Brief regering : Fiche: Gewijzigd voorstel voor Verordening inzake instelling EURODAC
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 2960 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2020
Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij 9 fiches die werden opgesteld
door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).
Fiche: Verordening betreffende asiel- en migratiebeheer (Kamerstuk 22 112, nr. 2956)
Fiche: Verordening vaststelling procedure internationale bescherming, gewijzigd voorstel
(Kamerstuk 22 112, nr. 2957)
Fiche: Verordening inzake screening (Kamerstuk 22 112, nr. 2958)
Fiche: Verordening inzake aanpak situaties van crisis en overmacht (Kamerstuk 22 112, nr. 2959)
Fiche: Gewijzigd voorstel voor Verordening inzake instelling EURODAC
Fiche: Aanbeveling inzake legale trajecten voor EU-bescherming (Kamerstuk 22 112, nr. 2961)
Fiche: Aanbeveling samenwerking inzake operaties Search and Rescue (Kamerstuk 22 112, nr. 2962)
Fiche: Aanbeveling Migratie Paraatheid en Crisis Blauwdruk (Kamerstuk 22 112, nr. 2963)
Fiche: Mededeling EU-regels inzake definitie en preventie van mensensmokkel (Kamerstuk
22 112, nr. 2964)
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
Fiche: Gewijzigd voorstel voor Verordening inzake instelling EURODAC
1. Algemene gegevens
a) Titel voorstel
Amended proposal for a Regulation of the European Parliament and of the Council on
the establishment of «EURODAC» for the comparison of biometric data for the effective
application of Regulation (EU) XXX/XXX [Regulation on Asylum and Migration Management]
and of Regulation (EU) XXX/XXX [Resettlement Regulation], for identifying an illegally
staying third-country national or stateless person and on requests for the comparison
with EURODAC data by Member States» law enforcement authorities and Europol for law
enforcement purposes and amending Regulations (EU) 2018/1240 and (EU) 2019/818
b) Datum ontvangst Commissiedocument
23 september 2020
c) Nr. Commissiedocument
COM(2020) 614 final
d) EUR-Lex
https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1601298660921&uri=C…
e) Nr. impact assessment Commissie
Niet opgesteld
f) Behandelingstraject Raad
Raad Justitie en Binnenlandse Zaken
g) Eerstverantwoordelijk ministerie
Ministerie van Justitie en Veiligheid
h) Rechtsbasis
Artikel 78, tweede lid, onder d, e, en g, artikel 79, tweede lid onder c, artikel
87, tweede lid, onder a, en artikel 88, tweede lid, onder a, van het VWEU.
i) Besluitvormingsprocedure Raad
Gekwalificeerde meerderheid
j) Rol Europees Parlement
Medebeslissing
2. Essentie voorstel
a) Inhoud voorstel
Op 23 september 2020 heeft de Commissie de voorstellen inzake het migratie en asielpakket
gepresenteerd1. Hier maakt het gewijzigd voorstel voor een Verordening inzake de instelling van
EURODAC onderdeel van uit.
Het voorstel heeft als doel om EURODAC2 te transformeren in een gemeenschappelijke Europese database ter ondersteuning van
het EU-beleid op asiel, hervestiging en irreguliere migratie. Het voorstel bouwt voort
op het Commissievoorstel van mei 20163 waarop door de EU-wetgevers een voorlopig akkoord is bereikt. Het gewijzigde voorstel
ondersteunt de toepassing van de nieuwe Verordening inzake asiel- en migratiebeheer4 en zorgt, in samenhang met de nieuwe Screeningsverordening5 voor een link tussen alle fases van het asielproces en terugkeer. Zo wordt onder
andere inzichtelijk gemaakt of iemand een bedreiging kan zijn voor de binnenlandse
veiligheid, de lidstaat waarnaar de asielzoeker wordt herplaatst, en een nieuwe categorie
vreemdelingen die ontschepen bij zoek- en reddingsoperaties op zee (SAR) voorgesteld.
Tevens beoogt het voorstel om vollediger en nauwkeuriger gegevens van vreemdelingen
te verzamelen. Voorgestelde wijzigingen daarbij zijn: het tellen van aanvragers in
aanvulling op het aantal aanvragen, het inzichtelijk maken van afgewezen aanvragen,
van steun bij vrijwillige terugkeer en verlening van re-integratie, en het hebben
verleend van een visum.
Tot slot zal EURODAC deel gaan uitmaken van de scope van de Verordening inzake interoperabiliteit6 waarmee de interoperabiliteit tussen diverse systemen wordt bevorderd, en wordt het
mogelijk gemaakt om systeem-overschrijdende statistieken op te stellen met behulp
van gegevens uit EURODAC, Europees Entry en Exit Systeem (EES), European Travel Information
and Autorisation System (ETIAS) en Visa Informatie Systeem (VIS). Dit alles om meer
inzicht in migratiestromen te krijgen en bij te dragen aan het tegengaan van irreguliere
migratie en het ontwikkelen van passend beleid.
b) Impact assessment Commissie
Niet opgesteld.
3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein
Het kabinet is voorstander van het tot stand brengen van een effectiever Europees
migratiebeleid, en in het bijzonder ook het aanpakken van secundaire migratiestromen.
Zoals verwoord in «A Renewed European Agenda on Migration» ziet het kabinet EURODAC
hierbij als ondersteunend middel en benadrukt daarbij het belang van betere registratie
en meer inzicht7.
b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel
Het kabinet staat positief tegenover het voorstel om naast het aantal asielaanvragen
tevens het aantal (unieke) aanvragers inzichtelijk te maken, omdat hiermee secundaire
migratiestromen beter inzichtelijk worden gemaakt. Het kabinet staat ook positief
tegenover de aanpassingen die een volledige samenhang met de voorstellen inzake de
Verordening betreffende asiel- en migratiebeheer en de Screeningsverordening borgen.
De voorgestelde aanpassingen om systeem overschrijdende statistieken op te stellen,
ziet het kabinet als een positieve ontwikkeling, alsook de wijzigingen die zien op
interoperabiliteit en daarmee samenhangende wijzigingen in de Verordening inzake interoperabiliteit.
Het kabinet acht het van belang dat de werking van EURODAC en andere relevante systemen
complementair zijn aan elkaar en dat de gegevens die in de diverse systemen worden
opgeslagen zoveel mogelijk op elkaar afgestemd zijn om overlap te voorkomen.
Zoals toegelicht in het BNC-fiche inzake de Verordening asiel en migratiebeheer8, is het kabinet uitgesproken kritisch over het voorstel om SAR-operaties als een
aparte categorie in EU-wetgeving te erkennen. Het kabinet acht het ongewenst dat ontscheping
naar aanleiding van SAR-operaties bijgevolg tot aparte procedures leidt. Het kabinet
ziet dan ook geen directe noodzaak voor een aparte SAR-categorie in EURODAC.
Het inzichtelijk maken van afgewezen aanvragen, wordt in beginsel positief gewaardeerd
door het kabinet, maar vraagt om aandacht tijdens de onderhandelingen nu nog onvoldoende
duidelijk is wat in de gewijzigde Verordening wordt verstaan onder een afgewezen aanvraag
en het niet hebben van rechtmatig verblijf. Het kabinet staat in beginsel positief
tegenover het voorstel om te registreren dat een vreemdeling steun heeft ontvangen
in het kader van vrijwillige terugkeer of re-integratie. Het kabinet zal tijdens de
onderhandelingen wel aandacht hebben voor de vraag of er een duidelijke meerwaarde
zit in de registratie van bepaalde gegevens in EURODAC.
Tot slot merkt het kabinet op dat de gewijzigde Verordening ertoe zal leiden dat er
meer gegevens geregistreerd moeten worden dan onder de huidige Verordening. Deze gegevens
worden echter niet langer opgeslagen dan strikt noodzakelijk is om de in de Verordening
gestelde doelen, om meer inzicht in migratiestromen te krijgen, bij te dragen aan
het tegengaan van irreguliere migratie en het ontwikkelen van passend beleid, te verwezenlijken.
Daarnaast voorziet de gewijzigde Verordening in diverse waarborgen waarmee het recht
op bescherming van persoonsgegevens volgens het Kabinet afdoende wordt geborgd. Accurate
registraties en een juist gebruik van EURODAC door alle lidstaten zijn essentieel
voor het optimaal kunnen functioneren van EURODAC, daarom zal het kabinet het belang
hiervan tijdens de onderhandelingen benadrukken. Het kabinet zal tevens continu oog
hebben voor de vraag of de administratieve last en benodigde aanpassingen aan systemen
aan Nederlandse zijde opweegt tegen het beoogde nut van de voorgestelde aanpassingen.
c) Eerste inschatting van krachtenveld
De meeste lidstaten hebben het belang van goede registratie en beter inzicht onderstreept.
Mogelijk zullen lidstaten zich terughoudend opstellen bij de behandeling van dit voorstel
omdat het samenhangt met de behandeling van de andere voorstellen en de verdeling
van lasten tussen lidstaten. Hoewel groepen in het Europees Parlement eveneens het
belang van betere registratie en meer inzicht benadrukken, heeft het Europees Parlement
traditioneel veel aandacht voor het waarborgen van de privacy en de bescherming van
persoonsgegevens. De verwachting is dan ook dat het ten aanzien van deze Verordening
minder gewicht zal toekennen aan overwegingen betreffende migratie- en asielmanagement.
4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit
a) Bevoegdheid
Het oordeel ten aanzien van de bevoegdheid voor het voorstel is positief. De Commissie
baseert de bevoegdheid van de EU voor dit voorstel op artikel 78, tweede lid onder
d, e, en g, artikel 79, tweede lid onder c, artikel 87, tweede lid onder a, en artikel
88, tweede lid onder a en het EU-Werkingsverdrag. Op grond van artikel 87, lid 2,
onderdelen d, e, en g, VWEU is de EU bevoegd een gemeenschappelijk asielbeleid te
voeren dat gemeenschappelijke procedures voor toekenning of intrekking van de uniforme
status van asiel of van subsidiaire bescherming omvat, alsmede criteria en instrumenten
voor de vaststelling van de lidstaat die verantwoordelijk is voor de behandeling van
een asielverzoek of van een verzoek om subsidiaire bescherming en partnerschap en
samenwerking met derde landen om de stromen van asielzoekers of aanvragers van subsidiaire
of tijdelijke bescherming te beheersen en via de gewone wetgevingsprocedure maatregelen
vast te stellen voor een gemeenschappelijk Europees asielstelsel. Daarnaast ontwikkelt
de EU op grond van artikel 79, tweede lid onder c, VWEU een gemeenschappelijk immigratiebeleid
op het gebied van illegale immigratie en illegaal verblijf via de gewone wetgevingsprocedure.
Op grond van artikel 87, tweede lid, onder a, VWEU ontwikkelt de Unie een vorm van
politiële samenwerking en stellen het Europees Parlement en de Raad volgens de gewone
wetgevingsprocedure maatregelen vast voor de verzameling, opslag, verwerking, analyse
en uitwisseling van relevante informatie. Tot slot is de EU op grond van artikel 88,
tweede lid en onder a, van het VWEU via de gewone wetgevingsprocedure bij verordeningen
de structuur, de werking, het werkterrein en de taken van Europol, zoals de verzameling,
opslag, verwerking, analyse en uitwisseling van informatie die met name door de autoriteiten
van de lidstaten of van derde landen of instanties worden verstrekt, vast te stellen.
Het kabinet kan zich vinden in de gekozen rechtsgrondslagen. De lidstaten en de Unie
hebben een gedeelde bevoegdheid op het terrein van ruimte, veiligheid en recht (artikel
4, lid 2, onder j, VWEU).
b) Subsidiariteit
Het kabinet beoordeelt de subsidiariteit als positief. De gewijzigde EURODAC-Verordening
ondersteunt de diverse andere wetgevende voorstellen van het asiel- en migratiepakket,
met name ten aanzien van de verantwoordelijkheidsbepaling van een lidstaat. Tevens
biedt het voorstel de mogelijkheid om meer inzicht te krijgen in secundaire migratiestromen
en bevat het voorstel wijzigingen die zien op interoperabiliteit. Dit alles kan niet
door de lidstaten afzonderlijk worden gerealiseerd, maar wel op Europees niveau middels
geharmoniseerde regelgeving.
c) Proportionaliteit
Het kabinet beoordeelt de proportionaliteit als positief.
Het voorstel om naast het aantal asielaanvragen tevens het aantal (unieke) aanvragers
inzichtelijk te maken, de aanpassingen die een volledige samenhang met de voorstellen
inzake de Verordening betreffende asiel- en migratiebeheer en de Screeningsverordening
borgen, de voorgestelde aanpassingen om systeem overschrijdende statistieken op te
stellen, alsook de wijzigingen die zien op interoperabiliteit zijn geschikte instrumenten
om de gestelde doelen te bereiken en gaan niet verder dan noodzakelijk om die doelen
te bereiken aangezien deze bijdragen aan het tegengaan van irreguliere reisbewegingen
en bevordering van een effectief teurgkeerproces. Tevens dragen deze wijzigingen bij
aan het beter inzichtelijk maken van migratiestromen, op grond waarvan beleid kan
worden ontwikkeld. Dit draagt bij aan een effectief gemeenschappelijk Europees asielbeleid.
Omdat het kabinet het ongewenst acht dat ontscheping naar aanleiding van SAR-operaties
bijgevolg tot aparte procedures leidt is een aparte SAR-categorie in EURODAC volgens
het kabinet niet noodzakelijk en aldus niet proportioneel. Of het registreren van
afgewezen en het aanvragen noodzakelijk is, kan thans nog onvoldoende worden ingeschat.
Wat wordt verstaan onder een afgewezen aanvraag is immers nog niet gespecificeerd.
Tevens moet uit de onderhandeling blijken of de registratie van gegevens inzake het
ontvangen van steun in het kader van vrijwillige terugkeer of re-integratie daadwerkelijk
noodzakelijk is.
Persoonsgegevens worden in EURODAC voor een periode van vijf (bij illegale grensoverschrijding)
of tien jaar (bij een asielaanvraag). Deze bewaartermijn is volgens het kabinet niet
langer dan strikt noodzakelijk is om de gestelde doelen te behalen. Bovendien wordt
voorzien in alle waarborgen die nodig zijn om de grondrechten van vreemdelingen te
beschermen, zoals het recht op privacy en het recht op de bescherming van persoonsgegevens.
5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten
a) Consequenties EU-begroting
In het voorstel wordt 29,872 miljoen euro aan kosten voorzien voor technische upgrades
en extra staf voor het agentschap EU-LISA dat belast is met het beheer van EURODAC.
Het kabinet is van mening dat de financiële middelen gevonden dienen te worden binnen
de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2014–2020 en het MFK 2021–2027
en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting van de
EU.
b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale
overheden
Op grond van het huidige voorstel worden van betrokken instanties (de Politie, de
Koninklijke Marechaussee en de Immigratie- en Naturalisatiedienst) meer administratieve
handelingen verwacht dan op dit moment het geval is. Daarnaast vraagt dit voorstel
ook aanpassingen van nationale systemen.
Het is in dit stadium niet mogelijk een goede inschatting te geven van de totale implementatiekosten
(aanpassingen processen, hardware, software en ontwikkelwerkzaamheden aan informatiesystemen,
zowel centraal als bij ketenpartners) van de wijzigingen in de EURODAC-Verordening.
Eventuele budgettaire gevolgen zullen worden ingepast op de begroting van de beleidsverantwoordelijke
departementen, conform de regels inzake budgetdiscipline.
c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger
Niet van toepassing
d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden,
bedrijfsleven en burger
Zie onder b
e) Gevolgen voor concurrentiekracht
Niet van toepassing
6. Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid
(inclusief toepassing van de lex silencio positivo)
Niet van toepassing.
b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan
In het gewijzigde artikel 9, lid 3, van de Verordening is verwoord dat eu-LISA maandelijks
systeem overschrijdende statistieken opstelt ter ondersteuning van de doelstelling
van de Verordening. Deze statistieken worden ter beschikking gesteld van onder andere
de Commissie. De Commissie specificeert door middel van uitvoeringshandelingen de
inhoud van de maandelijkse systeem overschrijdende statistieken. Die uitvoeringshandelingen
worden volgens de in artikel 41 bis, lid 2 bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.
Het kabinet kan zich vinden in de keuze voor uitvoeringshandelingen nu de specificatie
van voornoemde statistieken bijdraagt aan nadere bepaling van de inhoud en bijdrage
aan eenvormige uitvoering van de Verordening. Daarnaast worden er geen essentiële
onderdelen van de Verordening geregeld, middels het toekennen van deze bevoegdheid.
Ook kan het kabinet zich vinden in de keuze voor de raadplegingsprocedure mede gelet
op de criteria van de comitologieverordening (182/2011, artikel 2 lid 2).,
c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum
inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid
De finale Verordening treedt in werking op de twintigste dag na publicatie in het
Publicatieblad van de Europese Unie. Een precieze datum is dus nu nog niet bekend,
maar het kabinet zal informeren hoe deze datum van inwerkingtreding van 20 dagen zich
verhoudt met de technische aanpassingen die zijn vereist en de periode die nodig is
voor ontwikkelwerkzaamheden aan informatiesystemen.
d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling
EU-LISA zal jaarlijks middels een rapport informeren over de activiteiten van het
Centraal Systeem richting het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en de Europese
Toezichthouder voor Gegevensbescherming. De Commissie stelt daarnaast voor om zeven
jaar na inwerkingtreding en daarna iedere vier jaar te evalueren. Dit acht het kabinet
wenselijk.
e) Constitutionele toets
Niet van toepassing
7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving
a) Uitvoerbaarheid
Ten aanzien van de uitbreiding van de persoonsgegevens die in het systeem zullen worden
geregistreerd, wordt opgemerkt dat dit additionele administratieve lasten voor de
uitvoerende instanties met zich mee zal brengen.
b) Handhaafbaarheid
Het voorstel voorziet in toezicht op de bescherming van de gegevens die in EURODAC
worden opgeslagen.
8. Implicaties voor ontwikkelingslanden
Geen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken