Brief regering : Voorhangprocedure conceptbesluit tot invoering van artikel 22a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001
31 066 Belastingdienst
Nr. 730 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN
Ontvangen ter Griffie op 5 november 2020.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer
overgelegd tot en met 3 december 2020.
De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder
worden gedaan dan op 4 december 2020.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 november 2020
Overeenkomstig artikel 10.8, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 stuur
ik u hierbij het conceptbesluit tot invoering van artikel 22a van het Uitvoeringsbesluit
inkomstenbelasting 20011. Deze wijziging heb ik eerder aangekondigd in mijn brief van 30 juni 2020.2 Met het conceptbesluit stuur ik u ook de Uitvoeringstoets van de Belastingdienst
en de adviezen van de Autoriteit Persoonsgegevens en het Adviescollege toetsing regeldruk3.
In beginsel is beoogd de maatregel in werking te laten treden op 1 januari 2021. Zoals
ik echter in voornoemde brief heb aangegeven is de haalbaarheid hiervan afhankelijk van de capaciteit en prioritering binnen het portfolio
van de Belastingdienst. Daarom zal de maatregel in werking treden bij koninklijk besluit.
Indien nodig wordt de invoering van de maatregel uitgesteld tot 1 januari 2022.
Beoogd is verder dat de maatregel onderdeel uitmaakt van het besluit tot wijziging
van enige uitvoeringsbesluiten op het gebied van de belastingen en enige andere besluiten.
Dit besluit zal in werking treden op 1 januari 2021.
De Staatssecretaris van Financiën,
J.A. Vijlbrief
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën