Brief regering : Aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 563
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2020
Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is gevraagd om in het kader van
het wetgevingsoverleg integratie dat eveneens plaatsvindt op donderdag 12 november
in uw kamer, te reflecteren op de inhoud van de bespreking tussen de regeringsleiders
van Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en Nederland afgelopen dinsdag. Het is in het
licht van het debat over terrorisme dat gelijktijdig plaatsvindt opportuun om dit
evenzo te doen vanuit de invalshoek van contra-terrorisme en veiligheid.
De afgelopen periode is Europa opgeschrikt door een aantal terroristische aanslagen.
Op vrijdag 16 oktober jl. werd de Franse docent Samuel Paty vermoord nadat hij tijdens
zijn les spotprenten van de profeet Mohammed had laten zien. Twee weken later vielen
bij een mesaanval in Nice drie doden. Vorige week werd Oostenrijk getroffen door een
terroristische aanslag in Wenen. Het kabinet heeft de aanslagen veroordeeld en heeft
haar medeleven met Frankrijk en Oostenrijk betuigd. Nederland staat zij aan zij met
deze landen in hun strijd tegen terrorisme
Het kabinet doet er alles aan om een soortgelijke aanslag in Nederland te voorkomen.
Daartoe heeft het kabinet een breed pakket aan preventieve en repressieve maatregelen
getroffen. Hierbij werkt Nederland eendrachtig samen met de getroffen landen en andere
Europese lidstaten. Over een deel van de recent getroffen maatregelen is uw Kamer
geïnformeerd door middel van brieven namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid1, de Minister van Buitenlandse zaken2, en de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.3
Aanpak terrorisme Nederland
Alhoewel er geen aanwijzingen zijn dat in Nederland een aanslag wordt voorbereid,
blijft het voorstelbaar dat dit kan gebeuren. Het dreigingsniveau in Nederland is
3 («aanzienlijk») op een schaal van 5. Dat niveau is gebaseerd op het Dreigingsbeeld
Terrorisme Nederland nr.53 van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid
(NCTV), dat op 15 oktober jl. werd aangeboden aan uw Kamer. De recente aanslagen in
Frankrijk en Oostenrijk passen in het huidige dreigingsbeeld. Daaruit blijkt immers
dat de meeste recente aanslagen in Europa vooral door eenlingen zijn gepleegd.
Het kabinet is er alles aan gelegen dat alle vormen van extremisme en terrorisme worden
aangepakt. Sinds 2015 is het contraterrorisme-beleid geïntensiveerd. Met de CT-aanpak
bereikt dat alle betrokken partners alert zijn en is het maximale gedaan om een aanslag
op Nederlandse bodem te voorkomen. In het DTN nr. 53 wordt geconstateerd dat de jihadistische
beweging de druk voelt van repressieve overheidsmaatregelen, hetgeen heeft geleid
tot afgenomen motivatie bij Nederlandse jihadisten. Aanhoudende overheidsdruk is van
belang om dit proces te bevorderen.
Op dit moment wordt jaarlijks een structureel bedrag van 200 miljoen euro besteed
aan de brede versterking van de contraterrorisme-keten. Met deze middelen wordt een
breed palet van maatregelen ondersteund. De capacitaire groei van de operationele
diensten stelt hen in staat goed en tijdig zicht te krijgen op dreigingen in of tegen
Nederland en de Nederlandse belangen in het buitenland. Tevens heeft het Kabinet gewerkt
aan het ondersteunen van de lokale aanpak, die cruciaal is in het tegengaan van radicalisering
en het reduceren van de dreiging die uit kan gaan van extremistische personen. De
meest betrokken gemeenten ontvangen Versterkingsgelden om de integrale aanpak van
radicalisering, extremisme en terrorisme te versterken. Voor het jaar 2020 is in totaal
7,4 miljoen toegekend. Ook het tegengaan van online haatzaaien en jihadistische propaganda
door middel van de online aanpak wordt gerealiseerd. De financiering van terroristische
activiteiten is bemoeilijkt door een verbeterd zicht op de financieringsstromen, onder
andere als gevolg van een nauwere publieke en publiek-private samenwerking binnen
het Financieel Expertisecentrum (FEC). Ook wordt intensief samengewerkt met onze partners
binnen de EU om terrorismefinanciering aan banden te leggen. Tenslotte is een multidisciplinaire
aanpak bewerkstelligd gericht op een veilige re-integratie in de samenleving van ex-gedetineerden
door het tegengaan van radicalisering in detentie.
Daarnaast is het van het strafrechtelijke en bestuurlijke instrumentarium versterkt.
In 2018 is de Wet versterking strafrechtelijke aanpak terrorisme van kracht geworden.
Op grond van deze wet kan bij verdenking van terroristische misdrijven onder meer
de voorlopige hechtenis worden verlengd zonder dat sprake hoeft te zijn van ernstige
bezwaren. Daarnaast is in deze wet de DNA-afname bij een verdenking van een terroristisch
misdrijf, het ontnemen van het kiesrecht en een aangifteplicht voor terroristische
misdrijven geregeld. Op basis van de Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding
(TWBMT) kunnen op personen waarvan een dreiging uitgaat bestuursrechtelijke maatregelen
worden toegepast. Daarnaast kunnen op basis van de Wet Langdurig Toezicht (WLT) voor
langere tijd toezichtsmaatregelen worden opgelegd aan personen die voor een zwaar
zeden- of geweldsdelict zijn veroordeeld, waaronder ook terrorisme misdrijven vallen.
Recent is een dergelijke toezichtsmaatregel opgelegd aan vijf personen die veroordeeld
zijn in de Arnhemse terrorismezaak. Ook kunnen buitenlandse sprekers worden geweerd
door hen een visum te weigeren. Tot slot kan van personen die onherroepelijk zijn
veroordeeld voor een terrorismemisdrijf en een dubbele nationaliteit hebben de Nederlandse
nationaliteit worden ingetrokken. In twaalf gevallen is inmiddels een intrekkingsbesluit
genomen na onherroepelijke veroordeling. Daarnaast kan een inreisverbod worden opgelegd.
Deze personen dienen Nederland te verlaten. Tevens kan de Nederlandse nationaliteit
worden ingetrokken van personen met een dubbele nationaliteit die zich in het buitenland
hebben aangesloten bij een terroristische organisatie. Dit is in zeventien gevallen
gebeurd. De betrokken personen worden daarnaast ongewenst verklaard. Zodoende wordt
legale terugkeer naar Nederland voorkomen, en illegale terugkeer bemoeilijkt.
Europese samenwerking
Naar aanleiding van de aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk is er in Europees verband
op verschillende momenten gesproken over de strijd tegen terrorisme.
Op 30 oktober heb ik deelgenomen aan een door Frankrijk geïnitieerde bijeenkomst van
de Vendôme-groep, een informeel overleg van de Ministers van Justitie van Frankrijk,
Duitsland, Italië, Spanje, België, Nederland en Luxemburg. Aanleiding voor deze bijeenkomst
was het bespreken van de rol van sociale media bij de aanslag op de Franse leraar.
Frankrijk heeft om deze reden aandacht gevraagd voor de besluitvormingstrajecten in
EU-verband die moeten bijdragen aan de strijd tegen terrorisme door het tegengaan
van het misbruik van het internet. Alle deelnemers schaarden zich achter de Franse
oproep aan het Europees Parlement om haast te maken met de behandeling van de voorstellen
inzake e-evidence, en terrorist content online (TCO) verordening. In relatie tot het
TCO-voorstel heeft Nederland opnieuw aandacht gevraagd voor het belang van aanvullende
waarborgen bij het verwijderen van terroristische content, zoals een toegankelijk
rechtsmiddel en het beschermen van de fundamentele rechten zoals de vrijheid van meningsuiting.
Het kabinet werkt toe naar de spoedige instelling van een competente autoriteit die
als speciale taak het tegengaan en doen verwijderen van terroristische content online
gaat krijgen. Op 9 november jl. heb ik gesproken met mijn Oostenrijkse collega van
Binnenlandse Veiligheid over het belang om in Europees verband verder ter werken aan
antiterrorisme regelgeving, maar ook over Europese initiatieven op het terrein van
het tegengaan van ongewenste buitenlandse financiering in het algemeen.
Op 10 november nam de Minister-President deel aan een overleg met de leiders van de
twee door aanslagen getroffen lidstaten, president Macron en bondskanselier Kurz,
bondskanselier Merkel vanuit het Duitse EU-voorzitterschap, de voorzitter van de Europese
Raad Michel en Europese Commissievoorzitter von der Leyen. Er werd gesproken over
de mogelijkheden tot het versterken van de aanpak van terrorisme in Europa. Daarbij
is onder andere het belang van de aanpak van terroristische propaganda op het internet
benadrukt, en de noodzaak om de bewaking van de buitengrenzen van het Schengengebied
te versterken. Het kabinet steunt deze voornemens. Ten aanzien van het laatste worden
en zijn al belangrijke stappen gezet door o.a. versterkte mandaat voor Frontex, implementatie
van nieuwe Europese systemen en recent voorstel van de Europese Commissie voor een
grens- en screeningsprocedure. De Minister-President heeft in dit verband benadrukt
dat het vrije personenverkeer in het Schengengebied vereist dat de Europese buitengrenzen
beter worden bewaakt. Tevens is het van belang dat de interoperabiliteit van relevante
datasystemen zoals EES, ETIAS en SIS verbetert. Ook werd er gesproken over de mogelijkheid
om binnen Europa Imams op te leiden. De Minister-President vroeg in het bijzonder
aandacht voor ongewenste beïnvloeding via buitenlandse geldstromen, en wees op het
belang van een Europese aanpak. De Minister-President herhaalde hiermee zijn oproep
die hij gedaan heeft tijdens het Europese overleg op 29 oktober jl.
Na afloop van dit overleg maakte Commissievoorzitter von der Leyen via een verklaring
bekend dat op 9 december a.s. de Commissie een nieuwe Europese agenda zal presenteren
in de strijd tegen terrorisme. Inzet daarvan is gericht op een versnelling van de
aanpak op het niveau van preventie, anti-radicalisering en versterking van de EU-buitengrenzen.
Ook kondigde zij aan haast te zullen maken met de behandeling van de TCO-verordening
en de Digital Services Act. Ook meldde zij dat eind november een Schengen-forum zal
plaatsvinden.
De strijd tegen terrorisme staat op de agenda van de aankomende JBZ-raad van 13 november
(Kamerstuk 32 317, nr. 640) en naar verwachting ook op de agenda van de Europese Raad van 10 en 11 december.
Nederland zal zowel in de JBZ-raad van 13 november als in de Raad Buitenlandse Zaken
van 19 november a.s. nogmaals wijzen op de noodzaak een Europese aanpak als het gaat
om het tegengaan van ongewenste beïnvloeding via buitenlandse geldstromen.
Verbieden Grijze Wolven
Ten slotte blijft Nederland kijken naar de initiatieven voor nieuwe preventieve en
repressieve maatregelen die in onze buurlanden worden getroffen. Zo heeft de Minister
van Binnenlandse Zaken Gérald Darmanin heeft op 2 november jl. aangekondigd de «ultranationalistische
Turkse organisatie Grijze Wolven» te gaan verbieden vanwege het oproepen tot gewapende
manifestaties op straat en haatzaaien. Dat verbod is inmiddels ingegaan. Frankrijk
beschikt reeds op grond van de vigerende wetgeving over de mogelijkheid om «feitelijke
organisaties» te ontbinden.
Zoals beschreven in het recente Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN 53) (Kamerstuk
29 754, nr. 560) manifesteren de Grijze Wolven, een ultranationalistische en extreemrechtse Turkse
beweging, zich ook in Nederland. In Nederland is het aantal geweldsincidenten in de
afgelopen jaren afgenomen, maar duikt het symbool van de Grijze Wolven wel geregeld
op. Een en ander kan leiden tot spanningen tussen Turks-Nederlandse bevolkingsgroepen
onderling en tot polarisatie in de samenleving. Dat blijft het kabinet tot zorg en
waakzaamheid stemmen. Waar aangewezen zal dan ook worden opgetreden tegen de Grijze
Wolven. Indien er sprake is van verstoring van openbare orde dan zal de burgemeester
daar tegen optreden. De politie is alert op strafbare feiten in woord of gedragingen
en treedt in deze gevallen op. De beoordeling hiervan ligt bij het Openbaar Ministerie.
Daarnaast kan het Openbaar Ministerie op grond van het eerdergenoemde artikel 2:20
BW de rechter vragen een rechtspersoon, zoals een vereniging of stichting, te verbieden
en te ontbinden als de werkzaamheid van de rechtspersoon in strijd is met de openbare
orde. Ik verwijs u in dit kader naar hetgeen door mijn collega van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid is opgenomen in zijn brief die naar uw Kamer is verzonden.
Slot
Nederland bevindt zich in een cruciale fase van de aanpak van terrorisme. Er is een
stevige en brede aanpak van extremisme en terrorisme die effect heeft. De komende
jaren zijn bepalend voor de jihadistische beweging. Aanhoudende overheidsdruk kan
de verdere desintegratie van de jihadistische beweging bevorderen. Blijvende inzet
en waakzaamheid is geboden. Een gezamenlijke inspanning van alle partners die bij
de aanpak van extremisme en terrorisme betrokken zijn blijft van belang.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid