Brief regering : Alternatieve verantwoording Europese middelen in gedeeld beheer
31 865 Verbetering verantwoording en begroting
Nr. 182 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2020
Sinds 2007 geeft het Ministerie van Financiën een lidstaatverklaring af over de uitgifte
van Europese gelden in gedeeld beheer1. Deze Nationale Verklaring (hierna: NV) wordt ieder jaar opgenomen in het Financieel
Jaarverslag Rijk (hierna: FJR) en voorzien van een Asssurance Verklaring van de Algemene
Rekenkamer (hierna: AR). De twee producten worden gezamenlijk op Verantwoordingsdag
aangeboden aan de Tweede Kamer.
Ik acht het belangrijk dat beleid structureel geëvalueerd wordt, zo ook de NV. Ten
opzichte van de tijd dat de NV werd ingevoerd zijn er ontwikkelingen geweest die een
heroverweging van het verantwoordingsmiddel en het proces rechtvaardigen. In het najaar
2019 ben ik gestart met het verkennen van de toekomst van de NV. Centraal hierbij
stond of de verantwoording van EU-middelen in gedeeld beheer effectiever kan worden
ingezet ten behoeve van meer transparantie over rechtmatige besteding van de middelen
en op welke wijze beter kan worden aangesloten op de informatiebehoefte van de Tweede
Kamer.
Die verkenning heeft geleid tot een alternatieve wijze van verantwoorden van de Europese
middelen in gedeeld beheer. Vanaf verantwoordingsjaar 2020 zal de verstrekking van
Europese subsidies worden verantwoord in het departementaal jaarverslag van het beleidsverantwoordelijk
departement. In het FJR blijft een overzicht behouden van de totale omvang aan Europese
middelen; maar een verklaring van de Minister van Financiën en de assurance rapporten
bij de deelverklaringen vervallen.
In het Europese speelveld blijf ik mijn eigen inzet voor een eenduidige en transparante
verantwoording van Europese middelen uiteraard onverminderd voortzetten. Dit zal ik
doen door in de daartoe bestemde gremia verbetervoorstellen te doen zoals de verplichte
openbaarmaking van de Annual Control Reports.
Toelichting
Door de voorgestelde wijze van verantwoorden wordt het proces efficiënter ingericht.
Door de verantwoording op te nemen in het departementaal jaarverslag sluit het proces
aan bij de reguliere processen van de verantwoording. De beleidsverantwoordelijke
bewindspersonen leggen in de nieuwe situatie zelf verantwoording af over de uitgaven
van EU-middelen ten behoeve van meer transparantie over de rechtmatige besteding van
de middelen. Er komt hiermee een directe relatie tussen beleids- en begrotingsverantwoordelijkheid.
Dit zal een positieve uitwerking hebben op het controlemechanisme van de Kamer, omdat
zo het debat over rechtmatige- en doelmatige besteding van Europese middelen meer
zal plaatsvinden tussen de Kamer en de beleidsverantwoordelijke ministers.
Een gedragen voorstel door alle stakeholders voor een alternatieve verantwoordingswijze
van de Europese middelen acht ik van groot belang voor een succesvolle implementatie.
Daarom is dit voorstel afgestemd met de beleidsverantwoordelijke bewindspersonen.
De bewindspersonen zijn voorstander van het voorstel waarin verantwoording plaatsvindt
in het eigen jaarverslag, zodat de beleids- en begrotingsverantwoordelijkheid samen
komen. Dit komt de zuiverheid van de verantwoording en de efficiëntie van het verantwoordingsproces
ten goede.
Oordeel Algemene Rekenkamer
Omdat de AR een grote rol heeft gespeeld bij de totstandkoming van de eerste Nationale
Verklaring in 2007, achtte ik het gepast dat de AR ook adviseerde over een alternatieve
verantwoordingwijze. In de brief van 16 juli 2020 die als bijlage is bijgevoegd2, geeft de AR aan neutraal te staan ten opzichte van een alternatieve verantwoordingswijze.
De AR ziet als belangrijkst positief gevolg dat de begrotingsverantwoordelijkheid
in lijn wordt gebracht met de beleidsverantwoordelijkheid van de betreffende bewindspersonen.
Artikel 7.40 lid 1 van de Comptabiliteitswet bepaalt overigens dat er overleg met
de AR plaatsvindt wanneer er bij of krachtens de wet te stellen regels veranderen
die betrekking hebben op de taken of bevoegdheden van de AR, maar ik constateer dat
er in dit voorstel geen sprake is van deze bepaling, aangezien het alternatief passend
is binnen de Comptabiliteitswet en hier geen wijzigingen in worden aangebracht.
Uitwerking van de alternatieve verantwoording
De Europese middelen in gedeeld beheer worden niet meer in de Nationale Verklaring,
maar in de departementale jaarverslagen verantwoord. De beleidsverantwoordelijke departementen
verantwoorden zelf over de rechtmatigheid en het functioneren van de beheers- en controlesystemen
van de fondsen in gedeeld beheer in plaats van de Minister van Financiën in het separaat
verantwoordingsdocument. De verantwoording van EU-subsidies wordt onderdeel van het
regulier verantwoordingsproces en van reguliere verantwoordingsdocumenten. De verantwoordingsinformatie
die de beleidsverantwoordelijke departementen opnemen in het jaarverslag sluit aan
op de informatie die voorheen in de deelverklaringen (de bouwstenen van de NV) werden
opgenomen, zodat dezelfde informatie aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. De departementale
jaarverslagen van EU-subsidies verlenende departementen krijgen een nieuw in te richten
EU-paragraaf.
Daarnaast blijft in het Financieel Jaarverslag Rijk het overzicht van de Europese
middelen gehandhaafd, om te borgen dat de Tweede Kamer nog steeds alle informatie
ontvangt, op één centrale plaats, zoals voorheen in de NV. Ook de informatie per begrotingshoofdstuk
blijft gehandhaafd.
In het kader van de single audit blijft er voor de verantwoording gesteund worden
op de controlewerkzaamheden van de Auditautoriteit die deze in opdracht van de Europese
Commissie uitvoert.
De expliciete handtekening van de Minister van Financiën, de assurance rapporten bij
de deelverklaringen (door de Auditautoriteit) zullen vervallen. De externe assurance
van de AR wordt beperkt tot de totstandkoming van informatie. De assurance wordt afgegeven
bij de departementale jaarverslagen, waar de informatie over de Europese middelen
in gedeeld beheer in een EU-bijlage onderdeel van gaat uitmaken.
De aanvullende zekerheid die door de AR wordt geboden met het Rapport bij de Nationale
Verklaring verdwijnt, omdat de wettelijke grondslag van het Rapport bij de NV (CW
art. 7.31) vervalt. Echter, de externe assurance van de AR blijft in gewijzigde vorm
gehandhaafd via het oordeel over de totstandkoming van de EU-paragraaf. Hiermee wordt
dit een onderdeel van het reguliere departementale verantwoordingsonderzoek, waarbij
de reikwijdte beperkter is (totstandkoming) dan het oordeel dat de AR geeft bij de
NV. Het beperken van de assurance wordt acceptabel geacht, omdat het risico op fouten
in de EU-paragraaf gering is. De informatie in de EU-paragraaf is gebaseerd op oordelen
van de Auditautoriteit (de Auditdienst Rijk).
In onderstaande tabel geef ik een overzicht van de onderdelen van de verantwoording
ten opzichte van de oude situatie. Dit laat zien dat er geen aspecten wegvallen.
Tabel 1. Verantwoordingsproducten EU-middelen in gedeeld beheer
Verantwoordingsproduct
Functie
Uitvoerder
Oude situatie
Nieuwe situatie
Annual Control Report
Annual Control Report
Controle EU-programma’s voor EC, basis voor verantwoording EU-begroting
Auditautoriteit/ (Auditdienst Rijk)
Deelverklaring
EU-paragraaf departementaal jaarverslag (niet-financiële verantwoordingsinformatie)
Verantwoording controle- en beheerssystemen op fondsniveau
Vakdepartementen
Nationale Verklaring (als bijlage in het FJR)
EU-paragraaf Financieel Jaarverslag Rijk (FJR)
Verantwoording controle- en beheerssystemen op nationaal niveau en een overzicht van
totaal gedeclareerde kosten
Ministerie van Financiën
Rapport bij de Nationale Verklaring
Rapport bij het betreffende departementaal jaarverslag met een oordeel over totstandkoming
niet-financiële informatie waaronder de EU-paragraaf.
Externe Assurance besteding EU-middelen/
Aanvullend doelmatigheidsonderzoek
Algemene Rekenkamer
Afdrachten aan de Europese Unie
In de brief van de AR wordt aanbevolen om ook bij de afdrachten aan de Europese Unie
de koppeling tussen beleidsverantwoordelijkheid en begrotingsverantwoordelijkheid
te maken. Gevraagd wordt om aan te tonen welke stappen er worden gezet om dit in gang
te zetten. Dit pak ik als afzonderlijk proces van de nieuwe verantwoordingswijze op.
Er wordt bezien welke invulling er wordt gegeven aan de aanbeveling.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën