Brief regering : Bilaterale betrekkingen van Nederland met het Verenigd Koninkrijk
35 393 Betrekkingen tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk
Nr. 9 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 oktober 2020
Naar aanleiding van de motie van de leden Baudet en Van Haga over het inzetten op
versterking van de bilaterale betrekkingen van Nederland met het Verenigd Koninkrijk1 en het daarop volgende verzoek om in een brief uiteen te zetten op welke wijze het
kabinet uitvoering aan de motie zal geven, informeren wij u als volgt.
Nederland en het VK hebben een sterke bilaterale relatie die lang terug gaat. Die
relatie wordt gekenmerkt door gedeelde waarden, een traditie van vrijheid, respect
voor mensenrechten en internationaal recht en open, op regels gebaseerde handel. Die
uitgangspunten zijn niet veranderd door het vertrek van het VK uit de EU. Het kabinet
houdt dan ook de ambitie om te blijven investeren in de hechte bilaterale relatie
tussen Nederland en het VK.
Het VK blijft in alle gevallen een strategische partner van de EU en van Nederland.
Juist daarom blijven het kabinet en de EU inzetten op een breed en ambitieus akkoord
over het toekomstig partnerschap dat naast afspraken over handel ook afspraken over
andere sociaaleconomische onderwerpen en veiligheidssamenwerking bevat. Een dergelijk
akkoord biedt de beste basis om een positieve invulling te geven aan de betrekkingen
met het VK. Voor de onderhandelingen over het toekomstig partnerschap geldt dat Nederland
zich steeds heeft ingezet en zal blijven inzetten voor het behoud van EU-eenheid,
omdat dit de beste manier is om een akkoord te bereiken dat het kabinet graag zou
zien en dat de brede Nederlandse belangen dient.
Nederland heeft brede belangen bij het sluiten van een EU-akkoord met het VK. Een
akkoord over het toekomstig partnerschap van de EU met het VK moet een balans van
rechten en verplichtingen bevatten, inclusief effectieve waarborgen voor een gelijk
speelveld, een adequate governance van het akkoord en bestendige afspraken over visserij.
Zolang de onderhandelingen met het VK over de toekomstige relatie met de EU nog voortduren
is het onzeker tegen welke achtergrond de toekomstige Brits-Nederlandse bilaterale
relatie gestalte zal krijgen. De relatie is veelzijdig en heeft meerdere facetten.
Nederland en het VK hebben, zoals bekend, een intensieve handels- en investeringsrelatie.
Het vertrek van het VK uit de interne markt en de douane-unie zal onvermijdelijk negatieve
gevolgen hebben, waarbij de precieze effecten zullen afhangen van de uitkomst van
de onderhandelingen over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK. Het zal
hoe dan ook duurder en gecompliceerder worden voor Nederlandse bedrijven om handel
te drijven met het VK.2
Tegelijkertijd is duidelijk dat het VK een strategische markt zal blijven voor Nederland,
van belang voor onze export, werkgelegenheid en economie. In de komende jaren zal
Nederland daarom blijven inzetten op behoud van een intensieve economische relatie.
Hierbij zijn intensivering van verbindingen tussen bedrijven en kennisinstellingen
van belang. Het accent van de handelsbevorderende inspanningen van de overheid zal
liggen op sectoren en thema’s als energietransitie (waterstof, windenergie), mobiliteit,
AI en digitalisering, gezondheid en zorg (e-health, medtech) en agribusiness (agrifoodproducten,
technologie, kennis en dienstverlening). Daarbij wordt gestreefd naar versterking
van publiek-private samenwerking. Ook beleidsmatig kunnen Nederland en het VK bij
veel van bovengenoemde thema’s belang hebben bij een goede dialoog en samenwerking.
Hierbij geldt uiteraard dat de mate waarin beleidssamenwerking mogelijk is, sterk
afhangt van de toekomstige relatie tussen de EU en het VK.
De overgang naar een nieuwe situatie brengt niet alleen onzekerheden met zich mee
op het gebied van economie en handel, maar ook op het terrein van justitiële en politiële
samenwerking. Ook hier geldt dat een ambitieus akkoord over het toekomstige partnerschap
tussen de EU en het VK de beste basis biedt om de samenwerking op dit vlak te continueren.
De complexiteit van veiligheidsrisico’s zoals georganiseerde misdaad en terrorisme
vereist veelal een gezamenlijke aanpak vanuit meer dan twee landen en daartoe zijn
gemeenschappelijke samenwerkingskaders van groot belang.
Ongeacht de vorm die aan de toekomstige relatie wordt gegeven blijft voor Nederland
en het VK een gecoördineerde aanpak van terrorisme, grensoverschrijdende criminaliteit
en irreguliere migratie essentieel en daar wordt ook operationeel in geïnvesteerd.
Op het terrein van het defensie- en veiligheidsbeleid is en blijft het VK eveneens
een strategische partner voor Nederland. Het VK blijft uiteraard een belangrijke NAVO
bondgenoot. Daarnaast werken Nederland en het VK samen in regionale verbanden zoals
de Joint Expeditionary Force (JEF). De UK-NL Amphibious Force is een voorbeeld van
de goede bilaterale samenwerking.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking