholmarketing, de impact van 0.0%-marketing en de rol van alcoholmarketing
                  op sociale media. Tot slot was het verzoek om expliciet aan te geven welke kennislacunes
                  er zijn met betrekking tot de gestelde vragen.
               
Uit dit onderzoek blijkt dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen blootstelling
                     aan alcoholmarketing en het drinkgedrag van jongeren. Grotere blootstelling leidt
                     tot meer alcoholgebruik, binge drinken en riskant drinkgedrag. De onderzoekers spreken
                     van een causaal verband. Of alcoholmarketing ook bijdraagt aan alcoholgebruik door
                     zwangere vrouwen, zware drinkers en verslaafden is onbekend; onderzoek daarover ontbreekt.
                  
De conclusies van het onderzoek zijn verder dat alcoholmarketing in Nederland zeer
                     aanwezig is en ook minderjarigen bereikt. Met name de blootstelling aan alcohol gerelateerde
                     inhoud en alcoholmarketing op sociale media is volgens de onderzoekers in toenemende
                     mate een gegeven dat de aandacht verdient. Over de effecten van marketing van 0.0%-dranken
                     is nauwelijks wetenschappelijk onderzoek beschikbaar.
                  
3 Beleidsreactie
               
De uitkomsten van beide onderzoeken vind ik zorgwekkend. Minderjarigen worden frequent
                  en op allerlei plaatsen met alcoholmarketing geconfronteerd, terwijl in de kennissynthese
                  een rechtstreeks verband tussen het zien van alcoholreclame en drinkgedrag is vastgesteld.
                  Ik ga dan ook, waar mogelijk samen met de partijen uit het NPA, op diverse manieren
                  actie ondernemen om het behalen van de doelstellingen van het NPA op het thema alcoholmarketing
                  dichterbij te brengen en jongeren beter te beschermen tegen alcoholreclame.
               
Ik heb het rapport ook doorgezonden naar het Commissariaat van de Media, dat onder
                  de beleidsverantwoordelijkheid valt van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
                  als signaal met het oog op het handhavingskader van de Mediawet. Ik stel vast dat
                  jongeren via televisie blootgesteld worden aan alcoholmarketing en ik zal daarom een
                  discussie over extra maatregelen hieromtrent agenderen.
               
In het NPA is, zoals hiervoor vermeld, afgesproken dat verstrekkers en producenten
                     aangeven hoe het bereik van jongeren (naar redelijkheid) beperkt kan worden. De uitkomsten
                     van de beide onderzoeken onderstrepen de noodzaak van die afspraak en de urgentie
                     om woorden om te zetten in daden. Ik doe hiermee een appèl op verstrekkers en producenten
                     om hun rol waar te maken en ik ga graag met hen in gesprek over welke mogelijkheden
                     zij hier zien om alcoholmarketing onder jongeren, in lijn met de doelstelling van
                     het NPA, te beperken. Begin 2021 verwacht ik u over hun voorstellen te informeren.
                  
In overleg met de brancheverenigingen van supermarkten, bioscopen en de horeca wordt
                     bekeken hoe zij jongeren beter kunnen beschermen tegen alcoholmarketing en welke acties
                     zij daartoe gaan ondernemen. Ik ben ervan overtuigd dat hier mogelijkheden voor verbetering
                     liggen, gezien de bevinding dat enkele supermarkten en bioscopen (veel) terughoudender
                     zijn met het tonen van reclame-uitingen dan andere. Mocht blijken dat nadere acties
                     uitblijven of te weinig effect hebben, dan vind ik het aanscherpen van wet- en regelgeving
                     een te overwegen maatregel.
                  
De kennissynthese laat zien dat er nog vrijwel geen onderzoek gepubliceerd is naar
                     de invloed van de marketing van 0.0%-dranken. Wel is bekend dat de markt van 0.0%-dranken
                     de laatste jaren is gegroeid, en dat een aanzienlijk deel van de minderjarigen weleens
                     0.0%-dranken consumeert. Onduidelijk is of en hoe deze ontwikkelingen perceptie en
                     gedrag van jongeren beïnvloeden en effect hebben op het drinken van alcoholhoudende
                     dranken. Het RIVM heb ik gevraagd het onderzoek naar deze vragen in gang te zetten.
                  
Ook over de rol van marketing via sociale media heb ik nader onderzoek uitgezet bij
                     onderzoeksbureau Panteia. Dit onderzoek richt zich overigens niet alleen op alcoholmarketing,
                     maar ook op de marketing van ongezonde voedingsmiddelen voor jongeren. Daarbij wordt
                     meegenomen welke wetgevingsmogelijkheden er zijn om te voorkomen dat marketing voor
                     alcohol en ongezonde voedingsmiddelen jongeren bereikt. Hierin worden ervaringen in
                     het buitenland en de handhaafbaarheid van de diverse wetgevingsinstrumenten meegenomen.
                     De uitkomsten van beide vervolgonderzoeken verwacht ik mei 2021. De rapporten zullen
                     uw Kamer te zijner tijd worden toegezonden.
                  
Tot slot kan ik u melden dat het onderzoek van Breuer&Intraval in 2021 herhaald zal
                     worden voor het onderdeel sociale media, om te beoordelen in welke mate de acties
                     van STIVA (Stichting Verantwoord Alcoholgebruik) en de Nederlandse Brouwers zoals
                     afgesproken in het kader van het NPA, hebben bijgedragen aan de verdere afname van
                     het bereik van 18-minners via sociale media door alcoholmarketing.
                  
Over de voortgang op de overige alcoholonderwerpen uit het Nationaal Preventieakkoord
                     informeer ik u binnenkort met mijn tweede voortgangsbrief van dit jaar, die u vóór
                     het Algemeen Overleg Preventie, dat gepland staat op 3 december, tegemoet kunt zien.
                  
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
                  P. Blokhuis
Indieners
- 
              
                  Indiener
 P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
