Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de stand van zaken met betrekking tot het onderwijsaanbod van het Hoenderloo College
27 020 Aanpak onderwijsachterstanden
31 839
Jeugdzorg
Nr. 117
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BASIS- EN VOORTGEZET ONDERWIJS EN MEDIA
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2020
Hierbij stuur ik u de reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap naar aanleiding van de vergadering van 10 september 2020 inzake
de stand van zaken met betrekking tot onderwijsaanbod Hoenderloo College en de uitvoering
van de motie van het lid Kwint c.s.1
Allereerst informeer ik u over de huidige stand van zaken met betrekking tot het onderwijsaanbod,
namelijk dat inmiddels voor alle jongeren het onderwijs geregeld is en hoe dat tot
stand gekomen is. Daarna ga ik in op de motie van het lid Kwint c.s. over het eventueel
behouden van het Hoenderloo College als specialistische onderwijsinstelling die kan
bijdragen aan het wegwerken van eventuele behoefte aan extra aanbod.
Inleiding
Op 10 augustus heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport u, mede namens
mij, op de hoogte gesteld van de voortgang van de sluiting van de Hoenderloo Groep.2 Er is u toen gemeld dat Pluryn verantwoordelijk is om voor alle jongeren een nieuwe
onderwijsplek te vinden en dat de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie)
wekelijks een update ontvangt van de overdracht naar een vervolgonderwijsplek.
Passende en duurzame vervolgplekken
Uit de gesprekken die de inspectie vanaf 24 augustus jl. met Pluryn voerde en de leerlingenoverzichten
die Pluryn toestuurde, bleek dat ondanks daartoe gedane toezeggingen een aantal leerlingen
van het Hoenderloo College nog niet op een andere school was ingeschreven.
De inspectie constateerde verder dat in de periode na de zomervakantie wisselende
en gebrekkige gegevens aan de inspectie werden verstrekt over de aantallen leerlingen
die nog ingeschreven stonden op het Hoenderloo College. Verder was onduidelijk of
een ander bestuur zich bereid had verklaard de leerlingen toe te laten, of de nog
aanwezige leerlingen op het Hoenderloo College nog onderwijs ontvingen en op welke
manier de leerplichtambtenaar en het samenwerkingsverband bij deze leerlingen waren
betrokken.
De inspectie constateerde daarom dat Pluryn niet handelde volgens de principes van
verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid en transparantie zoals die in zowel de Code
Goed Bestuur in het primair onderwijs als in de Code Goed Onderwijsbestuur voortgezet
onderwijs zijn opgenomen. Dit is op 28 september in een brief van de inspectie aan
het bestuur meegedeeld.
Bovendien constateerde de inspectie dat Pluryn, eveneens in weerwil van eerder gedane
toezeggingen, op geen enkele manier onderwijs bood aan de leerlingen die met ingang
van het nieuwe schooljaar 2020–2021 nog bij het Hoenderloo College stonden ingeschreven.
Dat was schadelijk voor de leerlingen die nog niet waren overgedragen aan een andere
school. Pluryn heeft hiermee niet zorggedragen voor een ononderbroken ontwikkeling
en handelt daarmee in strijd met artikel 11 van de Wet op de expertisecentra (WEC).
Verder stelde de inspectie vast dat Pluryn, voordat Pluryn de leerlingen voor het
nieuwe schooljaar aanmeldde bij andere besturen, zich er niet of onvoldoende van heeft
vergewist dat de andere besturen bereid waren de leerlingen toe te laten.
Door dit na te laten handelde Pluryn in strijd met de zorgplicht van artikel 40 van
de WEC.
De inspectie heeft op basis van het bovenstaande met een brief van 28 september jl.
een herstelopdracht gegeven aan het bestuur om de leerlingen, die thuis zaten, alsnog
een passend onderwijsaanbod te bieden zolang zij ingeschreven stonden bij het Hoenderloo
College.
De Raad van Bestuur van Pluryn heeft in een brief van 7 oktober 2020 gereageerd op
de brief van de inspectie en aangegeven dat de Raad van Bestuur volledig de verantwoordelijkheid
draagt voor hetgeen is voorgevallen. Terugkijkend op hetgeen gepasseerd is, erkent
de Raad van Bestuur dat zaken niet zijn gelopen, zoals redelijkerwijs verwacht had
mogen worden. Het bestuur aanvaardt daarvoor de verantwoordelijkheid en zegde toe
zich tot het uiterste in te spannen om de ontstane problemen tot een oplossing te
brengen. De herstelopdrachten hebben de volle aandacht van de Raad van Bestuur en
de Raad van Toezicht heeft het toezicht op de voortgang en de verantwoording daarover
door de Raad van Bestuur verder geïntensiveerd.
Met de inspectie is afgesproken dat de Raad van Bestuur ervoor zou zorgdragen dat
een uiterste inspanning zou worden geleverd om ervoor te zorgen dat de leerlingen,
die om uiteenlopende redenen geen onderwijs ontvingen, alsnog een passend onderwijsaanbod
zouden krijgen.
De herstelopdracht heeft er toe geleid dat inmiddels alle leerlingen van het voormalige
Hoenderloo College alsnog op een andere school zijn ingeschreven.
De inspectie zal, zoals aangekondigd in de brief van 10 augustus, bij alle besturen
van scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs waar leerlingen van het voormalige
Hoenderloo College zijn ingeschreven nagaan of zij daar goed zijn opgevangen en op
welke wijze het onderwijs aan de leerlingen is hervat. Bij een aantal besturen waar
relatief veel leerlingen zijn geplaatst is dat al gebeurd en constateert de inspectie
dat de scholen zich hebben ingespannen om het onderwijs aan de leerlingen snel en
op het juiste niveau voort te zetten. Veel leerlingen hebben een positieve start gemaakt
en bij de meeste scholen weten ze zich goed te voegen in de nieuwe school. Een aantal
leerlingen heeft, mede door de eigen problematiek, meer moeite met de overgang, maar
ook voor hen is het aanbod op de scholen waar zij nu staan ingeschreven vooralsnog
passend.
Speciale functie van het voormalig Hoenderloo College
De afgelopen periode heeft mijn ministerie in kaart gebracht in hoeverre een regio-overstijgende
specialistische school zoals het Hoenderloo College een bijdrage kan leveren aan een
eventuele behoefte aan extra aanbod.
Daarvoor zijn gesprekken gevoerd met de gemeente Apeldoorn, het samenwerkingsverband
VO Apeldoorn en samenwerkingsverband VO Gelderse Vallei. De gemeente Apeldoorn geeft
aan geen verzoeken ontvangen te hebben en dat zij ook niet op de hoogte is van interesse
van aanbieders voor het voortzetten van het Hoenderloo College. Beide samenwerkingsverbanden
(VO Apeldoorn en VO Gelderse Vallei) hebben de vraag voorgelegd aan hun scholen. Ook
daar werd er aangegeven dat er geen behoefte bestaat. Tot slot is de vraag gesteld
aan de diverse aanbieders van (voortgezet) speciaal onderwijs uit de twee samenwerkingsverbanden
of men de functie van het Hoenderloo College wenst te behouden en welke aanbieder
daar invulling aan kan geven. Geen van de aanbieders heeft daar positief op gereageerd.
Voortgang toezicht inspectie
Tijdens de eerdere vierjaarlijkse onderzoeken bij de verschillende onderwijsstichtingen
(die onder verantwoordelijkheid van Pluryn vallen) constateerde de inspectie al diverse
tekortkomingen bij het bevoegd gezag. Over deze tekortkomingen heeft de inspectie
herstelopdrachten gegeven in de verschillende rapporten van bevindingen bij elk van
de onderzoeken. Tijdens het herstelonderzoek dat op dit moment plaatsvindt, toetst
de inspectie of Pluryn aan de herstelopdrachten heeft voldaan. De inspectie zal ook
de hierboven gedane bevindingen en conclusies meenemen in haar oordeel over het handelen
van het bestuur.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media