Brief regering : Verslag Milieuraad 23 oktober in Luxemburg
21 501-08 Milieuraad
Nr. 813
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT EN DE MINISTER VAN
ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2020
Met deze brief informeren wij u, mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
over de Milieuraad die op 23 oktober jl. onder Duits voorzitterschap in Luxemburg
plaatsvond. Op de agenda stond het bereiken van een gedeeltelijke algemene oriëntatie
op de Europese Klimaatwet, als ook Raadsconclusies over de Europese Biodiversiteitsstrategie.
Daarnaast stonden er enkele punten onder diversen op de agenda, waarvan Nederland
er twee heeft ingebracht: de Climate Adaptation Summit (CAS) en de high level bijeenkomst van het World Circular Economy Forum (WCEF+Climate).
Daarnaast wordt u via deze brief geïnformeerd over de analyse van het Nederlandse
Integrale Nationale Energie- en Klimaatplan (INEK) die de Commissie op 14 oktober
jl. heeft uitgebracht.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-van der Meer
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
A. VERSLAG MILIEURAAD
Gedeeltelijke algemene oriëntatie Europese Klimaatwet
De Milieuraad van vrijdag 23 oktober jl. is er in geslaagd een gedeeltelijke algemene
oriëntatie te bereiken ten aanzien van de voorgestelde verordening voor een Europese
klimaatwet. Met de Europese klimaatwet wil de Commissie het doel van klimaatneutraliteit
in 2050 in wetgeving verankeren. Op 17 september jl. heeft de Commissie, na publicatie
van het Climate Target Plan, een aanvullend amendement uitgebracht om ook het broeikasgasreductiedoel van ten minste
55% in 2030 t.o.v. 1990 in de klimaatwet op te nemen.1
Omdat in de Europese Raad van 15 oktober jl.2 nog geen akkoord is bereikt over ophoging van het 2030-doel naar ten minste 55% blijft
dit punt in de klimaatwet nog openstaan. Zodra een besluit is genomen over ophoging
van het 2030-doel (naar verwachting in de Europese Raad van 10 en 11 december as.)
zullen de openstaande punten bij de Milieuraad van 17 december as. worden behandeld
om tot een gehele algemene oriëntatie te komen.
Het compromisvoorstel van het Duitse voorzitterschap is een gebalanceerde tekst waarin
zowel de eisen van de klimaatambitieuze lidstaten als de terughoudende lidstaten in
acht zijn genomen. Zo is kosteneffectiviteit als belangrijkste principe overeind gebleven
in de route naar klimaatneutraliteit, waarbij rekening wordt gehouden met solidariteit
en een eerlijke transitie. Enkele terughoudende lidstaten hadden meer detail willen
zien in de tekst voor wat betreft het enabling framework om tot klimaatneutraliteit en een opgehoogd 2030-doel te komen. Een andere groep klimaatambitieuze
lidstaten gaf in een stemverklaring aan dat klimaatneutraliteit in 2050 op lidstaatniveau
zou moeten gelden, en niet enkel voor de EU als geheel. Nederland kan hiermee instemmen,
mits er een mate van flexibiliteit is voor lidstaten om dit doel te bereiken.
Enkele klimaatambitieuze lidstaten gaven ook aan in te stemmen met een ophoging van
het 2030-doel naar ten minste 55%, maar te willen streven naar een Europees doel van
60–65% in 2030. Nederland pleit voor ten minste 55%, conform het Regeerakkoord. Ook
het Impact Assessment van de Commissie maakt duidelijk dat het doel van ten minste
55% in lijn is met een kosteneffectief pad naar klimaatneutraliteit in 2050. Het Impact
Assessment gaat niet in op een doel van 60–65%.
In het wetsvoorstel is opgenomen dat de Commissie een nieuw wetgevend voorstel zal
doen voor de opname van een broeikasgasreductiedoel voor 2040 in de Europese Klimaatwet.
De bevoegdheid voor de Commissie om middels gedelegeerde handelingen het traject tussen
2030 en 2050 vast te stellen is hiermee komen te vervallen. Hiermee kan worden voldaan
aan de motie van het lid Beckerman c.s. van 25 juni jl.3 om niet in te stemmen met gedelegeerde handelingen voor klimaatdoelen.
Ook tijdens de digitale Kopgroepbijeenkomst voorafgaand aan de Milieuraad werd de
Europese Klimaatwet besproken en onderstreepten de aanwezigen het belang om voor het
einde van het einde van het jaar tot een algemene oriëntatie op de Europese Klimaatwet
te komen.
Raadsconclusies Europese Biodiversiteitsstrategie
De Milieuraad heeft conclusies aangenomen over de EU-biodiversiteitstrategie. De Raad
is eensgezind dat het verlies aan biodiversiteit een urgente en complexe uitdaging
is die directe actie behoeft. De Raad benadrukte het belang van biodiversiteit voor
ons voortbestaan, voor het behalen van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s),
de klimaatdoelstellingen en voor groen herstel na de COVID-19 pandemie.
In de conclusies is opgenomen dat in 2030 minimaal 30% van het Europees areaal op
land en zee beschermd moet zijn, waarvan 10% zwaar beschermd. Dit doel moet door de
lidstaten gezamenlijk worden bereikt, in een gedeelde inspanning waarbij de nationale
omstandigheden in acht genomen moeten worden. Daarbij onderstreept de Milieuraad dat
bestaande nationale categorieën beschermd gebied alsmede bepaalde overige effectieve
gebiedsbeschermingsmaatregelen erkend moeten worden in dit proces. Ook benadrukte
de Raad dat ook in de zwaarder beschermde gebieden bepaalde menselijke activiteiten
die in lijn zijn met de beschermingsdoelen door moeten kunnen gaan. De exacte criteria
en definities moeten in een gezamenlijk proces tussen lidstaten en Commissie worden
vastgesteld.
De Raad verzocht de Commissie om wetgevende voorstellen die uit de strategie kunnen
volgen, te voorzien van een grondige impact assessment. De Raad vroeg de Commissie
tevens om de financierbaarheid van elementen van de strategie nader toe te lichten.
In de conclusies is ook opgenomen dat biodiversiteit integraal moet worden bezien
in alle andere relevante beleidsterreinen en sectoren, om zo uiteindelijk de doelstellingen
van de strategie te kunnen behalen.
Meerdere lidstaten gaven aan dat gebalanceerde ecosystemen van belang zijn voor het
voorkomen van pandemieën veroorzaakt door zoönosen. Een aantal lidstaten onderstreepte
tijdens de Raad nogmaals het belang van voldoende financiering, duidelijke en breed
gedragen definities en criteria, en aandacht voor nationale omstandigheden.
De Raad gaf tot slot aan dat de EU mondiaal het goede voorbeeld moet geven en zich
moet inspannen om in Kunming (China) tot een ambitieus en transformatief strategisch
raamwerk te komen onder het Biodiversiteitsverdrag.
Diversen
– Herziening EU ETS
Met een non-paper over herziening van het Europese emissiehandelssysteem (EU ETS)
beoogde Polen een discussie te starten over de opbrengsten van het huidige ETS. Volgens
Polen worden de opbrengsten momenteel oneerlijk verdeeld en daarom wil Polen het ETS
graag aanpassen om dit te corrigeren. De reacties waren beperkt; een lidstaat steunde
Polen voorzichtig en een lidstaat liet zich kritisch uit.
– Climate Adaptation Summit (CAS2021)
– Nederland presenteerde de Climate Adaptation Summit (CAS2021) en nodigde de ministers uit om op 25 januari 2021 digitaal deel te nemen.
– 8e milieuactieprogramma (MAP)
De Commissie presenteerde het 8e milieuactieprogramma (MAP) als monitoringsinstrument voor de doelen van de Green
Deal en gaf in het kader daarvan aan dat er zes prioriteiten zijn vastgesteld. De
looptijd van het MAP zal 2021–2030 zijn. In het MAP wordt een nieuw monitoringssysteem
voorgesteld dat overzicht zal verschaffen in de bestaande milieu-indicatoren. Meerdere
lidstaten gaven aan dat implementatie van klimaatbeleid een essentieel onderdeel is.
Uw Kamer zal via de gebruikelijke BNC-procedure verder worden geïnformeerd over dit
nieuwe Commissievoorstel.
– EU-Chemicaliënstrategie
De Commissie presenteerde de EU-chemicaliënstrategie als eerste stap richting de nul-vervuilingsambitie
voor een gifvrij milieu, zoals aangekondigd in de Green Deal. De Commissie noemde
twee doelen: innovatie bevorderen voor schone en gifvrije chemicaliën en daarnaast
het beschermen van het milieu en de menselijke gezondheid tegen giftige chemicaliën.
Een groep lidstaten, waaronder Nederland, betuigde steun voor deze ambitieuze chemicaliënstrategie
en het belang benadrukt dat deze strategie aansluit bij de bredere duurzaamheidsagenda,
onder andere circulaire economie en klimaat. Aan het Duitse voorzitterschap werd gevraagd
zich in te zetten voor het aannemen van Raadsconclusies tijdens de Raad in december.
Uw Kamer zal via de gebruikelijke BNC-procedure verder worden geïnformeerd over dit
nieuwe Commissievoorstel.
– Aarhusverordening (wetgevingsvoorstel) & Verbetering van de toegang tot de rechter
inzake milieuaangelegenheden in de EU en haar lidstaten (mededeling)
De Commissie presenteerde haar wetgevingsvoorstel voor wijziging van de Aarhusverordening,
en de mededeling betreffende de toegang tot de rechter in milieuzaken. De Commissie
is met het voorstel voor wijziging van de Aarhusverordening tegemoetgekomen aan het
verzoek van de Raad uit 2018 en het Europese Parlement met betrekking tot de naleving
van het Verdrag van Aarhus door de EU. Aanleiding waren de bevindingen en aanbevelingen
van het Aarhus nalevingscomité over gebrekkige toegang tot de rechter voor ngo’s ten
aanzien van besluiten afkomstig van de Europese instellingen. In de mededeling doet
de Commissie o.a. een oproep aan de lidstaten om de toegang tot de nationale rechter
te verbeteren en kondigt de Commissie aan bepalingen inzake toegang tot de rechter
in nieuwe of herziene EU-wetgeving op milieugebied op te zullen stellen.
Het streven is om voor oktober 2021, als de verdragsluitende partijen van het Verdrag
van Aarhus bij elkaar komen, overeenstemming te bereiken over de herziening van de
Aarhusverordening. Enkele lidstaten stelden dat het een belangrijk signaal is dat
de Green Deal niet alleen de noodzakelijke inhoudelijke voorwaarden stelt om de klimaatdoelen
te halen, maar ook ziet op de noodzakelijke randvoorwaarden, zoals de toegang tot
de rechter voor onder andere ngo’s. Het voorzitterschap stelde te streven naar een
algemene oriëntatie op de herziening van de Aarhusverordening in de Milieuraad van
17 december. Uw Kamer zal via de gebruikelijke BNC-procedure verder worden geïnformeerd
over het Commissievoorstel en de Commissiemededeling.
– 8e sessie Verdrag inzake Milieu Effectrapportage (Espoo MOP-8)
Litouwen bracht de achtste sessie omtrent het Verdrag inzake milieueffectrapportage
(Espoo MOP-8) onder de aandacht. Deze vindt plaats van 8-11 december a.s. in Vilnius,
in hybride vorm (deels digitaal, deels fysiek). Doel van de bijeenkomst is onder meer
het aannemen van een langetermijnstrategie onder de Conventie met bijzondere aandacht
voor het voldoen aan de voorwaarden voor nucleaire veiligheid.
– WCEF+Climate
Nederland presenteerde de high level bijeenkomst van het World Circular Economy Forum (WCEF+Climate) en nodigde ministers uit deel te nemen op 15 april 2021. Het voorzitterschap
bedankte Nederland voor het inbrengen van dit punt en maakte van de gelegenheid gebruik
aan te kondigen te streven naar Raadsconclusies ten aanzien van het actieplan circulaire
economie in de Milieuraad van 17 december.
B. Analyse Nederlandse INEK
De Commissie heeft op 14 oktober jl. de landenspecifieke analyses van de INEKs uitgebracht.
U bent eerder geïnformeerd over de EU-brede analyse en het doelbereik op EU-niveau
in het verslag van de informele Energieraad in Berlijn van 6 oktober jl.4
De Commissie geeft aan dat Nederland voldoet aan de verwachtte bijdragen voor wat
betreft de doelen voor hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Wel waarschuwt
de Commissie dat het INEK nog geen complete beoordeling van het nationale Klimaatakkoord
bevat, waardoor deze bijdragen nog buiten bereik liggen. Ook het nationale Effort Sharing Regulation-doel (ESR) kan mogelijk gemist worden. Dit komt doordat niet al het beleid van het
nationale Klimaatakkoord is meegenomen in de Klimaat- en Energieverkenning van het
PBL uit 2019, dat de basis voor verwachtingen vormde voor de INEK. Bij het volledig
uitvoeren van het Klimaatakkoord wordt verwacht dat het huidige ESR-doel wel wordt
behaald. Daarnaast geeft de Commissie aan dat de Nederlandse INEK niet ingaat op hoe
het «energie-efficiëntie eerst»-principe wordt toegepast. Dit valt te verklaren door
een de systematiek van het Nationale Klimaatakkoord, die de basis vormt voor de Nederlandse
INEK, waarbij er wordt gestuurd op CO2-reductie om kosteneffectiviteit te waarborgen. Energiebesparende maatregelen worden
getroffen voor zover dit een kosteneffectieve manier is om CO2-emissies te reduceren. Tot slot geeft de Commissie suggesties voor beleidsmaatregelen
die in het nationale Recovery en Resilience Plan (RRP) kunnen worden opgenomen, in het kader van de Recovery and Resilience Facility (RRF), om zo groen herstel te stimuleren. Bijvoorbeeld het stimuleren van energiebesparingsmaatregelen
in de gebouwde omgeving, energie-infrastructuur of waterstof.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat