Brief regering : Rapport van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) ten aanzien van de hazard en risicoanalyse (HRA) en de NPR
33 529 Gaswinning
Nr. 811 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 oktober 2020
Op 7 april 2020 heeft het Adviescollege Veiligheid Groningen (ACVG) advies uitgebracht
ten aanzien van de hazard en risicoanalyse (HRA) en de NPR. Dit advies is u per brief
van 26 mei 2020 (Kamerstuk 33 529, nr. 766) aangeboden. Nadien heeft Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) ook een rapport uitgebracht
over de HRA en NPR. Aangezien het rapport van SodM aansluit op het advies van het
ACVG is dit rapport meegenomen in deze brief en als bijlage toegevoegd1.
Door middel van deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties, hoe invulling wordt gegeven aan de adviezen van het
ACVG en het rapport van SodM.
ACVG-advies
Het ACVG adviseert de vereenvoudigde methode voor de uit-het-vlak beoordeling van
metselwerkwanden van de NPR 9998: 2018 te verbeteren. Daarnaast adviseert het ACVG
om de consistentie tussen benaderende rekenmethoden cf. NPR 9998: 2018 voor het globaal
(in-het-vlak) bezwijken van gebouwen te verbeteren.
Ik onderschrijf de noodzaak van de voorgestelde verbeteringen van de NPR:2018. De
NEN heeft op 1 augustus jl. een tussentijdse update van de NPR gepubliceerd, die de
verbeterpunten bij het uit-het-vlak beoordelen van metselwerkwanden adresseert. NEN
werkt op dit moment aan een herziening van de NPR. Hierbij worden ook de verbeterpunten
voor het globaal bezwijken van gebouwen geadresseerd die door het ACVG zijn aangedragen.
De herziene NPR wordt begin 2021 afgerond.
Het ACVG adviseert dat de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk
onderzoek (TNO) evalueert in hoeverre in de HRA adequaat wordt omgegaan met uit-het-vlak
bezwijken en de gebouw-tot-gebouwvariabiliteit binnen HRA-gebouwtypologieën.
TNO betrekt deze onderwerpen in de lopende ontwikkelingen voor de onafhankelijke,
publieke versie van de HRA en de typologieaanpak. Hiermee wordt invulling gegeven
aan het advies van het ACVG in het kader van de langetermijnontwikkeling van de publieke
HRA.
Verder adviseert het ACVG om de gebouwendatabase voor de HRA te blijven actualiseren
en daarmee gebruik te maken van de resultaten van opnames, beoordelingen, schaderapportages
en versterkingen. Ik zal de Kamer op korte termijn nader informeren over het traject
van de publieke HRA. In deze brief zal ik op dit advies nader ingaan.
Daarnaast adviseert het ACVG aandacht te besteden aan de kwetsbaarheid van gebouwen
met meervoudige constructieve schade. Naar aanleiding van het advies heeft het Instituut
Mijnbouwschade Groningen (IMG) aangegeven dat het zijn volledige werkvoorraad zal
blijven analyseren op veiligheidsrisico’s als gevolg van constructieve schade. Als
er zodanige constructieve schade is dat er aanleiding kan zijn om te twijfelen of
een gebouw aan de veiligheidsnorm voldoet, wordt de Nationaal Coördinator Groningen
(NCG) hierover geïnformeerd. De NCG zal dan, indien deze adressen geen onderdeel uitmaken
van de werkvoorraad, op basis van de geldende regelgeving en bestuurlijke afspraken de gemeenten
adviseren om dergelijke adressen op te nemen in de gemeentelijke plannen van aanpak.
Indien constructieve schade zodanig is dat er sprake is van een acuut onveilige situatie,
dan is al de praktijk dat direct wordt ingegrepen om de veiligheid te borgen.
De NCG heeft bovendien aangegeven dat bij het afgeven van versterkingsadviezen al
rekening wordt gehouden met constructieve schade. Als er constructieve schade in een
pand wordt aangetroffen geeft NCG, in aanvulling op versterkingsmaatregelen, de opdracht
om de constructieve schade te herstellen. Hiermee wordt voorkomen dat een pand, ondanks
versterkingsmaatregelen, niet voldoet aan de veiligheidsnorm door constructieve schade.
Naast de bovengenoemde aanbevelingen heeft het ACVG een aantal algemene verbeterpunten
voorgesteld. Ten eerste is er voorgesteld de inhoudelijke kwaliteitsborging ten aanzien
van de beoordeling van de aardbevingsbestendigheid van gebouwen systematisch te verbeteren.
De NCG heeft in het afgelopen jaar de opdrachtverlening van beoordelingen overgenomen
van het Centrum Veilig Wonen (CVW). Daaruit is gebleken dat de kwaliteit van de beoordelingen
onvoldoende geborgd was. Met de overname van de opdrachtverlening zijn er door NCG
verbeteringen doorgevoerd, door het gerichter uitzetten van opdrachten bij de ingenieursbureaus,
waarbij oog is voor het systematisch verbeteren van de inhoudelijke kwaliteitsborging
bij de beoordeling van de aardbevingsbestendigheid van gebouwen.
Ten tweede adviseert het ACVG de eenduidigheid van de regie op de (door)ontwikkeling
en validatie van de verschillende technisch-inhoudelijke hulpmiddelen voor de versterkingsopgave te verbeteren om hiermee de consistentie
te verbeteren en ervoor te zorgen dat initiatieven beter op elkaar en de praktijk
aansluiten.
Na de aardbeving bij Westerwijtwerd is in overleg met de regio besloten tot meerdere
sporen om de versterkingsoperatie te versnellen. Hieronder vallen meerdere pilots
en initiatieven om tot versnelling van de beoordeling van de veiligheid te komen.
In lijn met het advies van het ACVG worden de verschillende versnellingsmaatregelen
nu bij elkaar gebracht. De versnellingsmaatregelen die in de praktijk het meest effectief
zijn gebleken, worden, in overleg met de regio, breder uitgerold. Bovendien worden
alle veiligheidskaders voor een toets aan het ACVG voorgelegd. Hiermee komen we tot
een consistente aanpak die aansluit op de praktijk.
Het ACVG adviseert tot slot om de achtergronden van de vastgestelde risicoprofielen
op verzoek aan bewoners beschikbaar te stellen en het bewoners mogelijk te maken om
zelf een opname aan te vragen, om het toegekende risicoprofiel te evalueren en indien
mogelijk via zelfinspectie bij te dragen. In dit verband spreekt het ACVG steun uit
voor het initiatief «opname op verzoek». In het kader van transparantie neem ik het
advies dat de bewoners de vastgestelde risicoprofielen kunnen inzien over. Daarnaast
is het altijd mogelijk voor een bewoner om een opname aan te vragen. Dit wordt in
het initiatief «opname op verzoek», zoals het ACVG al stelt, mogelijk gemaakt.
SodM-rapport
SodM heeft vanuit zijn rol als toezichthouder op eigen initiatief een rapport uitgebracht
over de HRA en NPR. Het rapport sluit inhoudelijk aan op het advies van het ACVG over
de kaders die gesteld worden voor de veiligheid. Op enkele punten van het SodM-rapport
ga ik hieronder in.
SodM adviseert om de nieuwste inzichten te verwerken in de NPR en de NPR opnieuw te
kalibreren aan de veiligheidsnorm. SodM geeft aan dat nader onderzocht moet worden
of de NPR:9998 goed aansluit bij de veiligheidsnorm. SodM constateert dat voor de
laatste kalibratie in de huidige NPR hiervoor informatie uit 2015 is gebruikt en dat
het de vraag is of de kalibratie goed aansluit bij de specifieke situatie in Groningen.
Ik zal in overleg met NEN bezien op welke manier invulling gegeven kan worden aan
dit advies.
SodM adviseert ervoor zorg te dragen dat de bouwkundige inspecteurs, die worden ingeschakeld
door de NCG, voldoende zijn opgeleid om een inspectie uit te voeren. Hiermee wordt
voorkomen dat zij onnodige conservatieve aannames doen. SodM adviseert daarom het
Applicatiedocument Beoordeling Seismische Capaciteit (ABSC) aan te passen naar aanleiding
van de update van de NPR. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
heeft de NCG opdracht gegeven om deze aanpassing van het Applicatiedocument uit te
voeren. De NCG werkt op dit moment een aanpassing van het Applicatiedocument uit.
SodM adviseert verder om de NPR en de webtool met dreigingskaarten bij de NPR periodiek
te herzien en hiervoor een gedragen proces in te richten. Zoals gemeld, wordt begin
2021 een herziene NPR geïmplementeerd. De NPR is dan aangepast op de nieuwste inzichten,
en geeft daardoor een actuele beoordelingsmethode in het belang van de voortgang van
de versterkingsoperatie. Het eventueel op een later moment aanpassen van de webtool
bespreek ik nader met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
SodM adviseert om de uitvoering van de versterkingswerkzaamheden te prioriteren op
basis van de werkzaamheden die uit de NPR-onderzoeken komen en niet op basis van de
risicoprofielen. De wijze van het prioriteren van de versterkingsopgave wordt vastgelegd
in het wetsvoorstel versterken en onderliggende regelgeving. Het rapport van SodM
over de prioritering van de versterkingsmaatregelen wordt in de afwegingen bij het
wetsvoorstel meegenomen.
SodM adviseert tot slot om de HRA te blijven verbeteren en ervoor zorg te dragen dat
dit verbeterproces wordt voortgezet als de HRA in publieke handen overgaat. Inderdaad
beoog ik de HRA vanaf volgend jaar publiek te laten uitvoeren. Zoals hierboven aangegeven
zal ik uw Kamer daarover op korte termijn informeren. Het inrichten van een zorgvuldig
proces om verdere verbeteringen van de modellen op basis van wetenschappelijk inzichten
te borgen heeft hierbij mijn aandacht. Ook SodM zelf krijgt hierin een belangrijke
rol.
Tot slot
Uit het advies van het ACVG en het rapport van SodM kan de conclusie worden getrokken
dat de NPR door de huidige toepassing conservatief is. Dit betekent dat de verwachting
is dat door toepassing van de nieuwste beoordelingsmethoden, bovenop het dalende risico
van aardbevingen, minder maatregelen nodig zijn dan nu het geval is. Dit wordt betrokken
in de gesprekken met de regionale overheden. Daarbij wordt ingezet op een samenhangende
aanpak voor bewoners.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
Indieners
-
Indiener
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat