Brief regering : Actieplan Wapens en Jongeren
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 637 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2020
In onder andere uw brief van 22 september 2020 vroeg u – vooruitlopend op een in te
                  plannen debat – uw Kamer te informeren over de aanpak van steekwapenincidenten. In
                  de brief van 9 juli jongstleden gaven wij aan dat we met diverse burgemeesters van
                  gemeenten waar steekwapenproblematiek urgent is, de politie en het Openbaar Ministerie,
                  hebben afgesproken om gezamenlijk een actieplan op te stellen tegen wapenbezit en
                  -gebruik onder jongeren.1
Bijgaand treft u dit actieplan aan2. Wij zenden u deze mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en
                  Media. Het actieplan beschrijft het samenwerkingsverband van vijftien betrokken gemeenten,
                  Openbaar Ministerie, politie, Halt, Jeugdreclassering, Raad voor de Kinderbescherming,
                  Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid
                  en de Ministeries van JenV en OCW. Ten behoeve van de totstandkoming van het actieplan
                  is ook gesproken met jongerenwerk en met de stichting De Moeder is de Sleutel.3 Deze gesprekken boden een waardevolle bijdrage en worden daarom ook voortgezet na
                  aanvang van het actieplan.
               
Wapenbezit en wapengebruik onder jongeren zijn niet normaal. In alle geledingen van
                  de maatschappij zijn hierover bij herhaling dringende zorgen geuit. Het kent alleen
                  maar slachtoffers, waarbij wij denken aan de steekincidenten waardoor de samenleving
                  sinds eind vorig jaar met enige regelmaat wordt opgeschrikt. Met dit actieplan slaan
                  we daarom de handen ineen om het wapenbezit en wapengeweld onder jongeren terug te
                  dringen. Deze problematiek pakken we aan op het niveau van het lokaal integraal veiligheidsbeleid
                  door preventieve, proactieve en repressieve maatregelen. De preventieve maatregelen
                  hebben betrekking op bewustwording en ontmoediging bij jongeren in het algemeen en
                  hun sociale omgeving. Proactieve maatregelen zijn specifiek gericht op de groep risicojongeren
                  en behelzen maatregelen als het beter zicht krijgen op deze groep, ook online, op
                  het versterken van de lokale contacten in de aanpak van wapenbezit, het niet tolereren
                  en verminderen van wapens onder jongeren en het bemoeilijken van de verkoop van wapens
                  aan jongeren. Repressief wordt onder meer ingezet op het ingrijpen bij online filmpjes
                  die strafbare uitingen bevatten, het verkennen van de mogelijkheden om ouders méér
                  aan te spreken op het criminele gedrag van hun kind, het opstellen van een escalatieladder
                  voor het optreden na het constateren van strafbare gedragingen en waar nodig het versterken
                  van het wettelijk instrumentarium. In dat kader benadrukken wij dat steekwapens op
                  straat ongewenst en verboden zijn. Wel is in de gesprekken duidelijk geworden dat
                  de wettelijke regeling verheldering en aanscherping behoeft om lokaal adequaat en
                  effectief op te kunnen treden. Wij zullen daarom een wetsvoorstel voorbereiden om
                  de verkoop van legale messen aan minderjarigen te verbieden en tevens elke vorm van
                  onduidelijkheid weg te nemen dat het dragen van alle messen en andere steekwapens
                  in de openbare ruimte verboden is. Omdat het hierbij ook kan gaan om dagelijkse gebruiksvoorwerpen
                  die burgers voor legitiem dagelijks gebruik, bijvoorbeeld in het kader van hun werk,
                  opleiding of hobby, aanschaffen of bij zich moeten hebben, vergt de afbakening nog
                  de nodige doordenking en afstemming.
               
Nu het actieplan een gezamenlijk initiatief betreft van de rijksoverheid en de lokale
                  overheid, wordt een deel van de acties op landelijk niveau getroffen en een ander
                  deel op het niveau van de deelnemende gemeenten. Uiteraard geldt hierbij dat de aanpak
                  maatwerk moet zijn waarin samenwerkende partners binnen een gemeente de aanpak toespitsen
                  op de zich daar voordoende verschijningsvorm van de problematiek. Van een aantal lokale
                  acties in dit actieplan hebben de betrokken gemeenten gezegd dat zij deze in ieder
                  geval allemaal zullen uitvoeren. Het gaat daarbij om het verkrijgen en behouden van
                  zicht op de jeugd en jongerengroepen die problemen veroorzaken, het organiseren van
                  een inleveractie voor (steek)wapens in dezelfde periode in 2021, bewustwording via
                  voorlichting op scholen en/of door Halt, en risico-signalering en vroegtijdig ingrijpen
                  na wapenbezit.
               
Met dit actieplan zetten alle betrokken organisaties zich actief in om een ommekeer
                  te bewerkstelligen in het wapenbezit onder met name jongeren. Alleen met alle betrokken
                  partijen kunnen we de jeugd helpen inzien dat wapenbezit en wapengebruik nooit het
                  antwoord mogen zijn op onveiligheidsgevoelens en onderlinge conflicten. We gaan ervan
                  uit dat we hier te maken hebben met een weerbarstige problematiek. Voor het uitvoeren
                  en implementeren van de maatregelen in het actieplan wordt daarom in beginsel twee
                  jaar uitgetrokken.
               
De Minister van Justitie en Veiligheid,
                  F.B.J. Grapperhaus
De Minister voor Rechtsbescherming,
                  S. Dekker
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid - 
              
                  Mede ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming