Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de specifieke korting op het zorgstelsel van Aruba
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 153 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2020
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft mij verzocht een reactie te geven
op een brief van Respaldo over de specifieke korting op het zorgstelsel van Aruba.
In de brief verzoeken de zorgaanbieders om de maandelijkse korting á AWG 5 miljoen
terug te brengen tot een eenmalige korting voor de maand juni.
De zorgaanbieders geven aan dat het structurele karakter van de korting op een vergissing
zou moeten berusten. Ik zou het advies voor de tweede tranche liquiditeitssteun voor
Aruba van het College Aruba financieel toezicht van 6 mei (bijlage bij Kamerstuk 35 420, nr. 96) verkeerd geïnterpreteerd hebben.
Volgens de zorgaanbieders is geen andere reden voor een specifieke maatregel voor
Aruba dan enkel de tijdelijke daling in zorggebruik vanwege de lock down.
Allereerst wil ik mijn respect betuigen voor de wijze waarop de Arubaanse zorgverleners
de Covid-crisis oppakken.
Voor wat betreft het verzoek en de argumenten die worden gebruikt om hun verzoek te
ondersteunen het volgende: het CAft adviseerde in zijn advies van 6 mei 2020 met verwijzing
naar de «Doorlichting kostenontwikkeling AZV» van PWC uit 2019 evenwel «de kostenbesparingen in de gezondheidszorg met voorrang te implementeren. Zodoende
kunnen de tekorten deels binnen de sociale zekerheid zelf worden opgevangen en kunnen
de toenemende zorgkosten worden geremd. Ook in eerdere adviezen heeft het CAft hierom gevraagd. Daarin wordt eveneens gewezen
op korte termijn besparingen. Zo is denkbaar om te komen tot een eigen bijdrage of
eigen risico en ook bij het medicijngebruik liggen er mogelijkheden om op korte termijn
tot besparingen te komen. Het CAft adviseert om Aruba te vragen om hier voor 1 juni
in vulling aan te geven en het CAft stelt voor om (taakstellend) een bedrag van AWG
5 miljoen in de juni tranche in mindering te brengen». Navraag bij het CAft naar aanleiding van de brief van de zorgverleners bevestigt
mijn beeld dat het PWC-rapport op Arubaans verzoek is uitgevoerd en dat het CAft met
zijn advies een structurele maandelijkse korting van AWG 5 mln. voor ogen had. Derhalve
concludeer ik dat ik het advies van het CAft op een juiste wijze heb geïnterpreteerd.
Ik zie dan ook, ondanks het respect dat ik heb voor de zorgverleners op Aruba, geen
reden de Rijksministerraad te verzoeken de voorwaarden voor de tweede tranche liquiditeitssteun
aan te passen conform het verzoek van deze zorgverleners.
De wijze waarop Aruba de taakstelling invult is een lokale verantwoordelijkheid. De
Uitvoeringsorganisatie AZV heeft hiertoe een bezuinigingsplan opgesteld. De ministerraad
van Aruba heeft besloten dit bezuinigingsplan uit te voeren. Uit het advies van het
CAft voor de derde tranche liquiditeitssteun van 24 juni (Bijlage bij Kamerstuk 35 420, nr. 96) blijkt dat de plannen bestaan uit incidentele en structurele maatregelen die «vanwege
de aanlooptijd van het invoeren van de besparingsmaatregelen» niet direct AWG 5 miljoen
per maand opleveren. De beoogde besparing van AWG 35 miljoen wordt naar verwachting
wel gerealiseerd. Ik heb er alle vertrouwen in dat dit op een verantwoorde wijze gebeurt.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties