Brief regering : Tweede voortgangsrapportage Uitkomstgerichte Zorg
31 476 Patiënten- en cliëntenrechten
Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR MEDISCHE ZORG
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 oktober 2020
Bijgaand stuur ik u de tweede voortgangsrapportage Uitkomstgerichte Zorg 2018–20221. Deze voortgangsrapportage beschrijft de acties die het afgelopen jaar binnen het
programma Uitkomstgerichte Zorg in gang zijn gezet en de stand van zaken van de uitvoering
daarvan. Ook beschrijft de rapportage welke ambities en resultaten we komend jaar
willen realiseren.
Het programma vloeit voort uit het Regeerakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) en is opgezet aan de hand van de afspraken die zijn gemaakt met de partijen die
het Hoofdlijnenakkoord medisch specialistische zorg 2019–2022 hebben ondertekend.
Het programma wordt dan ook uitgevoerd in nauwe samenwerking met deze branche-organisaties
en hun achterbannen.
Eerder was aan uw Kamer toegezegd deze voortgangsrapportage vóór de zomer 2020 aan
uw Kamer aan te bieden. Mijn ambtsvoorganger heeft u bij de beantwoording van vragen
van uw Kamer over het jaarverslag van VWS over 2019 (Kamerstuk 35 470 XVI, nr. 6) laten weten dat door de COVID-19 pandemie vertraging in het programma is opgetreden.
En dat het daarom zinvoller was deze rapportage te verschuiven naar de tweede helft
van 2020. Met deze brief voldoe ik aan die laatste toezegging.
De Minister voor Medische Zorg,
T. van Ark
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg