Brief regering : Advies Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming over de coronamaatregelen bij de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI)
24 587 Justitiële Inrichtingen
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 785 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2020
Op 30 september 2020 heeft de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming
(RSJ) mij op eigen initiatief schriftelijk geadviseerd over de coronamaatregelen bij
de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Bijgevoegd treft u dit advies aan1. De RSJ kijkt in zijn advies terug op de genomen coronamaatregelen én kijkt vooruit
voor het geval de coronacrisis verergert en nieuwe maatregelen nodig zijn. Dat is
inmiddels het geval: het aantal besmettingen in Nederland loopt weer op en ook in
de justitiële inrichtingen. Ik heb uw Kamer op 6 oktober jl. geïnformeerd over de
aanscherping van de maatregelen om verspreiding van Covid-19 binnen de DJI-inrichtingen
tegen te gaan (Kamerstukken 24 587 en 25 295, nr. 784).
In deze brief geef ik eerst een reactie op het RSJ-advies. Ook geef ik, in navolging
van mijn brief van 6 oktober en de persconferentie van dinsdag jl., aan welke aanvullende
maatregelen ik tref om verspreiding van Covid-19 binnen de justitiële inrichtingen
tegen te gaan.
Advies RSJ
De RSJ heeft waardering en respect voor de inspanningen die DJI heeft gepleegd om
de gezondheid en de veiligheid van het personeel en de justitiabelen (jeugd, gevangeniswezen
en tbs) te beschermen tegen besmetting met Covid-19. Tegelijkertijd constateert de
RSJ dat er soms spanning is tussen de maatregelen en het wettelijk kader en individuele
belangen. Ik erken dat, tegelijkertijd raakt die spanning de hele samenleving en niet
alleen justitiabelen.
De RSJ gaat in zijn advies in op de volgende thema’s: de naleving van de RIVM-richtlijnen,
de stagnatie van resocialisatie en behandeling, het toezicht door onafhankelijke instanties
en lessen voor de toekomst. De aanbevelingen van de RSJ zijn constructief en behulpzaam
bij de vormgeving van het coronabeleid in de inrichtingen. Ik neem ze ter harte bij
de verdere bestrijding van de coronacrisis. In deze brief concentreer ik mij op het
advies ten aanzien van het testbeleid en het gebruik van meerpersoonscellen.
Testbeleid
Alle nieuwe gedetineerden krijgen bij binnenkomst een medische intake waarbij ook
specifiek gecheckt wordt op coronagerelateerde klachten. Iedere nieuwe gedetineerde
wordt voor een periode van acht dagen in quarantaine geplaatst om een eventuele besmetting
uit te kunnen sluiten. Na deze acht dagen is met redelijke zekerheid vast te stellen
of de gedetineerde kan deelnemen aan het dagprogramma met gedetineerden van buiten
de inkomstenafdeling.
De RSJ adviseert om nieuwe en overgeplaatste justitiabelen meteen te testen op COVID-19
omdat quarantaine dan niet meer nodig is en de justitiabele meteen mee kan doen aan
het dagprogramma.
Op dit moment worden alleen justitiabelen met coronagerelateerde klachten getest.
Dit testbeleid is conform de RIVM-richtlijn en mede bepaald door overleg met de GGD.
Hoewel het begrijpelijk is dat het voor de justitiabele beter is om vanaf de eerste
dag deel te kunnen nemen aan het dagprogramma, vind ik het risico dat medewerkers
en justitiabelen hierdoor lopen te groot.
Ik licht dit als volgt toe. Iemand die in contact is geweest met een besmettelijk
persoon ontwikkelt pas na gemiddeld 5 tot 6 dagen klachten. Een negatieve test bij
binnenkomst, sluit niet uit dat een justitiabele na een aantal dagen alsnog klachten
kan ontwikkelen en daarmee medewerkers en andere justitiabelen kan besmetten. Om de
inrichtingen zoveel mogelijk coronavrij te houden neem ik dit advies van het RSJ daarom
niet over.
Meerpersoonscellen
Voorts adviseert de RSJ om het meerpersoonscelgebruik (MPC) voorlopig op te schorten
omdat de anderhalvemeterafstand niet goed kan worden gehandhaafd. De RSJ is van mening
dat als DJI toch gebruik blijft maken van MPC ook de celgenoot van een gedetineerde
met klachten alleen moet worden geplaatst. Immers, zo geeft de RSJ aan, gedetineerden
in een MPC behoren tot één huishouden en moeten daarom volgens de richtlijn van het
RIVM beiden worden geïsoleerd.
Ik acht het MPC-gebruik voor gezonde gedetineerden een volwaardige en passende vorm
van detentie en houd vast aan dit standpunt. Vanaf de start van de coronamaatregelen
medio maart is er binnen de bezetting van MPC ruimte gecreëerd voor het isoleren van
gedetineerden met coronagerelateerde klachten.
Op dit moment geldt dat ook de celgenoot van de vermoedelijk besmette gedetineerde
op een eenpersoonscel wordt geplaatst en gemonitord op coronagerelateerde klachten.
De celgenoot mag volgens de richtlijn van het RIVM2, indien de andere gedetineerde geen klachten van koorts of benauwdheid had, deelnemen
aan het dagprogramma. Om het risico op besmetting te verkleinen zal ik vanaf heden
in alle gevallen (dus ook wanneer de gedetineerde die apart in quarantaine is geplaatst
lichte klachten had, zoals verkoudheidsverschijnselen) ook de celgenoot in quarantaine
plaatsen, in afwachting van de testuitslag van de andere gedetineerde.
Voornoemde maatregel volgt op de aanscherping van de maatregelen waarover ik uw Kamer
op 6 oktober jl. heb geïnformeerd. De maatregelen die het kabinet afgelopen dinsdag
heeft aangekondigd noodzaken niet tot verdere aanscherping van de maatregelen.
Tot slot
De RSJ merkt terecht op dat er een spanning bestaat tussen de coronamaatregelen en
het wettelijk kader en individuele belangen van justitiabelen. Zeker vanwege het gesloten
karakter van deze inrichtingen. In deze coronacrisis is het echter, juist in het belang
van justitiabelen, noodzakelijk om vergaande maatregelen te treffen om Covid-19 buiten
de deur te houden. Ik ben me er terdege van bewust dat dit grote consequenties heeft
voor medewerkers en ingeslotenen. Daarvan getuigt ook de brandbrief die ik 13 oktober
jl. ontving van verschillende organisaties die opkomen voor de relaties en achterblijvers
van gedetineerden. In deze brief uiten zij hun zorgen over de bezoekregeling. Ik begrijp
die zorgen en zal mij tot het uiterste inspannen om de bezoekmogelijkheden binnen
de beperkingen van de coronacrisis zo goed als mogelijk door te laten gaan. Ik heb
veel waardering voor de wijze waarop personeel en justitiabelen omgaan met de tot
op heden getroffen maatregelen, waardoor het aantal besmettingen beperkt is gebleven.
Over een eventuele verdere aanscherping van maatregelen zal ik uw Kamer informeren.
De Minister voor Rechtsbescherming, S. Dekker
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming