Brief regering : Het gebruik van nationaliteit in risicomodellen en selectieregels bij de Belastingdienst
31 066 Belastingdienst
Nr. 707 BRIEF VAN DE STAATSECRETARISSEN VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 oktober 2020
Op 11 mei jongstleden hebben wij uw Kamer een brief gezonden, met een rectificatie
op de Voortgangsrapportage Toeslagen van 28 april jongstleden.1 Naar aanleiding van deze brief en het artikel in het dagblad Trouw van 11 mei 2020
»Belastingdienst: toch sprake van etnisch profileren», heeft de vaste commissie van
Financiën op 15 mei 2020 een schriftelijk overleg gestart. Bijgaand treft u de beantwoording
aan van de vragen uit het schriftelijk overleg (Kamerstuk 31 066, nr. 708).
In onze brief van 10 juli jl. hebben wij een diepgaander onderzoek naar nationaliteit
aangekondigd. Daarnaast heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) in haar rapport
van 14 juli jl. erop aangedrongen dat de Belastingdienst op korte termijn beoordeelt
welke andere verwerkingen van nationaliteit mogelijk ook onrechtmatig en discriminerend
zijn en wanneer dit nog plaatsvindt deze onmiddellijk te beëindigen. In het kader
hiervan informeren wij uw Kamer in deze brief over nieuwe informatie die de afgelopen
periode is vergaard. Deze informatie heeft betrekking op de registratie van nationaliteiten
in het systeem «Beheer van Relaties» (hierna: BVR) van de Belastingdienst. BVR is
het basisregistratiesysteem van de Belastingdienst, waarin onder meer de persoonsgegevens
worden geregistreerd die de Belastingdienst vanuit de Basisregistratie Persoonsgegevens
(hierna: BRP) ontvangt.
Tijdlijn
Medio 2019 heeft de Belastingdienst een eerste interne uitvraag gedaan naar het gebruik
van nationaliteit in de landelijke risicomodellen en selectieregels van de Belastingdienst,
de Douane en de FIOD.2 Deze uitvraag was gestart naar aanleiding van een motie van het lid Van Weyenberg
c.s.3. Vervolgens heeft onze ambtsvoorganger in zijn brief van 15 november 2019 aangegeven
dat nationaliteit vanaf 1 januari 2020 alleen gebruikt zal worden voor de handhavingstaak
van de Belastingdienst als daar een expliciete wettelijke grondslag voor bestaat.
Dit om iedere suggestie van oneigenlijk gebruik van het persoonskenmerk nationaliteit
uit te sluiten. Hiermee is een beleidskader gecreëerd voor de Belastingdienst dat
hogere eisen stelt aan het gebruik van nationaliteit dan de AVG.
Tegelijk met deze toezegging is op 14 november 2019 een uitvraag gestart naar het
gebruik van nationaliteit in andere systemen, applicaties en query’s. De uitkomsten
van deze uitvraag zijn in januari 2020 aan de Belastingdienst gerapporteerd. Daarbij
is gebleken dat niet met zekerheid vastgesteld kan worden of uit alle in gebruik zijnde
of oude query’s het persoonsgegeven nationaliteit is verwijderd, wanneer geen sprake
is van een expliciete wettelijke grondslag.4 Deze conclusie heeft geleid tot een nieuwe uitvraag in maart 2020 en heeft duidelijk
gemaakt dat diepgaander onderzoek naar het gebruik van nationaliteit noodzakelijk
is.
Wij hebben dit diepgaandere onderzoek aangekondigd in onze brief over FSV van 10 juli
jongstleden.5 In deze brief hebben wij aangegeven alle verwerkingen te gaan valideren op opzet
en bestaan. Hierbij wordt tot op het detailniveau getoetst of de vereisten uit de
AVG, de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) en de archiefwet op een juiste
wijze zijn geïmplementeerd in de applicaties die voor de verwerkingen zijn gebruikt.
In het concept plan van aanpak «Herstellen, Verbeteren en Borgen» dat vandaag naar
uw Kamer is gestuurd kiezen wij ervoor om, naast de processen rond risicoselectie
en signalen van mogelijke fraude, het gebruik van nationaliteit in de systemen van
de Belastingdienst in het eerste kwartaal van 2021 in kaart te hebben gebracht. Wij
willen hier binnen het plan van aanpak prioriteit aan geven omdat de kans op negatieve
effecten op burgers hier het grootst is. Het is van groot belang dat in dit onderzoek
alle informatie over het gebruik van nationaliteit naar boven komt. Als blijkt uit
de validatie dat een verwerking niet voldoet aan deze vereisten, dan nemen we uiteraard
passende maatregelen en informeren we uw Kamer zo spoedig mogelijk.
Nieuwe inzichten met betrekking tot registratie in BVR
Anders dan wij in onze brief van 11 mei jongstleden hebben aangegeven, is gebleken
dat dubbele nationaliteiten (naast de Nederlandse nationaliteit) op 23 juli 2015 uit
BVR is verwijderd, in plaats van 31 januari 2015.6Bij de beantwoording van de vragen wordt op dit punt verder ingegaan.
Daarnaast is gebleken dat er in BVR vrije tekstvelden aanwezig zijn. Hierin kunnen
aantekeningen worden opgenomen die mogelijk van belang zijn binnen het toezicht. Toen
de Belastingdienst BVR rond 1990 in gebruik nam, konden alle medewerkers met een autorisatie
daartoe in BVR dergelijke aantekeningen maken. Sinds 2015 is dit beperkt tot uitsluitend
medewerkers die klantregistraties verwerken. In een recente inventarisatie zijn in
het vrije tekstveld van BVR aantekeningen aangetroffen over de (eventueel dubbele)
nationaliteit van burgers, samen met aan nationaliteit gerelateerde gegevens. Daarnaast
zijn er registraties aangetroffen die, bijvoorbeeld door het verstrijken van de tijd,
niet (langer) relevant zijn. De vrije tekstvelden hebben een rol gespeeld in ten minste
één landelijk risicomodel, namelijk voor de aanvraag van BTW-nummers. Wanneer in de
tekstvelden bepaalde woorden voorkwamen, wierp het risicomodel de aanvragen voor een
BTW-nummer uit voor een handmatige controle. Deze zoekfunctie in het risicomodel was
gericht op het vinden van risico’s op mogelijke fraude en gebruikte daarbij bijvoorbeeld
woorden als «fraude» en «carrousel». Informatie uit de vrije tekstvelden werden niet
geleverd aan de systemen van Toeslagen.
Als beheersmaatregel op de korte termijn, verplaatst de Belastingdienst per direct
de aantekeningen uit het vrije tekstveld naar een ander bestand en verwijdert deze
uit BVR. De veiliggestelde aantekeningen zullen vervolgens gecontroleerd worden en
alleen de informatie die noodzakelijk is voor een goede uitvoering van processen zal
weer worden teruggeplaatst in de vrije tekstvelden. De toegang tot de terug te plaatsen
aantekeningen in de vrije tekstvelden worden, anders dan voorheen, beperkt tot de
medewerkers die deze informatie nodig hebben voor hun werkzaamheden. Daarnaast wordt
de controle op het opnemen van informatie in de vrije tekstvelden van BVR verscherpt.
Hierdoor zorgen wij ervoor dat alleen nog aantekeningen in de vrije tekstvelden kunnen
worden opgenomen, die voldoen aan vooraf geformuleerde eisen en gaan over specifieke
onderwerpen. In dit kader zal er een wekelijks nacontrole worden uitgevoerd op alle
aantekeningen die in die week zijn opgenomen, om te voorkomen dat er ongewenste aantekeningen
in het vrije tekstveld komen te staan.
Naast deze vrije tekstvelden blijkt ook dat informatie over geboorteland en/of -plaats
in BVR is opgenomen. Deze gegevens worden automatisch vanuit BRP aan BVR geleverd
en kunnen ook worden overgenomen uit informatie die de Belastingdienst van derde partijen
ontvangt. De Belastingdienst voert voor zowel de vrije tekstvelden als het gegeven
geboorteland of -plaats momenteel diepgaand onderzoek uit, om het gebruik van deze
gegevens verder in kaart te brengen. Als uit dit diepgaandere onderzoek blijkt dat
andere beheersmaatregelen nodig zijn, nemen wij die uiteraard en informeren wij uw
Kamer daarover. Daarnaast hebben wij de AP geïnformeerd over de nieuwe inzichten met
betrekking tot de registratie van persoonsgegevens in BVR.
In de beantwoording van het SO wordt specifieker ingegaan op het gebruik van nationaliteit
in de verschillende systemen van de Belastingdienst.
De Staatssecretaris van Financiën, J.A. Vijlbrief
De Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën -
Mede ondertekenaar
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën