Brief regering : Reactie op verzoek commissie om position paper over de institutionele verhoudingen met NLFI
35 570 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2021
Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2020
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van 2 juli jl. is
besloten het bestuur van NLFI uit te nodigen voor een openbaar gesprek, voorafgegaan
door een informeel gesprek met de leden Slootweg (CDA) en Sneller (D66), die door
de commissie tot rapporteur op dit onderwerp zijn benoemd. Ik heb een afschrift van
deze uitnodiging ontvangen.
Op 26 oktober 2020 heeft de vaste commissie voor Financiën mij verzocht om een position
paper te laten indienen, gericht op de institutionele verhoudingen, met een bespiegeling
op de relatie tussen NLFI en de Minister enerzijds en het vraagstuk van de informatievoorziening
aan de Kamer anderzijds. Dit verzoek om een position paper heb ik doorgeleid naar
NLFI. Als bijlage bij deze brief treft u de gevraagde position paper van NLFI aan1.
In het kader van het verzoek van de commissie zou ik graag voor de passage over de
informatievoorziening en verantwoording aan de Tweede Kamer (pagina 9) in het bijzonder
aandacht willen vragen. Het feit dat ik het aanspreekpunt ben voor het parlement is
overeenkomstig de Nederlandse staatsrechtelijke verhoudingen, zoals nader uiteengezet
in de memorie van toelichting bij de wet stichting administratiekantoor beheer financiële
instellingen2. Hierbij legt NLFI verantwoording af aan de Minister van Financiën en de Minister
van Financiën aan het parlement.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën