Brief regering : Rectificatie antwoorden op vragen over de ontwerpbegroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Kamerstuk 35570-VIII)
35 570 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021
Nr. 21 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 oktober 2020
Hierbij stuur ik u een rectificatie bij de antwoorden op de vragen van de vaste commissie
voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de vaststelling van de begrotingsstaten
van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021.
De vragen werden ingezonden op 25 september 2020 met kenmerk 35570 VIII. De antwoorden
werden u toegezonden op 5 oktober 2020 (Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 20).
In de beantwoording van vraag 4 is een vergissing gemaakt in de tabelreeksen van hoger
onderwijs en studiefinanciering voor Rutte II vanaf 2021. In de herziene tabellen
hieronder zijn de gecorrigeerde bedragen onderstreept.
In de beantwoording van vraag 232 is een verkeerde formule gebruikt voor het berekenen
van het percentage en het absolute bedrag van de investeringen tijdens Rutte II. Tijdens
Rutte III is er 140% meer geïnvesteerd in hoger onderwijs en onderzoek dan tijdens
Rutte II, in plaats van de eerder genoemde 76%. Het absolute bedrag wordt dan € 2,0
miljard in plaats van € 1,5 miljard.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven
Rectificatie op de antwoorden op de schriftelijke vragen van de vaste commissie voor
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de vaststelling van de begrotingsstaten van
het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 met Kamerstuk
35 570 VIII (ingezonden d.d. 25 september 2020).
Vraag 4
Hoeveel is er geïnvesteerd in onderwijs in de afgelopen tien jaar? Kunt u dat uiteenzetten
per onderwijssector? (po, vo, mbo, ho)
Antwoord 4
Hieronder vindt u een tabel naar onderwijssector met het totaal aan investeringen
in het onderwijs van Rutte-I, Rutte-II en Rutte-III op een rij (x € 1 miljoen). Ditzelfde
geldt voor de ombuigingen die in deze Kabinetten zijn gedaan. Vervolgens is ook het
saldo van de twee opgenomen. In de categorie overig is onder andere het lerarenbeleid
opgenomen.
Intensi-veringen
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
RUTTE I
po
199
190
190
190
190
190
190
190
190
190
190
190
190
vo
74
70
70
70
70
70
70
70
70
70
70
70
70
mbo
82
154
194
194
194
194
194
194
194
194
194
194
194
ho
174
254
274
289
304
319
334
344
344
344
344
344
344
onderzoek
46
46
46
46
46
46
46
46
46
46
46
46
46
overig
191
191
191
191
191
191
191
191
191
191
191
191
191
totaal
765
905
965
980
995
1.010
1.025
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
1.035
RUTTE II
po
296
0
324
401
504
513
501
501
501
501
501
501
501
vo
217
0
248
323
424
435
426
426
426
426
426
426
426
mbo
48
0
214
322
451
456
451
451
451
451
451
451
451
ho
90
3
66
64
103
312
277
367
504
605
636
730
832
studiefinan-ciering
13
28
30
33
36
42
60
80
101
119
129
onderzoek
0
22
193
193
190
190
190
190
190
190
190
190
190
overig
0
0
0
17
21
21
21
21
21
21
21
21
21
totaal
650
25
1.058
1.348
1.723
1.959
1.902
1.998
2.153
2.274
2.326
2.439
2.550
RUTTE III
po
431
867
963
891
862
834
834
834
vo
45
237
224
154
118
118
118
118
mbo
5
7
95
59
29
18
18
7
ho
85
225
235
246
245
245
242
242
studiefinan-ciering
48
152
onderzoek
150
228
225
225
225
225
225
225
overig
244
419
422
345
190
195
198
198
totaal
960
1.984
2.211
2.070
1.670
1.635
1.635
1.625
TOTAAL
1.415
930
2.023
2.328
2.718
3.929
4.910
5.244
5.259
4.979
4.996
5.109
5.210
Extensi-veringen
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
RUTTE I
po
-55
-123
-141
-164
-153
-153
-153
-153
-153
-153
-153
-153
-153
vo
-87
-190
-226
-244
-235
-235
-235
-235
-235
-235
-235
-235
-235
mbo
-31
-83
-105
-204
-205
-210
-220
-220
-220
-220
-220
-220
-220
ho
-279
-305
-311
-327
-297
-297
-297
-297
-297
-297
-297
-297
-297
studiefinan-ciering
-10
-10
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
onderzoek
-22
-27
-28
-30
-29
-29
-29
-29
-29
-29
-29
-29
-29
overig
-19
-22
-22
-24
-23
-23
-23
-23
-23
-23
-23
-23
-23
totaal
-503
-760
-862
-1.022
-971
-976
-986
-986
-986
-986
-986
-986
-986
RUTTE II
po
0
-37
-74
-111
-185
-215
-235
-255
-255
-255
-255
-255
-255
vo
0
-21
-55
-146
-210
-212
-212
-212
-212
-212
-212
-212
-212
mbo
0
-14
-65
-122
-211
-232
-252
-272
-272
-272
-272
-272
-272
ho
0
-19
-44
-140
-223
-244
-264
-264
-264
-264
-264
-264
-264
studiefinan-ciering
0
0
0
0
-15
-55
-95
-305
-545
-730
-865
-915
-915
onderzoek
0
-11
-21
-23
-31
-33
-33
-33
-33
-33
-33
-33
-33
geparkeerd op nominaal en onvoorzien
-150
-244
-244
-244
-150
-150
-150
-150
-150
overig
0
-15
-18
-35
-124
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
totaal
0
-117
-278
-578
-1.150
-1.266
-1.366
-1.616
-1.762
-1.947
-2.082
-2.132
-2.132
RUTTE III
po
-20
-31
-46
-61
-72
-72
-72
-72
vo
-11
-24
-35
-47
-47
-47
-47
-47
mbo
-17
-13
-21
-28
-28
-28
-28
-28
ho
-6
-41
-41
-49
-52
-54
-55
-57
onderzoek
-1
-3
-4
-6
-6
-6
-6
-6
totaal
-54
-111
-148
-191
-205
-207
-208
-210
TOTAAL
-503
-877
-1.140
-1.600
-2.121
-2.296
-2.463
-2.750
-2.939
-3.138
-3.275
-3.326
-3.328
Saldo in- en extensi-veringen
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
2023
2024
2025
RUTTE I
po
143
68
50
26
38
38
38
38
38
38
38
38
38
vo
-13
-121
-156
-174
-165
-165
-165
-165
-165
-165
-165
-165
-165
mbo
51
71
89
-10
-11
-16
-26
-26
-26
-26
-26
-26
-26
ho
-105
-51
-37
-38
7
22
37
47
47
47
47
47
47
studiefinan-ciering
-10
-10
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
-30
onderzoek
24
19
18
16
17
17
17
17
17
17
17
17
17
overig
172
169
169
167
168
168
168
168
168
168
168
168
168
totaal
262
145
103
-42
24
34
39
49
49
49
49
49
49
RUTTE II
po
296
-37
249
290
319
297
265
245
245
245
245
245
245
vo
216
-21
193
176
214
223
214
214
214
214
214
214
214
mbo
48
-14
149
200
240
224
199
179
179
179
179
179
179
ho
89
-16
22
-76
-120
67
12
102
240
341
372
466
568
studiefinan-ciering
0
0
13
28
15
-22
-59
-263
-485
-650
-764
-796
-786
onderzoek
0
11
171
169
159
157
157
157
157
157
157
157
157
geparkeerd op nominaal en onvoorzien
-150
-244
-244
-244
-150
-150
-150
-150
-150
overig
0
-15
-17
-18
-103
-9
-9
-9
-9
-9
-9
-9
-9
totaal
650
-92
780
770
573
694
536
382
391
327
244
307
418
RUTTE III
po
411
836
917
829
790
762
762
762
vo
34
213
188
106
71
71
71
71
mbo
-12
-6
74
31
1
-10
-10
-20
ho
79
184
194
196
193
191
187
185
studiefinan-ciering
0
0
48
152
0
0
0
0
onderzoek
149
225
221
219
219
219
219
219
overig
244
419
422
345
190
195
198
198
totaal
906
1.872
2.063
1.879
1.465
1.428
1.427
1.415
TOTAAL
912
53
883
728
597
1.633
2.447
2.494
2.319
1.841
1.721
1.783
1.882
Vraag 232
Hoeveel, zowel absoluut als procentueel, is er tijdens de kabinetsperiode van Rutte-III
extra geïnvesteerd in hoger onderwijs, onderzoek en wetenschap ten opzichte van de
kabinetsperiode Rutte-II?
Antwoord op vraag 232
Per saldo, dus intensiveringen en extensiveringen bij elkaar opgeteld, is er tijdens
Rutte III 140% meer geïnvesteerd in het hoger onderwijs en onderzoek dan tijdens Rutte
II. Absoluut gezien is dat € 2,0 miljard. Voor deze berekening zijn de bedragen opgeteld
van de jaren 2013–2021 voor Rutte II en van de jaren 2018–2026 voor Rutte III.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap